Zowat 100 meter verder linksaf Mariaveld in (alle wegen heten hier Mariaveld blijkbaar), tesamen met GR-Kempen over een zanderige weg langs een bosje waarin vooral Amerikaanse eik groeit. Bij een huis bereik je een T-kruispunt en daar neem je een betonweg rechts, het Paterspad. Weinig inspiratie hier blijkbaar want nu heten hier alle zijpaden ook Paterspad. Rechtdoor bij een volgende afslag en bij een toegangsweg van een huis wordt de weg een aardeweg en loopt door een mengeling van den en loofbos met een ondergroei van adelaarsvaren.
Verder rechtdoor, je draait rechts door een iets meer open begroeiing van ondermeer rododendron (kleurt in mei - juli paars). Negeer alle zijpaden onderweg en tesamen met het Bergse Heidepad kom je op een schuin T-kruispunt. Links op deze betonweg (Zwartvenweg / Oude Meerlesteenweg). Na zowat 200 meter de gebetonneerde Rietweg op.
Startpagina > Wandelen > Markvalleipad
Onderweg
Bij de Markbrug hebben we het meest noordelijke punt van het Markvalleipad bereikt. Hier passeren ook het Grenslandpad en de witgele tekens zijn van de Nederlandse middellange afstandswandeling 'Markroute' (22 km). Links hier en na 100 meter weer links naar de grensovergang Meersel-Dreef.
We wandelen dus weer Vlaanderen in. Blijkbaar is het zeer populair voor Nederlandse toeristen om per fiets even Vlaanderen in te rijden om er te nippen aan glazen met echt bier in. We lopen langs een oplijning van een stuk of 10 cafés. Verder passeer je nog 2 bakkers en een superette. Bushalte. Net voor we weer in de buurt komen van het kapucijner-klooster draaien we rechts een wijkweg in die is afgelijnd met lindenbomen. We passeren aan de rechterzijde het kasteeldomein van Meersel-Dreef. Einde Dreefweg links over een volgende klinkerweg. Bij de kruising met de Scheurdekousweg (bushalte) verder rechtdoor. Over een beekje zijn we het gehucht Heiende weer uit. Even later kruising van de Oude Tramweg en een stuk verder komen we bij de St-Lucia en St-Quirinuskapel (rustbanken).
Tegenover de kapel nemen we de Maaihoek. Er volgt een redelijk saai wandelstuk van verscheidene kilometers. We zitten weer volop in de aardbeienplantages. Waar de Maaihoek 90° links draait kiezen we voor de Scheurdekousweg in ZW-richting. Dit betonbaantje loopt langs een bosje, draait links en bereikt de drukkere Hoogeind. Rechts hier over een vervelend wandelstuk. Er is hier niet echt een aparte wandelstrook langs Hoogeind.
De rechte weg loopt naar recreatiedomein De Mosten. Korter bij dit domein kan je gebruik maken van een parallel fietspad. Negeer zijbaantjes tot voorbij een eerste ingang tot het recreatiedomein. Hoofdingang links indraaien (cafetaria, overdekte picknickbank). De Mosten ziet er wat uit als het Hofstade van de Noorderkempen: Vijvers, strand, pootjebaden, bootjes, strandspelen, cafetaria, picknick, minigolf, speeltuin, enz. De zandputten en vijvers zijn overblijfselen van uitgravingen voor de aanleg van de snelweg E19 begin jaren '70.
We lopen bij de vijver rechts door de fietsparking en voorbij een bareel. Voor de chalet van een vissersclub links tussen de grote en een kleinere vijver. Bij het zuidelijke einde van de vijver rechts een aarden weg op die ons onmiddellijk buiten het bos brengt. We lopen nu niet langer over Markvalleipad-Noord maar Markvalleipad-Midden.
Ter hoogte van serres gaat deze aarden weg over in een asfaltweg, het begin van alweer een lang stuk verharde ondergrond. We passeren voorbij een picknicktafel in een bosje. Einde straat even rechtdoor tot bij een huis met rieten dak. Voor dit huis links en we draaien over dit betonbaantje rond een varkensbedrijf richting watertoren van Meer.
GR Kempen gaat bij het eerste paadje links naar de Mark, het Markvalleipad echter vervolgt rechtdoor over het gebetonneerde baantje. Op een T-kruispunt naar links langs de Elsterdijkhoeve tot kort bij de watertoren. Elsterdijk maakt een bocht naar rechts en even later steken we de Meerleseweg over om te vervolgen in de Frankenberg. Dit wegje komt weer bij de Meerleseweg bij een café. Net voor de Spar-supermarkt links een doorsteekweg in die op de drukke Meerseweg eindigt. Onderweg in zuidelijke richting op deze hoofdweg door Meer kom je langs nog een café, een bakker, een frituur en een slager.
