>
Alle dagvlinders op deze pagina zijn gefotografeerd langs GR57 of het Sentier
du Nord. Het is zeker geen complete verzameling, maar het geeft wel een mooi
beeld van wat er zoal rondfladdert op een zonnige dag langs het pad.
VLINDERS
(Dank aan Anne, Martin en Bert van het Vlinderforum
om de determinaties te contoleren en bij te sturen.)
>
Gehakkelde aurelia (Polygonia c-album) GR57
Soy. 'Gehakkeld' omwille van de onregelmatige vorm van zijn vleugels, een camouflagemiddel
bij het overwintereren tussen afgevallen bladeren. Met gesloten vleugels ziet
de vlinder er donkerbruin uit. Op deze foto voedt de gehakkelde aurelia zich
met nectar van de bloemen van leverkruid.
>
Gewone netelmot (Pleuroptya ruralis) GR57 Ollomont.
Een onopvallende verschijning maar in feite komt hij algemeen voor, soms lokaal
zelfs in zeer grote aantallen. Een zomervlieger die tot de nachtvlinders behoort
maar ook wel overdag aktief is.
>
Bruin blauwtje (Aricia agestis) GR57 Wéris.
Lijkt erg op het vrouwtje van het Icarusblauwtje. Een klein en onopvallend vlindertje
>
Kleine ijsvogelvlinder (Limenitis camilla) GR57 Morville. Een zeldzame en vrij grote vlinder. Over zijn donkere vleugels loopt een brede witte band. Te zien bij bosranden, langs bospaden of in niet te dichte bomenbegroeiing.
>
Koninginnepage (Papilio machaon) GR57 Sart-Tilman.
We openen met de queen der vlinders, misschien wel de mooiste die hier voorkomt.
Vooral in open en heuvelend grassenlandschap. Waarnemingen variëren sterk
van jaar tot jaar, afhankelijk vooral van de weersomstandigheden
>
Spaanse vlag (Euplagia quadripunctaria) GR57
Sart-Tilman. In feite een nachtvlinder, maar ook overdag aktief. Dit kleurrijke
ruimteschip is een echte exoot. Het is een variante van deze vlinder die op
Rhodos de bij toeristen populaire Butterfly Valley bevolkt. Hij heeft maar een
korte levensduur van enkele weken in hoogzomer. De Ardennen en Limburg vormen
zowat de meest noordelijke lijn voor de Spaanse vlag. Hij lijkt wel licht in
opmars bij ons.
>
Distelvlinder (Cynthia cardui) GR57 Soy. Een
trekvlinder afkomstig uit de landen rond de Middellandse Zee. Wellicht door
het warmere klimaat gedijt de distelvlinder goed in onze streken, hij is dan
ook regelmatig waar te nemen. De exemplaren die niet terug naar het zuiden vliegen
sterven hier in herfst van koude en vocht.
>
Dagpauwoog (Inachis io) GR57 Cetturu. Eén
van de meest algemene vlinders. De 'ogen' hebben een afschrikfunctie voor vijanden.
Hij overleeft bijna een jaar lang, 's winters in schuren en zolders. Hij komt
talrijk voor, wellicht ook omdat hij weinig kieskeurig is om nectar te vinden
en omdat de rupsen op verschillende planten leven.
>
Boomblauwtje (Celastrina argiolus) GR57 Soy.
Redelijke algemeen voorkomend. Het boomblauwtje is geen moeilijke eter: Hij
voedt zich aan allerlei bloemen, zoals hier op boerenwormkruid. In één
jaar kunnen 2 à 3 generaties tot ontwikkeling komen.
>
Groot dikkopje (Ochlodus faunus) GR57 Sart-Tilman.
In rust zijn de voor-en achtervleugels van dit dagvlindertje soms opvallend
gescheiden (zoals op de foto), dit om het maximum aan zonnewarmte op te nemen.
Op de foto een mannetje, herkenbaar aan de zwarte geurstreep op de vleugels.
Vooral in juni-juli kan je hem tegenkomen.
>
Kleine vos (aglais urticae) GR57 Cetturu. Tesamen
met het koolwitje misschien wel de meest voorkomende vlinder hier. Met zijn
opvallende kleuren is hij gemakkelijk te onderscheiden. Hij is ook een overwinteraar
in onze streken en zoals wel meer vlinders kiest ook hij de brandnetel uit als
favoriete plaats om eieren te leggen.
