Gaume Buissonnière (225 km)
> Alle dagvlinders op deze pagina zijn gefotografeerd langs het traject van de 206 km lange Gaume Buissonnière. Het is zeker geen complete verzameling, maar het geeft wel een mooi beeld van wat er zoal rondfladdert 's zomers op een zonnige dag langs dit wandelpad.
VLINDERS
> Kleine vos (aglais urticae) G.B. Couvreux. Tesamen met het koolwitje misschien wel de meest voorkomende vlinder hier. Met zijn opvallende kleuren is hij gemakkelijk te onderscheiden. Hij is ook een overwinteraar in onze streken en zoals wel meer vlinders kiest ook hij de brandnetel uit als favoriete plaats om eieren te leggen. Dit exemplaar is helaas stervende, overreden door een auto.
> Landkaartje (Araschnia levana) G.B. Forêt de Rulles. Hij dankt zijn naam aan het ingewikkelde lijnenpatroon op de achterkant van de vleugels. De lentegeneratie ziet er heel anders uit, veel meer oranje gekleurd. Dit is er ééntje van de zomergeneratie. Hij kiest altijd witte bloemen uit om nectar uit te puren. Vroeger zeldzaam maar nu kom je hem al vrij vaak tegen, soms zoals hier in hele groepen.
> Keizersmantel (Argynnis paphia) G.B. Torgny. Eén van de mooiste en grootste vlinders van de Gaume. Het is een wilde vlinder die aan hoge snelheid vliegt en zich zowel horizontaal als vertikaal erg snel verplaatst. Zijn ernergie haalt hij uit oa nectar van marjolein (foto). In Vlaanderen komt deze vlinder zeer zelden voor maar in de Gaume zag ik hem verscheidene keren, telkens aan de rand van hoog bos of open plekken in hoog bos. Hij lijkt nogal te rusten hoog op het gebladerte van bomen om dan plots weer snel te dalen op patrouille naar bloemen en soortgenoten. Enkel één generatie per jaar vliegt er uit en vooral juli is de maand om hem te observeren. In Vlaanderen met uitsterven bedreigd.
> Groot dikkopje (Ochlodus faunus) G.B. Torgny. Op een beemdkroon. In rust zijn de voor-en achtervleugels van dit dagvlindertje soms opvallend gescheiden, dit om het maximum aan zonnewarmte op te nemen. De rode bolletjes zijn nectar afkomstig van een onbekende plant. Vooral in juni-juli kan je hem tegenkomen.
> Groot geaderd witje (Aporia crataegi) G.B. Torgny. Een van de meest fotogenieke vlinders in België.
> Bruin zandoogje (Maniola jurtina) G.B. Montquintin. Een echte zomervlieger, hij houdt dus van warmte. Vooral in juli zie je hem. Vliegt op halfopen en ruiger grasland. Hij lijkt wat op het hooibeestje, maar hij is een stuk groter en de binnenkant van zijn vleugels is hoofdzakelijk bruin, vandaar de naam.
> Icarusblauwtje of Adonisblauwtje. Te verifiëren.
> Klein geaderd witje (Pieris napi) G.B. Musson. De rupsen van dit witje hebben niet de schadelijke reputatie die andere witjes hebben door koolplanten aan te vreten. Dit witje met opvallende, licht bestuifde 'aders' heeft geen zwarte vlek centraal op de vleugel, enkel de vleugelrand bovenaan is zwart. Hij prefereert een biotoop van grasland en bosrand.
> Sint-Jansvlinder (Zygaena filipendulae) G.B. Devant Prochene. Op een beemdkroon. Ook wel 'bloeddropje' genaamd, de reden ligt voor de hand. Hij onderscheidt zich door 6 rode vlekken op elke vleugel, die een afschrikeffect moeten creëren. Het is geen fantastische vlieger, hij verplaatst zich nogal traag. Je kan hem overal tegen komen, maar vooral op niet te hoog grasland met veel klaver, beemdkroon, enz.
> Zilveren maan (Boloria selene) G.B. Halanzy. Lijkt erg op enkele andere soorten parelmoervlinders. Vrij zeldzaam, het gaat niet zo goed met de populatie van de vlinders. Hij wordt als uitgestorven beschouwd in Vlaanderen. Hier in de Gaume kan je hem af en toe nog zien. Hij is vrij honkvast. Waar ik hem zag vloog hij steeds op en af over hetzelfde gebied.
Dambordje (Melanargia galathea) G.B. Lamorteau. Een vlinder die zich in de Gaume erg thuis voelt, in Vlaanderen komt hij zeer zelden voor. Op de droge, warmere graslanden van de Gaume vliegt hij onrustig rond zonder lang stil te zitten. Door zijn hoge energieverbruik heeft hij dus ook veel nectar nodig. De naam van de vlinder heeft uiteraard te maken met de witzwarte vakjesverdeling op zijn vleugels. Er vliegt slechts 1 generatie per jaar uit, rond juli.
> Veldparelmoervlinder (Melitaea cinxia) G.B. Halanzy. Een vlinder die houdt van bloemrijke graslanden. Ook al een vlindersoort waarvan het aantal drastisch is afgenomen. In Vlaanderen komt hij nog op slechts 2 plaatsen voor. Hij houdt van nogal schraal kalkgrasland.
> Hooibeestje (Coenonympha pamphilus) G.B. Torgny. Net zoals bij de dagpauwoog heeft het 'oog' vooral een afschrikfunctie tegenover vijanden, zoals vogels. Hier is hij gefotografeerd in het kalkgrasland van Torgny, maar hij vliegt graag rond hagen. Hij haalt de laatste nectar uit de bloem van een kleine pimpernel. Het hooibeestje vliegt zowat het hele jaar, behalve 's winters en komt algemeen voor.
> Voorjaarserebia (Erebia medusa) G.B., Torgny.
> Tweekleurig hooibeestje (Coenonympha arcania) G.B., Torgny.
> Groot koolwitje (Pieris brassicae) G.B., Couvreux. De grootste uit de koolwitjesfamilie. Veel voorkomend, maar minder frequent dan het kleine koolwitje. Berucht voor de rupsen die leven op de bladeren van onder andere witte kool en deze planten daardoor behoorlijk beschadigen. Hij is dan ook weinig populair bij boeren en tuinierders.
> Bont dikkopje (Carterocephalus palaemon) G.B. Torgny
> Aardbeivlinder (Pyrgus malvae) G.B. Torgny
> Kalkgraslanddikkopje (Spialia sertorius) G.B. Torgny
> Koevinkje (Aphantopus hyperantus) G.B. Les Epioux. Op de achterkant van zijn vleugels bevinden zich een aantal 'ogen' die roofdieren moeten afschrikken. Dit is wellicht een mannetje omwille van zijn erg donkere kleur. Hij lijkt vooal een omgeving van struikgewas van onregelmatige hoogte en bij bos gelegen te prefereren. Er komt slechts 1 generatie van de vlinder uit, je ziet hem vooral in juli.
> Bont zandoogje (Pararge aegeria) G.B. Marbahan. Dit vlindertje zijn favoriete speeltuin is bos of bosrand. Ze fladderen vooral rond op plaatsen waar schaduw en zonnestralen sterk afwisselen, zoals langs bospaden. Je komt hem dus zeker tegen op een zonnige dag in een bosrijke omgeving. Het zijn overwinteraars die van de vroege lente tot diep in de herfst voorkomen. Hij leeft ongeveer 3 weken.
Startpagina > Wandelen > Gaume Buissonnière