We zijn hier nabij het centrum van Meer 20 km ver op het Markvalleipad. Voor de GB-superette links de Driehoekstraat in. De beklinkerde Driehoekweg gaat over in een betonbaantje ter breedte van een fietspad. We zoeken weer de Mark op. Net voor je links naar de brug over de Mark wandelt passeer je aan je linkerkant een picknickbank.
De Mark over en verderop bij een kruispunt tussen boerderijen rechtdoor vervolgen. Op een V-splitsing rechts verder over beton. We lopen langs nogal wat landbouwbedrijven. Bij een volgende V-splitsing, onder een wilde kastanjelaar, rechtsvoor mee volgen. Ook hier intense dominantie van het landschap door serres van tuinbouw- en aardbeienbedrijven. De Bergenseweg maakt een scherpe bocht naar rechts en komt op een T-kruispunt waar we links het hier geasfalteerde Paterspad nemen. De blauwe pijlen van het Bergense Heidepad hebben het Markvalleipad weer vervoegd.
Op een volgende kruispuntje (ook Paterspad) loopt een verbindingsroute rechtdoor, maar wij vervolgen dus rechtsaf over de hoofdroute (rustbank op dit kruispunt). Het kaarsrechte Paterspad eindigt op een kruispunt bij een boerderij waar we 75 meter links lopen om de brede Bredaseweg te bereiken halte belbus). Links hier en na 200 meter rechts, asfaltwegje 'Hal'.
Bij een varkensbedrijf een kleine kilometer verder ga je op een kruispunt rechts (weg heet ook Hal). Asfaltondergrond verandert bij de grens met Nederland in zand. Parallel loopt een geasfalteerd fietspad. Geen grenspaal te zien (zie uitleg verder).
Hier begint misschien wel het aangenaamste deel van het 41 km lange Markvalleipad. Verder rechtdoor tot je aan de rechterhand een bareel ziet bij een bospad. Rechts hier. Blijf op het hoofdpad want zijpaden zijn privé. Net voor de rand van het bos naar links, het pad wordt grassiger. Als je uit het bos komt heb je rechts een rustig gelegen picknickbank. Op dit punt vervolgt het Markvalleipad niet over het graspad maar gaat links door een wandelhek een weide in.
We maken hier gebruik van de 'laarzenpaden' die Nederlands Staatsbosbeheer met veel respect voor de natuurlijke omgeving heeft aangelegd. De intekening op het officiële kaartje van het Markvalleipad is nogal ongedetailleerd gebeurd, volg goed de padmarkering op het terrein.
Aan de overkant van de weide vind je meer hekjes en een wandelbrug over een belangrijke zijbeek van de Mark, het Merkske. Deze beek vormt over verscheidene kilometers de grens tussen België en Nederland maar net op deze plek loopt ze iets dieper over Nederlandse bodem. Aan de overkant van het Merkske is het pad mogelijk moeilijk zichtbaar. Wandel diagonaal, licht links houdend naar het einde van een rij populieren. Op de hoek van deze kleine weide links meedraaien, dan over een duidelijker pad langs bomen die houden van een natte bodem: Elzen en boswilgen. Voorbij een volgend hekje wandel je door een rietkraag.
Zowat 400 meter verder kom je na een laatste hek op een aarden weg. Links hier, deze zandweg leidt naar Castelré. Het pad komt langs een oude hoeve, gaat rechts en nogmaals rechts op kassei bij een gerestaureerde kapel. We zijn in het mooie Castelré. Dit plaatsje is wel de verrassing van de dag.
Het dorpszicht wordt hier gedomineerd door gerestaureerde hoeves en schuren met lange daken van rode pannen, alles geschaard rond een dorpsplein. Voor de inwoners van Castelré zijn Belgen niet enkel zuiderburen maar ook noorderburen! Er is hier ook ergens een café. Op het einde van het gehucht loop je over een brede zandweg door open landschap. Voor jou in de verte domineert de hoge bakstenen kerktoren van Hoogstraten over de velden en even later doemt ook de kerktoren van Minderhout op aan de horizon, ons volgende doel.
Bij een huis gaat de zandweg 'Schrans' over in asfalt. 300 meter verder op een kruispunt (bushalte de Lijn) rechts. We verlaten Nederland weer, de brug over de Mark vormt de grensoversteek. Dadelijk lopen we Minderhout binnen. Eerste weg links (Castelréweg) door een wijk. Deze weg niet vervolgen waar hij een een scherpe bocht naar rechts maakt maar rechtdoor doorsteken over een wegel tot bij de kapel voor OLV-van-den-Akker te Minderhout. Rustbanken, infoborden, start Watermolenpad.
