Startpagina > Wandelen > Streek-GR Hageland
Kasteel Horst

> Het kasteel van Horst en de omgeving van vijvers, dreven, bos en aanhorende gebouwen in de Wingevallei, vormt één van de mooiste Brabantse kasteeldomeinen. Dit kasteel spreekt ook tot de verbeelding als de plek waar stripheld Johan van Horst, beter bekend als de Rode Ridder, in 1989 een vaste stek blijkt gevonden te hebben na 130 albums lang zwerven en strijden door Vlaanderen en Brabant. De strip werd getekend door Willy Vandersteen (van Suske en Wiske) vanaf 1959, naar de eerder verschenen succesreeks van jeugdboekenschrijver Leopold Vermeiren. De meeste strips van de Rode Ridder werden eigenlijk getekend door Karel Biddeloo, ook het nummer 131, 'de Heren van Rode'. Opvallend aan dit album is de gelijkenis van een aantal personages met bestaande figuren. Zo komt ondermeer nar Urban in de strip voor (Urbanus).
> De echte geschiedenis van Horst gaat terug tot minstens de 13de eeuw. Toen woonde hier al het adellijk geslacht van de 'Heren van Horst'. Een eerste versterkte waterburcht uit het begin van de 15de eeuw werd alweer verwoest rond 1488, tijdens de onlusten tegen het regime van Maximiliaan van Oostenrijk. Het kasteel werd snel herbouwd. De imposante vierkante donjon werd in die laatste jaren van de 15de eeuw opgetrokken. Andere delen werden vooral in de 17de eeuw aangepast in een meer residentiële stijl in plaats van een defensieve, ze zijn sindsdien vrij onveranderd gebleven.
> De familie De Hemricourt de Grunne verkocht het hele domein van 113 hectaren, inclusief het kasteel, aan de Vlaamse overheid in 2007 voor 2,3 miljoen €, omdat ze de zware financiële last voor de broodnodige kasteelrestauratie niet meer op zich kon nemen. In het begin van de 21ste eeuw is het kasteel sterk in verval geraakt. De gebouwen, nu dus eigendom zijn van de Vlaamse overheid, worden beheerd door de Stichting Vlaams Erfgoed (Herita). De grondige en zeer noodzakelijke restauratie ging in 2011 van start. In 2014 kon een deel van het kasteel terug worden opengesteld voor het publiek, waaronder de ridderzaal.
> Het zal echter nog vele jaren duren vooraleer ook de andere vleugels van het kasteel afgewerkt zijn. Dan zal de mooie waterburcht weer volop kunnen schitteren als decor voor middeleeuwse feesten en met een bezoekerscentrum. Het is nu al het startpunt voor heel wat wandel- en fietsroutes.
> Onze tocht over Streek-GR Hageland gaat van start in het middeleeuwse decor van het kasteel van Horst (Sint-Pieters-Winge), onder een dreigend donkere hemel. Streek-GR Hageland laat ons eerst in wijzerzin een rondje maken langs de rand van de uitgestrekte kasteelvijver, die wordt gevoed door het riviertje De Winge, hier nog een beek eigenlijk.
> Via een brugje steken we dan de Winge over om naar links te wandelen. We volgen de Wingebeek over een prettig graspad en kruisen een straat om daar de Winge verder te volgen in dezelfde richting maar langs de andere oever.
> Een eind verder nogmaals de Winge over om nat bos in te lopen. Een bord waarschuwt om op de paden te blijven omwille van de vele teken hier. Een knuppelpad en verstrooide houtsnippers zorgen er voor dat het wandelpad in dit donker en vochtig bos niet te drassig wordt. Steeds steeds dezelfde richting aanhoudend komen we langs een weide en bosrand om uiteindelijk een wijk van Nieuwrode te bereiken.
> We kruisen de weg Nieuwrode – Wezemaal en stijgen aan de overzijde naar een beboste helling. Het weggetje lijkt dood te lopen bij een huis maar net ervoor loopt rechts een paadje steil omhoog. We komen dadelijk op een plateau van fruitboomplantages en gaan er links de geasfalteerde Sint Jobsweg op. Aan onze linkerzijde krijgen we mooie zichten over de vallei waaruit we net kwamen. De Sint-Jobsweg is een stokoude bedevaartweg naar de kerk van Wezemaal, waar Sint-Job werd vereerd, een pestheilige.
