Startpagina > Wandelen > Mol-Om
> De kanaalbrug van Mol-Gompel over en aan de overkant van het kanaal Dessel - Kwaadmechelen eerste straat rechts in en verderop meedraaien naar links door de cité van Glaverbel. We komen langs wel een heel speciaal gebouw, het zogenaamde 'casino' van Gompel.
> De officiële startplaats ligt niet in het centrum van Mol maar bij de sportterreinen en de sporthal Den Uyt van Mol, op 600 meter van de Markt. Tegenover de cafetaria van de sporthal staat een oude, houten Mol Om wegwijzer en wat verder staat een nieuwer bord van de Mol-Om.
> Van aan de sporthal Den Uyt zie je de kerktoren van Mol boven de bomen pieken, de geel-rode streepjes brengen je over de Kleinendijk langs de Molse Nete en link over de Rivierstraat (even afwijken van Mol-Om) dan ook op een goeie 5 minuten op de toch wel mooie Markt van Mol.
> Zoek nu weer het traject van Mol-Om op: met aanblik richting oude gemeentehuis ga je schuinrechts, naast het kerkgebouw om naast restaurant 'Onder den Toren' rechts een wandelpad op te pikken tot bij de Wandelweg langs de Molse Nete waar je weer over Mol-Om naar links kunt vervolgen. Die Molse Nete is de belangrijkste zijrivier van de Grote Nete. Hier in het centrum van Mol is het eerder nog een beek dan een rivier.
> Bij de eerste wegkruising rechts de Hofstraat in. Helemaal rechtdoor tot bij de Zuidelijke Ringweg waar we rechts het fietspad nemen, dat via een tunnel deze ringweg kruist.
> Weer bovengronds wandel je langs de mooie Sint-Antoniuskapel om 50 meter verder links de Lieven Heerstraat te nemen. Deze volgen we lange tijd, ook als ze op het einde van de woonwijk overgaat in steenslagweg en we in bos lopen. Zowat 1,2 km rechtdoor.
> De spoorlijn over en niet de fietssnelweg nemen maar eveneens rechts de Molderloopstraat. Na de eerste huizen links bos in en 150 meter verder nogmaals links. We komen in een nattere zone en volgen weer de grillige loop van de Molse Nete tot bij het jaagpad langs het kanaal Dessel – Kwaadmechelen. Links hier, het geasfalteerde jaagpad wordt ook druk door fietsers gebruikt maar onderweg kunnen we ook een parallel paadje volgen tot bij de brug van Mol-Gompel bij de fabrieksgebouwen van Glaverbel. Onderweg een gevarieerde plantengroei langs de berm 's zomers, vooral het zandblauwtje voelt zich op deze bodem erg thuis.
> Als de asfaltweg voorbij het casino dan een bocht maakt naar links gaan we echter rechtdoor over een graswegje achter de huizen. Verder naar links en we volgen nu een hele tijd een traject over snel wisselende paden en straten door oa een villawijk.
> We steken de spoorweg over om een wijkweg rechts te nemen. Deze wat monotone villastraat met de naam Berkenbos volgen we helemaal tot het einde. Op de T-splitsing daar naar links (Berkensingel) om een gemeenschappelijk traject te volgen met de middenronde van Mol. Een traject om er de volgende kilometer de pas in te houden, er valt niet veel te beleven.
> We wandelen door een woonwijk van Wezel. In bos aangekomen nemen we wat verder rechts een mooie grassige bosweg. Kort daarna kruisen we de Scheppelijke Nete. Een plek die te uitnodigend was om me niet even in de graskant te gooien na de eerste 10 km van de zuidelijke wandelronde. Vreemde naam voor een riviertje. Heeft waarschijnlijk niks te maken met 'schepping' maar eerder met het oude woord 'skaepa', een term die op een overstromingsgebied wijst. De Scheppelijke Nete treedt trouwens al eens buiten haar bedding. Ze ontstaat uit natte gebieden tussen Wezel en Blauwe Kei en vervoegt de Oude en Molse Nete te Mol.
> Over een 'onverharde weg' met betonplaten in, komen we langs de Mora-fabriek. Er hangt een vieze stank, alvast geen reclame voor wat Cora van Mora allemaal aan separatorvlees in haar frituursnacks draait. Deze fabriek sloot echter in de loop van 2025. De weg oversteken, rechtdoor langs nog een paar bedrijven tot bij het kanaal Dessel – Kwaadmechelen. Hier De brug onder en het jaagpad volgen in noordelijke richting tot de volgende brug. Einde van het gemeenschappelijk traject met de middenroute van Mol-Om.