Bij de kapel naar links tesamen met het Watermolenpad over een betonweg. Links uitgestrekte weiden, rechts zie je de hoge kerktoren van Hoogstraten weer. Bij een splitsing liggen rechts voormalige gebouwen van de Witheren. Rechtdoor hier, de Oude Voetweg op. Een prachtig paadje, wat opgehoogd lopend en afgezoomd met wilgen. Voor jou ligt de mooie Laermolen, een gerestaureerde watermolen. Bij het molengebouw is een picknickbank.
De Mark over via een betonweg die overgaat in asfalt op de gemeentegrens van Hoogstraten. De Mark werd hier niet recht getrokken in de jaren '70 en slingert dan ook in wilde bochten door nat weidegebied. Ietsje verder komen we met het Watermolenpad op een kruispunt.
We zijn nu 30 km ver op het Markvalleipad. Links hier, de Bosuil op voor weer enkele kilometers asfalt. Rechtsvoor zie je in de verte het penitentiair schoolcentrum van Hoogstraten.
De brede asfaltweg is afgezoomd met elzen langs de beek en met linden en eiken aan de wegrand. De 'Bosuil' komt meer dan 1 km verder bij een kruispunt op de Nederlandse grens. Links hier, weer Nederland in. Per uitzondering is het grenscafé ditmaal langs de Nederlandse zijde van de grens gelegen: Café 'In Holland' laat daar geen twijfel over bestaan.
Langs enkele huizen. Ook hier weer een voorliefde voor geleide lindes langs de voor- of zijgevel. Eerste straat rechts, de Schootsenhoek in. Voorbij een afgelegen huis, waar de weg naar links bocht, verlaten we deze door rechtdoor het bos in te lopen door een beukendreef. GR Kempen heeft het Markvalleipad weer vervoegd. Bij de eerste padkruising neem je links een iets smaller pad, GR Kempen verlaat ons hier alweer (rustbank).
Een stuk verder,bij het einde van dit bos, is nog een rustbank en een infobord over bos Schootsenhoek. Blijkbaar is dit bos eigendom van de Vlaamse overheid en in beheer door Natuur en Bos, hoewel we hier volop in Nederland zijn! Weer zo één van die talloze rariteiten bij de grens, die op slechts een paar honderd meters rechts ligt. Einde bos rechtdoor zelfde richting aanhouden en met GR-Kempen over een zandweg. Bij de weg Minderhout - Baarle-Hertog rechtdoor over een zandpad. Langs enkele kikkerpoelen en natte gebieden (rechts gelegen). We zijn hier op de Castelreesche Heide, nu vooral een landschap van ondiepe vennen, stroken bos en weiden.
Voorbij de poelen op een V-splitsing links aanhouden om 100 meter verder op een breed zandpad met parallel fietspad te komen. Rechts hier. We dalen licht naar het Merkske, steken de beek over op de Schoorstraat en zijn meteen weer in Vlaanderen.
We lopen nu de wijk Hal binnen. Net voor een Mariakapel rechts afslaan (GR Kempen splitst alweer af hier). De weg 'Hal' verlaten we weer wat verder in een bocht bij een boerderij. We lopen daar rechtdoor over een weg die recht naar de Gouverneursbossen loopt. Na 100 meter in het bos gaan we links een breed bospad op. Dit pad komt verder op een betonbaantje, even links-rechts en op een volgend T-kruispunt naar links. De betonweg Habelaar komt verderop op een schuin T-kruispunt waar we schuinlinks verder gaan en dadelijk op een T-kruispunt komen. Rechts hier. Aan een V-splitsing links, over de Goorkensdreef naar en langs de kleiputten van een oude fabriek. T-kruispunt rechts en dadelijk links (Hal). Volgend T-kruispunt rechts (Hal), naar de grotere weg Heerle. Na 400 meter op die weg opnieuw rechts.
We zijn nu 40 km ver op het Markvalleipad. Ik moet er even wat haast achter zetten, de avondschemering is ingevallen en het kaartje van het Markvalleipad vertelt me dat ik nog door enkele stroken (donker) bos moet. Ter hoogte van de toegangsweg tot de steenfabriek links een zandweg nemen. Voor een hek tot een villa links de bosrand mee volgen, even een stukje bos door en wandelen tot de drukke Bredaseweg.
Een frisse pint op het terras van café 't Heike wenkt. We zijn immers na 41 km weer op het startpunt gekomen.
Voorbij een dikke villa kom je in open veld met rechts uitgestrekte aardbeienplantages onder plastieken serres. Misschien oogt het landschap iets boeiender als eind mei en juni de aardbeien beginnen 'te blozen'.