>
Klein koolwitje (Pieris napi) GR57 Plainevaux.
Eén van de meest voorkomende vlinders.
>
Landkaartje (Araschnia levana) GR57 Plainevaux.
Hij dankt zijn naam aan het ingewikkelde lijnenpatroon op de achterkant van
de vleugels. De lentegeneratie ziet er heel anders uit, veel meer oranje gekleurd.
Dit is er ééntje van de zomergeneratie. Hij kiest altijd witte
bloemen uit om nectar uit te puren. Vroeger zeldzaam maar nu kom je hem al vrij
vaak tegen.
>
Hooibeestje (Coenonympha pamphilus) GR57 Melines.
Net zoals bij de dagpauwoog heeft het 'oog' vooral een afschrikfunctie tegenover
vijanden, zoals vogels. Hier is hij gefotografeerd bij een haag in de buurt
van uitgestrekt droog grasland. Hij vliegt zowat het hele jaar, behalve 's winters
en komt algemeen voor.
>
Kleine vuurvlinder (Lycaena phlaeas) Sentier
du Nord Clervaux. De eerste generatie vliegt uit in mei/juni. Het is echter
vooral vanaf eind juli, als de tweede generatie uitvliegt dat de kleine vuurvlinder
makkelijk waar te nemen is.
>
Kolibrievlinder (Macroglossum Stellatarum) Sentier
du Nord, Diekirch. Deze exoot is een speciaal geval. In feite een nachtvlinder
die ook overdag aktief is. Hij komt van de Middellandse Zee ieder jaar overgevlogen
en overleeft de winter hier maar zeer zelden. De foto is onscherp omdat de kolibrievlinder
zo moeilijk te fotograferen is: Hij zit bijna nooit stil en bovendien bewegen
zijn vleugels aan een snelheid die het oog niet kan volgen. Hij heeft nog meer
gemeen met de gelijknamige vogelsoort. Met een tong die langer is dan de rest
van zijn lichaam slaagt hij er in om diep in kelkvormige bloemen nectar op te
zuigen, zoals hier op een petunia, midden in het stadscentrum van Diekirch.
Sommige jaren zijn er nog niet eens 200 waarnemingen van deze vlinder in België,
hoewel het warmere klimaat in zijn voordeel lijkt te spelen. De laatste jaren
wordt hij meer waargenomen.
>
Atalanta of admiraalvlinder (Vanessa Atalanta)
GR57 Gouvy. Een zuidelijke trekvlinder die hier moeilijk overwintert. De eerste
overvliegers leggen in de lente eitjes op brandnetels. Vanaf juli vliegt de
eerste inheemse generatie uit, maar de atalanta is vooral talrijk waar te nemen
in de vroege herfst bij rottende vruchten onder fruitbomen.
>
Oranje zandoogje (Pyronia tithonus) GR57 Soy.
Het zandoogje verzeild graag in groepen van enkele tientallen soortgenoten.
Je komt ze vaak tegen langs open bospaden en in hagen. Hij haalt graag nectar
uit kruidige bloemen, zoals hier op leverkruid. Het is een echte zomervlieger
(juli-augustus) die van veel zon houdt.
>
Citroenvlinder (Gonepteryx rhamni) GR57 Ollomont.
De bladvormige vleugels vormen een uitstekend camouflagemiddel voor deze mooie
inheemse vlinder als hij rust. In de bladvorm zijn zelfs mooi de bladnerven
verwerkt. Hij kan zowat het hele jaar worden waargenomen, bahalve in de winter.
Enkel de mannetjes zijn getooid in citroengeel, de wijfjes zijn wat lichter
van kleur.
>
KLeine parelmoervlinder (Issoria lathonia) GR57 Wéris.
De verschillende soorten parelmoervlinders zijn niet altijd vlot van elkaar te onderscheiden. Opvallend bij de kleine parelmoervlinder zijn echter de grote witte vlekken, 'spiegels', aan de onderkant van de achtervleugels.
>
Keizersmantel (Argynnis paphia) GR57 Wéris.
Eén van de allergrootste vlinders van de Ardennen. Deze forse knaap tref je aan langs bosranden en langs brede bospaden waar een veel bermbloemen zijn. Hij vliegt aan hoge snelheid heen en weer en omhoog en omlaag. Een prachtige verschijning.
©
Luc Selleslagh 2007 - 2021 Trekkings.be