Buitengoor
> Rechts van ons ligt het omheinde natuurgebied 'Buitengoor', gelegen tussen de recreatiegebieden Zilvermeer en Zilverstrand. Helaas is dit door Natuurpunt beheerde gebied helemaal afgerasterd. Om de ingang te vinden moet je kilometerslang omlopen, geen optie.
> Dit natuurgebied bestaat vooral uit een grote brok Kempens laagveen, vooral gevormd door kwelwater. Dat licht kalkhoudende en zurige water zorgt voor een bijzondere plantengroei waaronder zeldzame soorten. Wandelen door het Buitengoor kan best worden gecombineerd met een bezoek aan het ecocentrum, maar is dus enkel te bereiken via de andere zijde.
> We moeten nu de drukke weg nog een kleine km volgen over het fietspad. Aan de linkerzijde passeren we een picknickbank en kleine parking, 'het mountainbeukenplekske'. Nog even verder langs de drukke weg en bij de eerste huizen rechts over een pad.
> Ook de Sluisbrug wandelen we onder en 100 meter verder gaan we rechts weg van het kanaal om zo de Sluisbrug op te draaien en het kanaal Dessel – Kwaadmechelen over te steken. Op minder dan 1 km ligt het provinciaal recreatiedomein Zilvermeer (overnachting?) maar we blijven dus op de zuidelijke ronde van Mol-Om en steken het het kanaal over.
> We moeten nu de drukke weg nog een kleine km volgen over het fietspad. Aan de linkerzijde passeren we een picknickbank en kleine parking, 'het mountainbeukenplekske'. Nog even verder langs de drukke weg en bij de eerste huizen rechts over een pad.
> Nu volgen ter compensatie van al de verharding 2 mooie kilometers Mol-Om. We lopen langs percelen wei en bos en door dichter bos tot bij een walgracht. Ideaal om de wandelvoeten even te verfrissen. Links hier, een tijdje langs die brede gracht met helder water. We draaien de volgende kilometer steeds met het hoofdpad mee en negeren dus nogal wat padsplitsingen onderweg. Als we dan in de buurt van bewoning op een verharde weg komen gaan we scherp rechts en na 200 meter kiezen we bij de V-splitsing de linkse privé-weg. We komen hier bij de verkavelde meeroevers van Miramar.
> Verder rechtdoor, we steken de brede beek Breiloop over en komen weer op een T-kruising. Links daar en de volgende kilometers volgen nog een pak splitsingen en richtingveranderingen. Volg in de eerste plaats goed de padmarkering hier.
> We lopen ook vaak samen met een pad dat is aangeduid met een oranje zeshoekje. Ook opletten onderweg om een onopvallende paadje niet te missen. Het bos is vooral beplant met grove den, Corsicaanse den, zomereik en Amerikaanse eik. Op een steenslagweg gekomen gaan we rechts. Die volgen we een tijdje tot we op een betonbaantje komen met een rij huizen. Rechts hier, bij het laatste huis gaat het beton over in een steenslagweg langs de bosrand met links van ons een grote paardenweide. We omcirkelen de weide en door een grassige en met eiken afgelijnde dreef bereiken we de Bleken.
> De Naam 'Bleken' heeft mogelijk te maken met de kleur van de grond hier. Oorspronkelijk was het hier allemaal heidegebied. Vooral in de 20ste eeuw werden hier massaal dennen aangeplant. Bij een Mariakapelletje en rustbank naar rechts. De met es en eik afgelijnde dreef leidt ons naar de Kastelse Baan. Even 30 meter links daar en onmiddellijk weer rechts.
> We lopen nu door een erg brede oude dreef die is afgelijnd met Amerikaanse eik. Langs de kant groeien opvallende veel en verschillende paddenstoelen. Ik vond er mooie doolhofzwammen, veel eekhoorntjesbrood, boleten, amanieten en russula's. We komen aan een hek. Rechts ligt de Europese school maar we gaan links om wat later in een sjieke woonwijk te komen. Rechtdoor hier.