Belangrijke update
Het Markvalleipad is sinds juni 2014 niet langer een langeafstandsroute. De aparte bewegwijzering is weg genomen, je moet nu knooppunten volgen van het netwerk 'Kempense Kolonies' en de route is nu opgesplitst in een volledig van elkaar gescheiden noordelijk deel (20 km) en een zuidelijk deel (16 km). Het verslag hieronder is hieraan NIET aangepast en op heel wat punten is de route veranderd!
Klaar voor de start van het Markvalleipad bij taverne ''t Heike', gelegen langs de weg van Minderhout naar Breda via Meerle. Het is een aangename meidag, hoewel de zon forfait geeft.
Bij de grote weg even richting Minderhout terug wandelen over 50 meter en dadelijk eerste wegje rechts, een betonweg met de naam Mariaveld die is afgezoomd met platanen. De paarse pijlen van het Markvalleipad lopen hier nog even samen met de blauwe pijlen van een ander lokaal pad, het Bergse Heidepad en met de geelrode bewegwijzering van GR Kempen. Na een korte bocht al meteen een bord dat een verbindingsroute markeert voor het circulaire zuidelijke deel van het Markvalleipad. We volgen de grote rondweg dus rechtdoor over de betonweg.
De grote weg op ('Dreef)' langs een bushalte (halte 'Meerseldreef watermolen', lijn 430, 435). Na 500 meter komen we langs café-taverne De Dreef. Wat verderop lopen we langs een uitgestrekte parking. Je komt langs het kapucijnenklooster. Kerk, café en tegenover het klooster is een groot Mariapark.
Start van het Markvalleipad langs de baan
naar Breda bij taverne 't Heike.
Paterspad
Aardbeien van Hoogstraten
> Dankzij geoptimaliseerde en geforceerde teeltmethodes worden tegenwoordig zowat 2/3de van het jaar aardbeien geoogst, afkomstig uit verschillende rassen. Mei, juni en juli zijn de topmaanden, als er ook een massale aanvoer is van zongerijpte aardbeien die uit open volle grond komen. Buiten die maanden worden ook aardbeien geplukt die onder plastiek of in verwarmde serres zijn gerijpt. Daarbij groeit de aardbei niet steeds in volle grond, soms staan de planten in bakken waardoor bvb bevriezing beter kan worden vermeden.
Meersel-Dreef, het 'Lourdes van de Noorderkempen'
> Het plaatsje ontstond rond de 1 km lange eikendreef die in 1689 werd aangelegd om de grens te verbinden met het kapucijnenklooster dat in dezelfde periode werd gebouwd. Door de opkomst van het protestantisme in het Nederland van de 17de eeuw weken nogal wat Nederlandse katholieken uit, zo ook Jan de Wyse uit Breda die het klooster liet bouwen. Er ontstond een gestage stroom van Nederlanders die de grens overstaken om hier de katholieke godsdienst te belijden. Al snel vestigden zich langs de dreef handelaars en groeide er een woonkern.
> Het Mariapark tegenover het klooster is een stuk jonger, het werd aangelegd in 1894 en groeide al snel uit tot een bedevaartsoord. Publiekstrekker hier is de Mariagrot in het 'Genadedal'.
> Pater-kapucijn JB Rutten kwam rond 1890, tijdens een erg woelige zeereis naar zijn missiepost in de verre Punjab (Pakistan / India), terecht in een zware storm die dagenlang aanhield. Hij zwoer een Lourdesgrot te bouwen als dank omdat hij de wilde reis overleefde.
> De bouw van die grot verliep niet vlekkeloos, ze stortte twee maal in. Kunstbeton bestond toen nog niet, de bouwsteen werd met paard en kar aangevoerd uit het verre Brabantse Quenast (Quenast ligt op de lange afstandwandeling GR 127 -Tour du Brabant Wallon, de groeve bestaat nog steeds). Dezelfde harde porfiersteen dus waarmee in die tijd duizenden kilometers onverharde weg van 'boerenkassei' werden voorzien. De grot werd ingewijd in 1895. Later kwamen er nog ornamenten in rustieke kunstcement bij.
> Rond de grot werd al snel een heel park van devotie uitgebouwd. Niet enkel een kruisweg met calvarieberg en staties maar ook andere kapellen en een bonte collectie van allerlei heiligenbeelden vonden hun stek in het Mariapark. Best aangenaam om hier even langs de mooie beukendreven te wandelen, de kitsch en de verzameling heiligenbeelden en parkmeubilair mag je niet beoordelen op kunstwaarde. Dit is gewoon een plek van volksdevotie waar velen een moment van rust, aanbidding of bezinning vinden.