> We volgen de Sint-Jobsweg een hele tijd. De Sint-Jobsweg lijkt verderop dood te lopen, we nemen op de vorksplitsing linksvoor het dalende pad van ijzerhoudende zandsteen. Een aangenaam en afwisselend paadje. Zo komen we al licht dalend langs een wijngaard, velden, een boomkwekerij, fruitboomgaarden en stroken bos.
> Steeds dezelfde richting aanhoudend, lopen we de ene keer over graspaden, dan weer door een holle weg. Onderweg fotografeer ik ook brede wespenorchissen, ze staan op deze zomerse dag volop in bloei.
> We wandelen naar het natuurreservaat Beninksberg met aan onze rechterzijde een oude steengroeve. Even opletten nu. Via een klaphekje gaan we rechts het natuurreservaat in. Er zijn enkel GR-tekens aangebracht op de klappoortjes. De top van de Beninksberg is begroeid met wat heide en berk, je hebt er een weids zicht over de omgeving maar Streek-GR Hageland blijft slechts even in het natuurreservaat. We klimmen dus niet naar de top maar buigen al snel af naar links om in een laaggelegen grasgebied een volgend klaphekje te vinden. Rechtdoor om dadelijk weer op de weg van Nieuwrode naar Wezemaal te komen.
> We gebruiken deze Gelrodesebaan om (naar rechts) over de snelweg E314 te geraken. Aan de andere kant dadelijk rechts, de Stenenmuurstraat in. We volgen hem, ook als hij naar links draait om tussen de akkers naar de Wijngaardberg te stijgen. Ter hoogte van wat typisch vlaamse koterij gaan we 2 x links. We wandelen nu langs de flank van de Wijngaardberg waarop vooral fruitbomen en maïs in cultuur worden gebracht. Even opletten als we verderop langs een kleine wijngaard komen.
> We gaan er tussen twee rijen wijndruifranken over trappen naar een bosrand (picknickbank). De wijngaard wordt beheerd door de vzw Steenen Muur.
> Op de top van de Wijngaardberg gaan we links tussen de bosrand en de uitgestrekte fruitboomgaarden, parallel met de oude stenen muur. Aanvankelijk valt de muur amper op maar als we de hoek van de boomgaard bereiken heb je een beter zicht op die oude beschermde muur. Van hieruit kan je eventueel ook afdalen naar Wezemaal-centrum en het bezoekerscentrum voor Hagelandse wijn. Het traject van Streek-GR Hageland gaat op dat punt echter het houten brugje over de stenen muur niet over maar draait 90° rechts. Over een graspad wandelen we nu tussen twee appelboomgaarden. We dalen zacht naar de noordzijde van de Wijngaardberg en gaan bij de bosrand links – rechts dalen.
> Het bos bestaat hier uit nogal wat exoten zoals tamme kastanje, Amerikaanse vogelkers en Amerikaanse eik. Aan een V-splitsing rechtsvoor en bij de bosrand meedraaien door een perceel oude beuken met hier en daar een eik. Weer een snipper groen van de Wijngaardberg die wordt beheerd door Natuurpunt. Voor we bij huizen komen draaien we toch weer rechts de Wijngaardberg op, dit keer langs een mooie rij beuken. Boven lopen we nogmaals tussen de appelbomen om al snel links een breed zandpad te nemen. De veeroosters in het pad dienen om het ontsnappen van schapen te vermijden. In enkele bochten dalen we weer. Dit keer ligt de Wijngaardberg definitief achter ons, we zakken naar links verder af over een mooi graspad naar de vallei waarin Gelrode ligt en de N 19 (Leuven – Aarschot) loopt. Voor we bij die verkeersweg komen, gaan we rechts de macadamweg op (Rillaarsebaan) naar Gelrode.
> Enkele honderden meters verder rechts en dan links een holle weg op naar de Moedermeule (molen, café-resto).