> 's Zaterdags overheerst hier het lawaai van grastractoren en zoemende grasrobots. Het is nogal een belachelijk zicht om overal die luie en lawaaierige bewoners te zien rondjes draaien op hun gazon. Net voor de Kievitstraat een flauwe bocht naar links maakt gaan we rechts een steenslagweg in, de Spechtstraat. Die draait 90° verderop en kort daarna vervolgen we rechts over smaller pad. Links op het einde daarvan. De steenslagweg wordt al vlug asfalt en we lopen weer langs huizen.
> Op een viersprong scherp rechts. Een eind verder draaien we naar links en op het einde daarvan nogmaals links. We houden die richting nu langere tijd aan. Even later kruisen we de weg 'Stokt'. De Eksterstraat komt verderop aan de Koekoekstraat bij het pestkapelletje van Millegem. De geschiedenis ervan gaat wellicht terug tot de 17de eeuw, een tijd waarin de pest nog af en toe de kop opstak. Over de eeuwen heen werd deze kapel verschillende keren herbouwd en gerestaureerd.
> We steken immers de N103 (Ezaart) NIET dadelijk over maar gaan links over een betonbaantje en omcirkelen nog even wat huizen om dan verderop toch de N103 te rechtstreeks te kruisen. Aan de overkant loopt een brede steenslagweg die eerst de mooie Molse Nete kruist en daarna bij de zeer snelle N71 (Zuiderring) komt. Aandachtig oversteken.
> Rechtdoor en bijna dadelijk rechts (Veltjensstraat). Eerste bospad links en we flirten nu een hele tijd met de grens tussen de gemeente Mol en de stad Geel (de wijk Bel). Via verkaveld bos en de straat Bel, komen we op het Volmolenpad / Volmolenweg, even verhard maar al snel een brede zandweg. Ter hoogte van een bivakterrein voor groepen nemen we het tweede zandpad links. We trekken hier door een gebied van oude landduinen.
> We passeren het terrein van de Kempense modelvliegtuigclub en na een padenkruising en een paar weiden. gaan we 200 meter verder rechts - links om op de Molsebaan / Oude Tramstraat rechts te gaan over 100 meter. Links de Greesloopstraat in. Al snel verandert deze in een zandweg die uitloopt op de verkeersweg Grees. Rechtuit verder en bij de eerste gelegenheid links een straat in (Karrestraat). Blijven volgen tot op een T-kruising waar je rechts gaat, op het einde meedraaien naar rechts en zo kom je weer op de verkeersweg Grees ter hoogte van weekendcafé 't Cafeeke.
> Links op de verkeersweg en na 350 meter rechts (Schepershoekenweg). Dag weggetje draait nogal en na 450 meter links de Ericastraat in. We kruisen nogmaals de verkeersweg Grees en rechtdoor vervolgen we nu een hele tijd over de straat Kneveloord. Net voorbij een paar grote betonnen stallen voor pluimvee aan onze linkerzijde gaan we links een onverhard pad dat grotendeels langs bosrand of in bos zal lopen. We kruisen na 400 meter de Bremdoornstraat en nog 350 meter verder de Grensstraat. Steeds rechtdoor tot bij tennis- en padelterreinen. Links-rechts tussen een industrieel terrein de sportterreinen door.
> Aan de achterzijde van de tennisvelden komen we in bosrijk recreatiegebied. Er loopt hier een een wirwar aan paden. Let goed op de bewegwijzering van Mol Om. Je zou moeten belanden in de straat Kruisven, waar je langs de gebouwen van het Technisch Instituut Sint-Paulus wandelt. Niet rechts langs de Carrefour Market maar links om dan de eerste straat rechts te nemen (Herdersstraat).
> Na 100 meter links (Hemelrijkstraat) helemaal tot het einde (1 km). Daar rechts om de Zuiderring over te steken. Onmiddellijk rechts over de parallelle Sint-Jansstraat (fietspad) en na 400 meter links het Heidepad inslaan. Het voert ons naar de Oude Nete, die we naar rechts even volgen.
>Via een brug belanden we wat verder aan de overzijde van de Oude Nete en zijn we meteen ook weer aangekomen bij de sportterreinen van Den Uyt, waar onze 49 km lange zuidelijke tocht van Mol-Om begon. Voilà, een lange etappe, even uitblazen in de cafetaria van de Sporthal, waar de uitbaatster nog nooit van Mol Om heeft gehoord, ondanks de wegwijzer voor haar deur.