> De jongste hit in het Lourdes van de Noorderkempen is ongetwijfeld een bronzen beeld van de bekendste kapucijn, Pater Pio (1887 -1968). Ter gelegenheid van zijn zaligverklaring trokken de kapucijnen van Meersel-Dreef in 1999 naar Italië, het geboorteland van Pater Pio, om er een standbeeld mee te brengen. Buiten Italië was er ook in België een grote verering voor Pio. De mystiek waarmee de ondertussen heilig verklaarde Pater Pio zich liet omhullen is nogal omstreden maar zijn uitstraling en toewijding waren en zijn voor een massa gelovigen een bron van inspiratie en steun. Altijd zal je op de plek in het park waar het beeld van Pater Pio staat wel noveenkaarsen zien branden.
> Behalve het Mariapark (of Genadedal) zijn er rond het klooster nog een paar kleinere tuinen met meer beelden en een kloosterkerkhof. De kapelkerk is meestal open. Naast de kapel van de kapucijnen is ook een terras om even te bekomen.
Meerselmolen
> Zoals de meeste molens op de Mark gaat ook de geschiedenis van de Meerselmolen terug tot minstens de 14de eeuw. Het huidige, sterk gerestaureerde molengebouw dateert van 1910 en heeft een water-turbine. Hij bleef in bedrijf tot 1992. Ook nu wordt bij gelegenheid nog graan gemalen.
Gietijzeren grenspalen
>Grenspaal 218 markeert sinds 1843 de staatsgrens tussen België en Nederland. Nr 1 staat bij Vaals (drielandenpunt), nr 369 staat aan de Noordzee. Na 170 jaren heeft elke paal zijn eigen geschiedenis en eigenaardigheden. Zo heeft nr 218, die we hier passeren langs de Mark, zijn dennenappeltje verloren dat normaal de paal aftopt. De grenspalen worden in principe onderhouden door een grenscommissie. Als de paal op juiste hoogte staat moet hij precies 1,87 boven de grond uitkomen. 60 cm van de 1 meter lange 8-hoekige voet moet in principe onder de grond steken in een fundering van metselwerk. De paal, die door Cockerill in Luik is gemaakt, is eigendom van zowel de Belgische als de Nederlandse staat. Aan beide zijden staat een leeuw in bas-reliëf, verschil tussen de Belgische en Nederlandse leeuw is dat die laatste ook een zwaard en kroon heeft.
Grensgrillen
> Bij het vastleggen van de grens tussen Nederland en België in 1843 werd overeengekomen om de grenslijn niet dwars door huizen te trekken. In principe loopt die grens hier dwars door café Moskes. Het huis werd daarom toegewezen aan België en daarrond werden 3 tussenpalen geplaatst om de aldus gecreëerde grensuitsprong te markeren. Eén hardstenen tussenpaal staat onder het bord 'Meersel-Dreef', een andere staat wat verborgen op het binnenkoertje achter het café.
> Eigenlijk is dit strikt genomen niet het meest noordelijke punt van België. Daarvoor moet je over een paar honderd meter de grensweg naar rechts nemen tot bij een huis. Ook hier een gelijkaardig fenomeen met grenspalen die 1 meter rond een huis lopen dat eveneens is toegewezen aan België. Hoofdpaal 219 staat mooi opgesteld in het voortuintje. Dat is het meest noordelijke punt van Vlaanderen en België op 51°31'18''
Sint-Luciakapel
>Al in 1420 werd hier een kapel gebouwd in opdracht van de toenmalige Heer van Hoogstraten, Jan van Cuyck. Hij had hier een belangrijke pachthoeve en wou zijn werkvolk voorzien van een gebedshuis. Ze werd een eeuw later sterk vergroot. vooral eind 17de eeuw werd de kapel druk bezocht. Nederlanders uit de grensdorpen kwamen naar hier om een kerkdienst bij te wonen door de protestantse vervolgingen in eigen land. Af en toe veroorzaakt dat ook wat wrevel als de Nederlandse pastoors het offerandegeld na de mis mee naar huis willen nemen. De Sint-Luciakapel moet sterk aan populariteit inboeten als in Meersel-Dreef de kloosterkapel van de kapucijnen wordt gebouwd. In de 20ste eeuw treedt sterk verval op. Het duurt tot 1982 eer de kapel een grondige restauratiebeurt krijgt. Binnenin zijn nu bij de altaren verscheidene oude kunstwerken te zien. Eeuwenlang kwamen pelgrims ook hier om Sint-Lucia te aanroepen voor keelpijn of oogziekten. Haar beeld zie je in een nis boven de eiken ingangsdeur. Vandaag is het hier heel wat minder druk. Elke eerste zondag van mei tot september is de kapel open of ook op speciale aanvraag bij een huis in de buurt.
Castelré
> Castelré behoort tot de Nederlandse gemeente Baarle-Nassau. Zoals bekend ligt in Baarle een lappendeken van 22 Belgische enclaves, sommige daarvan zijn niet groter dan een perceel veld. Binnen die Belgische enclaves liggen op hun beurt dan nog eens 7 Nederlandse enclaves. Nederland heeft 1 enclave in België: Een stuk land bij het dorp Zondereigen.