> Na het ommetje via de Moedermeule komen we wat later terug op de Rillaarsebaan. Even naar links om daar een onopvallend buurtpad naar rechts te nemen. Met wat links-rechts uitwijken steken we via buurtwegels de vallei van de Heilaakbeek over om aan de andere valleizijde licht te stijgen tot aan de voet van de Eikelberg (natuurreservaat), een typische diestiaanheuvel van ijzerzandsteen. Rechts ever de geasfalteerde weg op om al snel scherplinks te gaan bij een klaphekje.
> We stijgen over de beboste helling, eens boven gaan we naar rechts op de kam van de Eikelberg wandelen tot een volgend hekje. We zijn hier nu aan de zuidrand van de helling, het is er genieten van het halfopen landschap met weidse zichten. Al snel weer dalen naar een asfaltwegje waarop we links gaan, langs enkele huizen. Op de V-splitsing nemen we de hogere weg rechtsvoor.
> Er volgen nog een paar snelle padwissels en net voor een col op de Liedeberg waarop nog veel meer paden uitwaaieren, nemen we rechts een licht dalend pad. Dit is een vrij recht bospad, op het einde komen we langs de kapel voor OLV Morgenster.
> Daarna bereiken we een kruispuntje van holle wegen. Rechts hier. Het verharde weggetje daalt licht, verderop nemen we de tweede straat links (Schaapsvijver). We volgen het maar 50 meter, nogmaals links. De straatnaam is nog steeds Schaapsvijver maar de wegbedekking bestaat nu uit steenslag, verderop wordt het een zandweg die hol wordt. Voorbij een bareel met 'privaat' maar als wandelaar mag je er wel door, zolang je op de weg blijft. Die versmalt tot een paadje en vlakt uit. Op het einde van een afspanning draaien we 90° naar links.
> We lopen hier door een woud van vooral berken en gaan flink dalen. Een verrassend landschap van sterk ingesneden zandgebied begroeit met vooral berk en veel heide, s' Hertogenheide. Hier moet je eind augustus zijn als de heide het 50 hectaren groot natuurgebied paars kleurt, dat is helaas nu niet het geval. Let goed op de padmarkering, er zijn veel padsplitsingen maar anderzijds ligt het te volgen traject redelijk voor de hand.
> Een stuk lager rechts, we naderen een huis. Daar wandelen we naar de brede en drukke ringweg rond Aarschot. We moeten er een superdruk kruispunt oversteken. Ondanks de verkeerslichten is het hier toch wat opletten voor het vele autoverkeer. Aan de overzijde van het verkeersplein klimmen we een zandpaadje op dat in de lente is afgeboord met bloesemend struikgewas. Boven is ook de padberm nog meer gevarieerd, er bloeit oa kleine maagdenpalm , een stinzenplant die uitgestrekte bodems kan bedekken.
> Aan de linkerzijde af en toe doorkijkjes naar het centrum van Aarschot, maar zingtuiglijk zijn het vooral je oren die de stad (en zijn verkeer) waarnemen. Zo komen we bij de historische Aurelianustoren (of Orleanstoren).
De Moedermeule

> Zoals vaker het geval was werden windmolens vroeger al eens opgekocht, afgebroken en verplaatst. Zo ook met de Moedermeule. Het was een korenmolen die eeuwenlang op het land buiten de stadsvesten van Mechelen stond. Toen al stond hij bekend als de Moedermeule. Wat de molen met moeder te maken heeft zou kunnen in verband worden gebracht met het feit dat deze molen te Mechelen de grootste was van een groep van drie. Het zou me echter niet verwonderen indien het een verbastering zou zijn van 'maalder', wat in het dialect klinkt als 'moelder'.
> Hij behield dus zijn naam toen een zekere Jozef Wuyts hem in 1830 opkocht, liet afbreken en in 1833 over Dijle en Demer vervoerde naar het Hageland. Daar kreeg hij een stek op de Hondsberg te Gelrode.