Sporthal Den Uyt van Mol, startplaats Mol-om
> Meteen een stevige afstand, met 49 km is de zuidelijke ronde van Mol-Om veel langer dan de andere twee maar dit zijn niet de Ardennen. Je kan hier vlot doorstappen. 49 km is wel iets voor de ultrastapper, met weinig tijd om onderweg te genieten van landschappen of een caféterras. Beter misschien om deze ronde in twee te delen. De zuidelijke ronde is ook de meest afwisselende qua landschap. Er zit vanalles bij: het centrum van Mol zelf, jaagpaden,waterplassen, industriële geschiedenis, versnipperd bos. Minder leuk is dan weer dat er veel verharde straten bij zijn dan op de 2 andere delen, soms wandel je helaas een paar kilometer nonstop over asfalt. We wandelen deze ronde in tegenwijzerzin! Gebruik je een GPS-track dan moet je dus mogelijk het routeverloop omkeren.
> Een teleurstelling om hier te wandelen. Op de topokaart zag het er anders aantrekkelijk uit: Ik keek er naar uit om hier langs de oevers tussen meren in te wandelen. Niks van. Het bordje 'privé-weg' geeft al dadelijk het gevoel dat je hier eerder een indringer bent. Het wegje zelf - dat we maar liefst 2 kilometer volgen - is rechts afgeschermd van de parallelle verkeersweg door een hoge muur in de vorm van een haag. Aan de andere kant is het een oplijning van huisachterkanten en garageboxen. Een typisch voorbeeld van Vlaamse koterij in de meest uiteenlopende bric à brac, van pompeus tot bunkerachtig. Wat ik in gedachten had als één van de leukere delen van Mol-Om werd net één van de dieptepunten.

> Bij het laatste huis (eindelijk) nog even rechtdoor over de parallelle verkeerweg tot bij de drukke weg Dessel-Mol. Daar 150 meter naar links en dan rechts de Emiel Becqaertlaan in. We zijn in Mol-Donk.
> Steeds maar rechtdoor, langs de kerk van Donk en verder. Op den duur loopt de Beqaertlaan uit in in bos dat blijkbaar tot het domein van het atoomonderzoekscentrum van Mol hoort. Rechts even een doorkijkje op de buitenwand van de reactor. Op een kruispunt heb je rechts op enkele honderden meters de ingang van het onderzoekscentrum.
> We wandelen op dit punt (Boeretang) echter rechtdoor en volgen het brede bospad nog een heel eind verder tot we op een T-komen. Rechts hier en onmiddellijk links. We blijven iets verder links meedraaien en in een volgende bocht naar rechts verlaten we het hoofdpad om rechtdoor over een aanvankelijk wat grassig pad (dat is afgelijnd met echte guldenroede in september) om zo dadelijk weer in bos te komen.
De oude Mol-Om wegwijzer kan een wat kleuriger likje verf gebruiken
Boerenkrijgmonument / rest schandpaal
Zandblauwtje
Het Buitengoor
> Sinds 2025 gaat Mol-Om hier niet langer rechtdoor maar we gaan linksaf in de Koekoekstraat. Een extra 3,3 km waarvan ik de meerwaarde niet begrijp, temeer daar je begint met 1,3 km verharde, vrij monotone weg. Daarna neem je een veldweg rechts die in bochten naar een spoorlijn slingert. Nu wandel je ongeveer parallel met de spoorlijn, gedeeltelijk over de fietssnelweg tot je weer het punt bereikt waar je links via een overweg de spoorweg kunt kruisen. Hier vinden we weer aansluiting met het langer bestaande traject van Mol Om.

> We zijn weer op de Eksterstraat! Na een bocht, nog een eind verder, komt de Eksterstraat dan bij de Geelsebaan waar we links vervolgen. De volgende 2 kilometers zigzaggen we wat door wijken. Uiteindelijk arriveren we op de parking van café 'De Oude Jager', gelegen aan de N103. Even links voor een drankje én een stempel van Mol-Om? Dan een paar tientallen meters terugkeren op je stappen.
Jaagpad kanaal Dessel - Kwaadmechelen
Paarse schijnridderzwam

Langs de Oude Nete

De Molse Nete

Pestkapel van Millegem

Doolhofzwam
Eekhoorntjesbrood
In de omgeving van atoomonderzoekcentrum
De brug van Gompel en AGC Glass Europe
Mol centrum: Sint-Pieterskerk en oude gemeentehuis
Mol-Donk
> Het dorp Donk ontwikkelde zicht te samen met de succesvolle industriële vestingen bij het Kempens Kanaal. De Emiel Becqaertlaan, die we lange tijd volgen, dankt haar naam aan de man die mee aan het ontstaan van de arbeiderswijk lag, tevens baas van het zandbedrijf Sablières et Carrières Réunies (SCR) dat sinds 1872 in Mol aan zandwinning doet. Rond 1900 ontwikkelde de woonkern. De kerk werd opgetrokken kort na WO II, op een bomkrater.