> Castelré is geen enclave, er is immers nog een 'flessenhalsverbinding' met de rest van Nederland. Over de weg ligt Castelré wel meer dan 10 km verwijderd van het centrum van Baarle-Nassau. Geen verrassing dus dat kinderen uit Castelré in het Belgische Minderhout, Wortel of Hoogstraten naar school gaan, gesubsidieerd door de gemeente Baarle-Nassau! Ook de elektriciteit komt uit België, daar was trouwens een paar jaar geleden nog een rel over toen bleek dat de inwoners van Castelré zowel facturen van Electrabel als Nederlandse energiebelasting betaalden. Het was goedkoper voor de Nederlandse regering om de Electrabelfacturen aan de paar tientallen inwoners van Castelré terug te betalen dan in proces te gaan hierover met Elactrabel. En zo zijn er genoeg grensverhalen over dit Nederlandse schiereiland in België om een dik boek te vullen.
> Er wordt overigens nog steeds gecorrigeerd aan de grens. In 1843 was men na 700 vergaderingen over de bepaling van de grenslijn tussen België en Nederland wellicht zo uitgeput dat een laatste lapje grond, waarover geen overeenstemming bestond, de geschiedenis inging als 'niemandsland'. Dat bleef zo tot men in 1995 besliste om nu eindelijk eens dat stukje niemandsland definitief toe te wijzen. En zo werd België iets groter, de 22ste enclave meet 56 meter bij 47 en is een stuk akkerland in de buurt van het Nederlandse dorp Ulicoten.
Kerk Hoogstraten
> De Sint-Catharinakerk van Hoogstraten is binnenin haast een museum van religieuze kunst met talrijke waardevolle stukken, zoals wandtapijten, glasramen, adellijke grafstenen en een prachtig koorgestoelte. Het is echter vooral de trotse bakstenen toren die de 16de eeuwse kerk van Hoogstraten zo apart maakt. Terwijl de meeste oude kerktorens zijn opgetrokken in zandsteen of andere natuursteen is de toren van Hoogstraten, die maar liefst 105 meter hoog is, zowat volledig in baksteen opgetrokken. Het is op 2 na de hoogste kerktoren van Vlaanderen. Door de invoeging van dunne zandstenen wordt een zogenaamd speklaagmotief gecreëerd. De huidige toren is gebouwd tussen 1950 en 1954 nadat de Duitsers de kerktoren opbliezen in 1944. 5 miljoen stenen zouden er in het gebouw steken lees je in alle teksten over Hoogstraten. In de omgeving was een baksteenfabriek waardoor de bouwsteen niet van ver hoefde te worden aangevoerd.
OLV op den Akker
> Deze bakstenen kapel werd opgericht in 1650 door pastoor Waltman van Dijck, broer van schilder Antoon van Dijck. Voordien stond er een kleinere kapel die zeer druk werd bezocht door bedevaarders die er OLV van Zeven Weeën kwamen aanroepen tegen koorts. In het houtsnijwerk van het timpaan boven de portaalingang kan je nog de datum 1663 lezen, het jaar waarin dat portaal werd toegevoegd aan de kapel. Eind 17de eeuw wordt de kapel herbouwd en krijgt ze het uitzicht dat je vandaag ziet. Die vergrotingen en verbouwingen wijzen op de populariteit van een bezoek aan de kapel tijdens de 17de eeuw.
> Het barokinterieur van de kapel van OLV in den Akker wordt beschouwd als één van de mooiste van Vlaanderen. Verscheidene religieuze kunstwerken dateren nog uit het midden van de 17de eeuw, zoals het hoofdaltaar, de communiebank, een orgel en enkele beelden. Het rond plafondgewelf is bekleed met stucwerk. Bedevaarten naar de eens zo populaire kapel zijn er al lang niet meer.
Laermolen
> De geschiedenis van deze watermolen gaat terug tot minstens de 14de eeuw. Over de eeuwen heen werd de molen talloze malen verkocht en in 1586 brandde hij af tijdens het geweld van de Tachtigjarige Oorlog. In 1640 werd het huidige molengebouw opgetrokken, hij was in gebruik als olieslagmolen, er werd olie uit koolzaad gehaald. In 1750 wordt ook op de linkeroever een molengebouw opgetrokken, het zal dienen om graan en schors te malen.
> In het begin van de 20ste eeuw zijn de molens niet meer rendabel. De installaties worden verkocht in 1911, de sluizen afgebroken en de graanmolen wordt tot de grond afgebroken, enkel het gebouw van de olieslagmolen blijft over. Het moet anders een prachtig geheel zijn geweest, de 2 molens waren over de Mark immers verbonden met een strooien dak.