Hagelandse druiven

> Algemeen wordt aangenomen dat de Romeinen de wijncultuur naar onze streken brachten. Bewijzen dat er in de eerste eeuwen n/C georganiseerde wijnbouw was in het Hageland zijn er niet echt. Sporen van middeleeuwse wijnbouw zijn er duidelijk wel, via documenten en oude plaatsnamen. In tijden van relatieve economische voorspoed en politieke stabiliteit werden tijdens de middeleeuwen ook wijngaarden in cultuur gebracht, vooral dan rond de grotere steden. Zo werd er aan wijnbouw gedaan tijdens de Karolingische periode, door monniken van kloosters en abdijen en rond kasteeldomeinen, meestal voor plaatselijk verbruik van wijn.
Hagelandse perziken

> Vooraleer de laagstamappelbomen werden geplant stond de regio rond Gelrode vol met perzikbomen. De Hagelandse perziken waren in de 20ste eeuw tussen de jaren '30 en de jaren '70 een begrip in heel België en zelfs daarbuiten. Tot driekwart van het fruitbomenareaal bestond toen uit perzikbomen! Een aantal misoogsten, ziekten en vooral de concurrentie met goedkope zuiderse landen (met name Italië) deden de perzikenkweek de das om. Druiven en vooral appelaars kwamen in hun plaats.
De Aurelianustoren

> Deze toren uit ijzerzandsteen en baksteen maakte oorspronkelijk deel uit van de middeleeuwse omwalling rond Aarschot. Vandaag is het de enige overgebleven toren van de 14de eeuwse wallen (gebouwd rond 1360). Hij staat op een hoogte van 40 meter boven de stad.
> De laatste grote restauratie vond in 1990 plaats, maar de plek waar de toren ligt, trekt nogal wat vandalisme aan. Bovendien is de onmiddellijke omgeving dichtgegroeid met opgeschoten bomen, waardoor de Orleanstoren zijn belangrijkste attractiviteit verloor: het weidse uitzicht over de stad , de Kempen en het Hageland.
> In 1943 werd de molen getroffen door een blikseminslag waardoor hij niet meer kon functioneren. Een langzame maar lange periode van verval trad in. De gemeente Gelrode kocht de molen op en liet hem in 1976 grondig restaureren. Het bijhorende molenhuis kreeg een functie als taverne. Als toeristische attraktie werd de Moedermeule sindsdien elke zondag in werking gesteld door de molenaar.
> In 2006 werd een aanvang genomen met een nieuwe grondige restauratie, die pas in 2008 werden afgerond. Sindsdien stelt een ploeg van enthousiaste jonge molenaars hem weer elke zondag in werking.
> Een eerste hoogtepunt van wijnbouw in het Hageland is wellicht te situeren in de 13de eeuw, al stond de produktie van wijn toen vooral in het teken van kerkelijke rituelen. Vanaf de 14de eeuw vond de wijn ook zijn weg naar 'het gewone volk'. De volgende eeuwen zou het in cultuur brengen van wijngaarden nogal wat hoogte- en laagtepunten kennen. Epidemieën, hongersnood en oorlogen waren nefast voor de wijnbouw. Het verbouwen van graangewassen kreeg dan vaker een hogere prioriteit in plaats van het geduldig opbouwen van een wijngaard. Bovendien moest – toen al – rekening worden gehouden met de opbrengsten van gewassen. Met name de prijs voor graangewassen had een directe invloed op het al of niet in cultuur brengen van grond voor wijnbouw.
> In het Hagenland en Haspengouw concentreerde de wijnbouw zich tijdens de late middeleeuwen vooral rond de Demervallei. Tegen de 17de eeuw lijkt de Hagelandse wijnbouw nagenoeg te zijn uitgestorven. De reden hiervoor wordt wel eens toegeschreven aan het verkillend klimaat al is het waarschijnlijk dat de concurrentie met de streek rond Hoegaarden en de stad Leuven de produktie van Hagelandse wijn de das omdeed. De godsdienstoorlogen uit die tijd waren zeer zeker ook nefast voor een stabiele uitbouw van de druivenakkers.