> De Molse zandwinning trok ook heel wat andere bedrijven aan. Tussen het huidige Donk en de kanaaloever kwamen zich in de eerste helft van de 20ste eeuw cement- en glasbedrijven vestigen. Het bekendste bedrijf was zeker Verlipack, dat 77 jaar flessen maakte te Mol-Donk en uiteindelijk failliet ging in 1999, nadat industrieel magnaat Roger de Clerck, de beruchte Westvlaamse 'Boer Clerck', het bedrijf had leeggezogen. Het grote terrein dat achterbleef na dat failliet, werd na lange leegstand ingenomen door verschillende ander bedrijven en staat nu bekend als 'Verlipark'. Industriële milieuvervuiling was een probleem dat pas vanaf eind 20ste eeuw aux sérieux werd genomen, de site van Verlipack maar ook die van een failliet asbestbedrijf dienden grondig gezuiverd te worden.
> Het bedrijf van Becqaert waarmee het allemaal begon, SCR, bestaat na bijna 150 jaar nog, is ook nog steeds aktief in Mol en is inmiddels uitgegroeid tot de multinational SCR-Sibelco.
Mol
> Interessepunten voor een bezoeker aan Mol-centrum liggen vrijwel allemaal geconcentreerd aan en rond de markt. De naam Mol heeft niks te maken met het gelijknamige dier, hoewel de wandelclub WSV Mol ze als mascotte gebruikt in haar logo. In de gemeentenaam herken je ook het woord 'mul' en dat verwijst naar de bodem van 'mul zand', wellicht komt het woord uit het Germaans of Frankisch.
> De langwerpige, driehoekige vorm die je tot vandaag kunt herkennen in het marktplein, doet sterk vermoeden dat hier al een Frankische nederzetting was. Typisch voor die tijd was een driehoekige kern, een dries, afgelijnd en versterkt met woningen en afsluitingen en waarop 's nachts uit veiligheidsredenen het vee werd ingesloten.
> In de middeleeuwen ontwikkelde de Molse dries zich tot een bloeiende markt van landbouwprodukten, waarbij Mol vooral vermaardheid verwierf omwille van de wolhandel. Niet toevallig. De schrale gronden van 'mul zand' waren vooral bedekt met uitgestrekte heidelandschappen zodat massa's schapen alle ruimte en voedsel hadden en die graasgronden waren veelal gemeenschappelijk.
> Al in de 14de eeuw groeide Mol uit tot een centrum voor wol en er was ook een bloeiende lakennijverheid. De bevolking leefde grotendeels van wolweven. Na een woelige 17de eeuw was er in de 18de eeuw een sterke heropleving van die textielnijverheid. In de loop van de 19de eeuw ging het weer bergaf, omwille van toegenomen concurrentie (oa vanuit Verviers) en in Mol werd ook niet snel ingepikt op nieuwe technologie. Mechanisering werd eerder wantrouwig onthaald, waardoor de Molse weverij zichzelf uit de markt dreigde te duwen.
> Industrialisatie vindt op den duur toch doorgang. Tijdens het interbellum telt Mol zo'n 750 werknemers die in de wolsector actief zijn. Na WO II kon de Molse wolindustrie niet meer op tegen de sterke buitenlandse concurrentie met lagere lonen. De wolverwerkingsfabrieken sloten één na één. In de plaats kwam totaal andere industrie met als speerpunten zandwinning, glasbedrijven en nucleaire energie. Onrechtstreeks werden hierdoor ook recreatiemogelijkheden gecreëerd, met name bij de oude zandputten en langs de kanaaloevers.
> De toren van de Molse Sint-Pieter- en Pauwelkerk is laatgotisch, gebouwd in baksteen eind 15de eeuw. 55 meter hoog, vroeger zelfs 80 meter, tot hij door een brand na blikseminslag in 1765 werd ingekort. Zoals je zelf kunt zien is de kerktoren nu getopt met een spits die niet in verhouding staat met de rest van de kerk. In de toren is een Torenmuseum, met 5 verdiepen documenten en voorwerpen die zijn gerelateerd met de beiaard, de kerkschat en de toren zelf. Enkel te bezoeken met gids. Mol heeft trouwens nog een beiaardier die af en toe carillonmuziek over Mol laat galmen.