> Tot in de jaren '90 van vorige eeuw duurde het vooraleer de oude olieslagmolen werd gerestaureerd. Een groep Hoogstratenaren vormde een vzw voor die restauratie. In een eerste fase werd een dossier ter bescherming van het gebouw ingediend. Erkenning als beschermd monument volgde in 1995. Met zeer veel smaak is het oude gebouw weer gerestaureerd tussen 2002 en 2004, waarbij de watermolen ook terug een rad kreeg en in het gebouw de machinerie volledig werd nagebouwd. Feestelijke inhuldiging van de olieslagmolen volgde op 25 april 2004.
> Sinds 2009 is de molen eigendom van de stad Hoogstraten, de vzw Laermolen, die instond voor de restauratie heeft de molen in erfpacht. Twee zondagen en dinsdagen per maand geven ze een demonstratie. Het is nu misschien wel het meest schilderachtige plekje langs het Markvalleipad. Vzw Laermolen.
Penitentiair schoolcentrum
> Ook bekend als het Gelmelslot gaat de geschiedenis van deze waterburcht terug tot de vroege Middeleeuwen. Het slot was het toneel van ontelbare bezettingen, plunderingen en vernielingen over de eeuwen heen, tot de Fransen er eind 18de eeuw hun troepen legerden. Daarmee werd ook de lange adellijke geschiedenis van het Gelmelslot afgesloten. Nadien kreeg het ondermeer een functie als landloperskolonie en sinds 1931 is het een centrum waar gedetineerden een beroepsopleiding krijgen.
Ballonpost
> Je komt ze als wandelaar wel eens vaker tegen. Heliumballonnen met een kaartje aan, opgelaten door kinderen ergens te lande ter gelegenheid van de plaatselijke pensenkermis op 'Prinsjesdag'. Deze was afkomstig uit een dorpje in Zeeland, het kaartje heb ik dus keurig terug gestuurd, of de kleine er ooit een prijs mee won weet ik niet. Het grappige om hier in dit stuk eenzaam land een ballon aan te treffen is dat deze plek iets heeft met balonnen. Toen de Parijzenaars tijdens de oorlog met de Pruisen in 1870 helemaal geïsoleerd raakten zagen ze geen andere oplossing om hun post buiten de stad te krijgen dan een bemande heteluchtballon op te laten met 220 kilo post in de mand. De ballon l'Archimède' dwaalde helemaal af en kwam hier op 21 november 1870 in Castelré terecht. Er is een monument dat aan deze merkwaardige gebeurtenis herinnert. Om het te vinden moet je bij café 'In Holland' nog een paar 100 meter noordelijk vervolgen tot op een kruispuntje.
> Het dorpje Castelré (Groeske) is een schitterend geheel van oude hoeves met enorme - met rode dakpannen bedekte - daken, gelegen rond een dries. Niet verwonderlijk dat het dorpslandschap beschermd is. Echt een juweeltje. Het soort dorp waar je nooit verzeild geraakt als je er niet specifiek naar op zoek gaat, het is er doodstil, geen doorgaand verkeer in deze 'cul de sac'. Een mooi verhaal over Castelré en de gevolgen van zijn rare ligging kan je hier lezen.
> Rond Castelré en Baarle zal je geen gietijzeren grenspalen zien, zoals we die eerder langs het Markvalleipad tegen kwamen. Al in 1843, toen die grenspalen werden geplaatst, besefte de grenscommissie dat het door die versnipperde grenslijn een hopeloze zaak was om in het gebied rond Baarle grenspalen te zetten. De paalnummering vanuit Vaals eindigt dus met nr 214. Pas 50 km verder langs de grens zal je grenspaal nr 215 vinden en herneemt de nummering.
> Jaarlijks komen zowat 20 miljoen kilo van het rode goud uit Hoogstraten en omliggende gemeenten in de veiling van Hoogstraten terecht. De groenten- en fruitveiling van Hoogststraten
bestaat al sinds 1933. 'Hoogstraten' is als merk geregistreerd om de kwaliteit van de herkomst te garanderen.
> In het verleden was het niet steeds de aanvoer van aardbeien die de handel in de veiling domineerde. Door de opkomst van de kweek onder glas, vooral vanaf de jaren '60, is de aardbeienkweek wel massaal toegenomen. Zoals je onderweg langs het Markvalleipad ongetwijfeld zal zien wordt er ook nog heel wat anders gekweekt in de Hoogstratense serres en op de akkers: Komkommers, paprika's en de 'Flandria-tomaten' bvb.
Bij een splitsing met een weg links gewoon rechtdoor vervolgen over het gebetonneerde veldwegje. Aan een V-splitsing bij een aardbeienplantage linksvoor de betonweg nemen en op een T-kruispunt naar links (heet ook hier alweer Paterspad). Na 150 meter rechts de Ipenrooise Dijk nemen. Deze weg maakt een rechts-links zigzag door enkele boerderijen, je bereikt zo een grotere weg bij een bushalte (lijn 430 en belbus). Even naar rechts en bij een bushokje naar links.