> Begin 19de eeuw is er weer een korte plaatselijke heropleving van de wijnbouw, de tijdsgeest was er rijp voor met het opkomend romantisme. Graaf d'Ursel laat op de Wijngaardberg een wijngaard van 32 hectaren aanleggen. Uit die periode dateert ook de Stenen Muur, ooit gebouwd om de druivenranken te beschermen tegen koude noorderwinden. Hij was oorspronkelijk 1,5km lang, tot 2 meter hoog en 1,7 meter breed. De opbouw gebeurde met schollen ijzerzandsteen. Wat nog rest is nu een beschermd monument.
> Tegen 1865 is de wijngaard op de Wijngaardberg echter alweer verdwenen. Tijdens het interbellum wordt vooral de aanleg van fruitboomgaarden een succes. Het is wachten tot 1970, wanneer onder impuls van heemkundigen weer wijngaarden in cultivatie worden gebracht. Sindsdien gaat het weer bijzonder goed met de Hagelandse wijndruif. De wijngaarden die we hier zien op de zuidhelling van de Wijngaardberg werden aangelegd vanaf 1999.
> De voor Vlaanderen exotische perceptie van eigen wijnbouw noopt verschillende liefhebbers van wijn tot het zelf ontwikkelen van een wijngaard. De druiventelers gaan er vandaag prat op deel uit te maken van het meest noordelijke gebied van wijnbouw, hun wijn is bij uitstek een visitekaartje voor het Hageland. De Hagelandse wijn draagt vandaag ook het label van 'appelation controlée'.
> Waarom we de Hagelandse wijngaarden vooral op zuidelijk gerichte hellingen aantreffen, ligt voor de hand: de bodem slorpt veel meer warmte op. Je merkt ook duidelijk een temperatuurverschil als je op een warme dag te voet over een van de zuiders gerichte hellingen wandelt. De arme ijzerzandsteengrond met leem geeft aan de wijn een diepere kleur en een sterkere smaak, hoewel de opbrengst aan druiven wellicht kleiner is dan wanneer je de ranken in vruchtbaardere grond zou planten.
> Wil je eens een Hagelands wijntje proefen, dan kun je terecht in het bezoekerscentrum voor Hagelandse wijn te Wezemaal of in sommige horeca-zaken onderweg.
> Meteen een eerste etappe waar erg veel variatie in zit. We duiken de geschiedenis in met koene ridders en molenaars bij het kasteel van Horst, de Orleanstoren van Aarschot en de Moedermeule van Gelrode. Op de Hagelandse ijzerzandsteenheuvels zitten we volop tussen de wijnranken en fruitbomen. Tussenin kleine, verrassende natuurgebieden zoals de Liedeberg en 's Hertogenheide.
> Sint-Pieters-Rode (Horst) en Aarschot zijn verbonden met bussen via De Lijn 310 Aarschot - Leuven. Bestudeer even de kaart om de precieze ligging van de halte te Sint-Pieters-Rode te vinden: Halte Sint-Pieters-Rode Horst ligt op 600 meter van het kasteel. Meest praktisch gelegen treinstations in de regio zijn die van Leuven en Aarschot. Onderweg langs deze etappe heb je horeca te Horst, bij de Moedermeule en te Aarschot.
> Bij het kasteel van Horst ligt een GR-kruispunt van Streek-GR Hageland met GR 512 Vlaams-Brabant.
Kasteel van Horst
Hagelandse wijngaard
De bijna 200 jaar oude 'Stenen Muur'
's Hertogenheide
Atalante zonnend op warme Hagelandse ijzerzandsteen
Aurelianustoren
Onderweg naar de Aurelianustoren tijdens de lente
's Hertogenheide, bloeiende heide in augustus
Moedermeule
Onderweg tussen natuurgebied en appelaars
op de Wijngaardberg
Tussen de appelaars op de Wijngaardberg
GR Hageland door een wijngaard
Hagelandse druiven
Brede wespenorchis
Natuurreservaat Beninksberg
Langs fruitbomen op de flank van de Beninksberg
Onderweg langs de Winge
Blauwe reiger
Kasteel van Horst
Kasteel van Horst, de vijfhoekige binnenplaats
> Hier houden we het voor bekeken voor deze eerste kennismaking met Streek-GR Hageland. Achter de Aurelianustoren dalen we over trappen af naar het Aarschotse centrum om er de trein te nemen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

GR Hageland(153 km)