> De plaats waar het oude gemeentehuis werd opgetrokken in 1804 is wel opvallend: Plompweg op het marktplein, bonk voor de kerk. Geen toeval, met de Franse Revolutie moest duidelijk worden gemaakt dat een eind gekomen was aan de eeuwenlange ongebreidelde macht van kerk en adel. In het oude gemeentehuis is nu VisitMol gevestigd, hier kun je ondermeer de kaart van Mol-Om kopen voor 4 €. Hier is ook een historisch belevingscentrum gehuisvest. Een uitstekende eerste kennismaking met Mol, je kunt er ondermeer produkten bekijken die werden vervaardigd door de Molse industrie de voorbije eeuwen.
> Rond het marktplein liggen nogal wat 16de en 17de eeuwse huizen. Niet altijd herkenbaar als zo oud door sterke restauratie of verbouwingen in het verleden. Het grote gebouwencomplex waarlangs we over Mol-Om het marktplein naderden is het ROG, afkorting van 'Rijksopvoedingsgesticht'. In 1878 bouwden de Broeders van Liefde er een normaalschool. Eind 19de eeuw werd ze staatsbezit. De huidige gevel werd rond 1900 geplaatst, daarvoor moesten helaas een aantal oude gevels verdwijnen. Er werden jonge delinquenten evenals onder voogdij geplaatste kinderen 'heropgevoed' tussen 1923 en 1990. Een deel van de gebouwen wordt vandaag benut door de muziekacademie en andere verenigingen.
Eind 2010 werd beslist om de lelijke naam van 'rijksopvoedingsgesticht' te wijzigen naar 'De Zwaan', naar de naam van één van de oude huizen die destijds plaats ruimden voor het pompeuze gebouw.
> Langs de zijkant van de kerk staat naast het Boerenkrijgmonument nog een stuk van de oude schandpaal.
Gompel & Glaverbel
> Gompel groeide pas uit tot een dorp door de vestiging van de glasfabriek Glaver hier op braakland in 1920. De fabriek moet al van bij de start een onmiddellijk succes zijn geweest. In 1923 werd ze geopend en in 1926 was men al aan uitbreiding toe. In 1930 werd de kerk van Gompel ingewijd. Rond de fabriek zelf werd al van bij de aanvang een cité gebouwd, met huizen voor het personeel. De stijl waarin deze werden ontworpen wordt Biedermeier genoemd. In 1960 fuseerde Glaver met Univerbel tot de onderneming Glaverbel. In 1972 kwam Glaverbel in handen van Fransen en sinds 1981 is het Japans. De bedrijfsnaam Glaverbel is sinds 2007 veranderd in AGC Glass Europe. Er zijn zo'n 600 werknemers aktief in Gompel en tot vandaag wordt er vooral vlakglas gemaakt.
'Casino'
> Het merkwaardige 'casino' werd in Biedermeier-stijl gebouwd, in dezelfde periode dat de cité werd opgetrokken, tussen 1920 en 1930. Of het ooit als casino dienst deed is twijfelachtig. Het werd gebouwd als stijlvolle ontspanningszaal voor het personeel van Glaver en bood de mogelijkheid om gasten of gastarbeiders onder te brengen in kleine hotelkamers. Toen ik een eerste maal Mol-Om wandelde rond het jaar 2010 was het casino in erg vervallen toestand. Een prooi voor urbexers en pseudo-urbexers. De verklaring over hoe het zo ver is kunnen komen is nog triester.
> Het gebouw was tot 2000 eigendom van de vastgoedvennootschap van de familie Vansant. Die vennootschap werd door gewiekste oplichters meegesleurd in een frauduleus failliet in het jaar 2000. Het 'casino' komt zo in handen van een curator, die het doorverkoopt. Er zijn sterke aanwijzingen dat de gerechtelijke instanties van Turnhout mee betrokken zijn in corruptie rond het dossier. Het wordt een heel juridisch kluwen en ondertussen verviel het leegstaande 'casino'.