We zijn nu 5 km ver over het Markvalleipad.
De Ipenrooise Dijk loopt langs een volgend tuinbouwbedrijf. Op een T-splitsing rechts de betonweg op. In de eerste bocht links een aardeweg nemen. Tussen de aardbeienvelden gaan we voor het eerst op zoek naar de Mark.
Bij de rivier aangekomen tref je er een leuke picknickruimte aan bij een stuw. De Mark is hier recht getrokken. Dit is de plek om in augustus volop de grote pimpernel te zien bloeien. Het fietspad, dat hier via een brugje op de stuw van oever verandert, is relatief druk bereden.
We wandelen de Mark over via dat brugje over de stuw en gaan dadelijk rechts over een stenig paadje dat na 50 meter wegdraait naar links. Dit pad passeert een vijver langs de rechteroever. Rondom de vijver is in het verleden blijkbaar een bonte mengeling van verschillende soorten struiken en bomen geplant.
Op een T met een zandweg in het bos komen we op een kruising met een inkortingsroute van het noordelijke en middendeel van het Markvalleipad. We gaan dus rechts verder over een schaduwrijk zanderig bospaadje.
Als het pad uit het bos komt, bij een huis, blijven we het volgen in een bocht. Er staat hier een bordje 'privaatweg, betreden op eigen risico'. Het zandpad passeert een aantal pompeuze villa's. Bij het einde van zo'n monstergedrocht verlaat je het mulle zandpad om links een aardeweg te nemen, samen met GR Kempen.
We zijn nu 10 km ver op het Markvalleipad. Even uitkijken met al die fietsers hier. De Nederlanders worden hier en masse op 2 wielen aangekard uit Breda. Kort voor de volgende brug bereik je grenspaal 218.
Na 70 meter kom je op een driesprong op een open plek en vervolg je rechtsvoor langs de gedeeltelijk verkavelde Meerselse Bergen. Kort daarna op een kruispunt van bospaden rechtdoor om bijna onmiddellijk daarna rechts te gaan op een viersprong van bospaden, tesamen met GR Kempen. Op de hoek van een wijk kom je op een kruispunt: Links verder langs de rand van het bos. Dit asfaltwegje loopt langs meer monsterlijke villa's en bereikt tenslotte het plaatsnaambord dat de bebouwde kom van Meersel-Dreef aankondigt.
We komen op de Watermolenweg uit. Onze wandelroute loopt rechtdoor de hoofdweg door Meerseldreef op, maar je kan eerst bij de Meerselmolen even rechts wandelen tot bij de brug over de Mark. Er is een stuw, picknickbank en infobord. Tesamen met de de watermolen is de omgeving beschermd.
We zijn nog net geen 10 km ver maar als de honger nu al knaagt vind je net na het kapucijnenklooster een fritkot (open tijdens het weekend) waar vooral de Hollanders een bakje 'patat' komen steken. Kort daarna, tegenover nog een café, rechts over een weg die is afgelijnd met wilde kastanjelaars, de Markweg. Uiteraard komen we zo weer bij de rivier die het thema vormt voor deze lange afstandswandeling. Bij de Mark zijn picknickbanken. Links hier langs de Mark over het drukke fietspad, tesamen met GR Kempen.










Robertskruid & lelietje-van-dalen
Picknickplaats langs de Mark
en onder de bloesems
Pad voorbij de passerelle over de Mark
Dagkoekoeksbloem
Meerselmolen
Meersel-Dreef, Mariapark: Beeld Pater Pio, dreven van rode beuk en beeld van Donatus
(beschermer tegen stormweer), op een voet van kunstcement waarin een boomstam is nagebootst.
Gedeeltelijk afgedamde Mark nabij de Nederlandse grens, onderdeel van landschapsherinrichting
Sint-Luciakapel
Vijver in recreatiedomein De Mosten
Sint-Rosaliakapel Meer
Het Merkske, proper zijriviertje van de Mark
Smeerwortel
Laermolen rond de 19-20ste eeuwwissel (ingekleurde postkaart)
Gouverneursbossen
Kapel van Hal
'Castelreesche Heide'
Door het Vlaamse Schootsenhoekbos
Café 'In Holland'
Castelré, typische schuur
Castelré, kapel OLV ter Donken
Graspad in de vallei van het Merkske
Onderweg door bos in de vallei van het Merkske
Watertoren Meer
Genadedal
Kapucijnerklooster en -kapel Meersel-Dreef
Gewone vogelmelk
Markvalleipad- 41 km