> Vandalen breken er af en toe in. In 2006 wordt het pand een periode bezet door krakers van 'Het Klein Verzet'. Ze ruimen het casino wat op en richten er zelfs culturele aktiviteiten in voor de lokale bevolking. Het casino komt ondertussen in handen van afbraakwerken Smets uit Dessel. Die willen het oude gebouw plat gooien en er een groot opslagterrein van maken. De gemeente Mol keurt die aanvraag in eerste instantie af nadat druk gezet werd door een petitie om het gebouw te beschermen.
> Nogmaals dient Smets een sloopaanvraag in en nogmaals komt er een petitie. Eind 2010 klasseert NVA-minister Bourgeois het casino dan als beschermd monument, met name voor de waardevolle feestzaal. Het mag dus niet meer worden afgebroken. Een belangrijke stap. In 2019 kocht Lawrende De Belder het gebouw. Het begin van heropleving na 19 jaren officiële leegstand. Dankzij de steun van heel wat vrijwilligers werd heel wat restauratiewerk verzet. Er worden vandaag heel wat publieke aktiviteiten georganiseerd, de uitdaging is echter om het in de toekomst financieel leefbaar te houden, mogelijk door een gedeeltelijke inrichting als hotel en restaurant.
Mol en 'den atoom'.
> In de plannen rond de Brusselse wereldtentoonstelling Expo 58, speelde atoomenergie een voorname rol. Jaren na de verschrikking van de eerste atoombommen op het einde van WO II, kwam ook de toekomst van kernenergie op meer vredelievende wijze op het voorplan. Symbool voor Expo '58 zou het atoom worden. Niet enkel een groot atoommonument (vandaag bekend als het Atomium) maar ook een kernreactor in het Brusselse, die de Expo van stroom moest voorzien en ook te bezoeken zou zijn tijdens de Expo. Van die laatste plannen werd uiteindelijk afgezien. Toch maar geen kernreactor in het midden van de stad Brussel. De reactor werd gebouwd in Mol en de foto's daarvan waren te bekijken in het Atomium. De arme zandgronden waarop het 'Studiecentrum voor Kernenergie'(SCK) zou komen, werden door de staat overgekocht in 1953 van de koninklijke familie. Later werd nog meer terrein opgekocht van industriële eigenaars.

> Tussen 1954 en 1962 werd niet enkel het onderzoekscentrum gebouwd maar ook een residentiële wijk voor de werknemers, de zogenaamde Atoomwijk. De wooneenheden werden in een modernistische stijl opgetrokken, futuristisch voor de jaren '50. De woonzone ligt in een smalle strook langs het Kempens Kanaal, we komen er niet voorbij langs Mol-Om. Meer dan 50 jaren later zijn de meeste woningen echter aan een grondige aanpassing toe. Aangezien het SCK het beheer van vastgoed niet (meer) tot zijn kerntaken beschouwd, zouden de woningen worden afgebroken in 2013. Dat ging niet door omwille van verzet. Sinds 2019 werd een renovatieplan voor de wijk opgestart, waarbij de woningstructuren grotendeels werden behouden en de rest werd aangepast aan huidige energie- en wooncomfortnormen. Het vernieuwingsproject werd rond 2025 afgerond.
> Het onderzoekscentrum staat in de volksmond bekend als 'den atoom'. De site wordt nogal eens verward met de elektriciteitscentrale van Electrabel, die langs het Kempens Kanaal ligt. Er werken ongeveer 700 personeelsleden. Inkomsten: Voor de helft uit overheidssubsidies en de rest via diensten en adviezen. In de onmiddellijke omgeving hebben zich nog bedrijven gevestigd die bezig zijn rond nucleaire energie: Belgonucleaire en Belgoprocess zijn de bekendste. Alles te samen zorgen vandaag de nucleaire aktiviteiten voor bijna 2000 banen.
Miramar
> De Miramarplas werd - zoals de meeste grote waterpartijen in Mol - gecreëerd door zandontginning. Hij behoort tot de oudste ontginningen, uit de tweede helft van de 19de eeuw. Helaas krijg je er niet veel van te zien. Zowat de hele oever is verkaveld en als niet bewoner ben je hier ongewenst. Miramar heeft wat de reputatie van hautain woongebied, een beeld dat nog versterkt wordt door de vele privé-bordjes en het ongastvrije beeld van de omgeving.
Jaagpad kanaal Dessel - Kwaadmechelen
Bye Cora, de Mora-fabriek sloot in 2025
'Casino'