©
Luc Selleslagh 2015 - 2024 Trekkings.be
> Hoewel je de Weg des Gedenkens natuurlijk volledig doorlopend kan wandelen hebben we de laatste etappe opgesplitst in twee gescheiden delen om persoonlijke praktische redenen. De 10 kilometer tussen de stuwmeren van Robertville en Bütgenbach staan in het teken van de rivier Warche en van de Vennbahn. We volgen de Warche een tijd en we stijgen en dalen verscheidene keren uit en in de riviervallei. Onderweg komen we ook een paar malen op de historische spoorweg Vennbahn, vandaag omgetoverd in een populair fietstraject. Langs dit korte deel van een goeie 10 km heb je campings bij start en einde, tussenin kom je ook nog langs een café in het gehucht Brückberg. Te Bütgenbach heb je alle voorzieningen op 700 meter van de Weg de Weg van Herdenking.
> Het tweede deel van onze dagtocht loopt over 16 km in een grote ronde langs de oever van het kunstmatig meer op de Olef en door de uitgestrekte bossen ten zuidwesten van het Eifeldorpje Hellenthal, helaas over langere afstand op asfalt. Een etappe dus die volledig op Duits grondgebied verloopt.
Onderweg geen voorzieningen, in Hellenthal zelf vind je alles, van winkels tot een camping.
> De hertog van Arenberg liet ter zijne gedenkenis een kapel op de plek oprichten, ze werd in 1899 ingewijd. In de loop der jaren heeft de kapel geleden onder vandalistische daden, zoals brandstichting en zware beschadiging. Ze werd nadien verscheidene malen gerestaureerd en heeft ondertussen een status van beschermd monument.
> In 1990 ging het MIA-project van start, een nieuwe zoektocht naar verdwenen gewaande soldaten uit WO II,
'missing in action'. Een project van Amerikanen en Belgen (Jean-Philippe Speder en Jean-Louis Seel). De Belgen hadden van 1992 tot 1995 op en rond de heuvel gezocht, zonder de graven echter te vinden. Doorgedreven onderzoek via getuigenissen, oude documenten en luchtfoto's leverden meer precisiegerichte zoekdoelen op. Na meer graafpogingen door de Belgen, versterkt ook met Marc Marique, werden stoffelijke resten gevonden op 11 april 2001, achter de plaats waar nu het kruisje staat. Naamplaatjes op hun lichaam bevestigden ook dat het om de drie gezocht MIA's ging. De lichamelijke resten van Read gingen naar Amerika, Kokotovich en Beckwith werden met een plechtigheid bijgezet op het oorlogskerkhof van Henri-Chapelle. Het gedetailleerde verhaal met foto's kan je ook
hier lezen.
Missing in action
> Tijdens de eerste etappe maakten we – via een zijweg – al kennis met Hasselpath, de plek waar de 99st Infantry Division posities had opgebouwd met het oog op de aanval richting stuwdammen op de Roer. Op 13 december 1944 kreeg het 395ste regiment de opdracht om in het kader van deze verovering op te rukken naar twee heuveltoppen die deel uitmaakten van Hitler's Siegfriedlinie.
> In moeilijke winterse omstandigheden werd de aanval ingezet. Bunkers van de Siegfriedlinie werden veroverd (zoals de bunker die we in de vallei passeerden) maar de Amerikanen botsten op stevige weerstand hogerop. Ondanks hun kleine overwinningen kregen de Amerikaanse infanteristen het bijzonder hard te verduren, niet weinigen kregen ook bevroren voeten.
> David Read was radio operator. Tijdens een korte break in de gevechten ging hij terug naar zijn stelling om provisies op te halen maar werd onderweg getroffen door Duitse artillerie. Saul Kokotovich en Jack Beckwith stierven later eveneens onder vijandig vuur. De drie dode soldaten werden voorlopig bij een geïmproviseerde, vooruitgeschoven hulppost gelaten.
> Op 17 december, vroeg in de morgen, kreeg het regiment opdracht om de heuvel zo snel mogelijk te verlaten. Hitler had de dag voordien de massale tegenaanval ingezet over een brede frontlijn, wat later het prille begin bleek te zijn van het beruchte Ardennenoffensief. Om te vermijden dat ze ingesloten raakten, moesten de verraste Amerikanen zich snel terugtrekken van de grotendeels overwonnen heuvel. Daarbij konden ze enkel hun belangrijkste wapens meenemen, het moest dus snel gaan. De drie soldaten die bij de hulppost lagen, werden in allerijl begraven in een geïmproviseerd graf.
> Tijdens de zomer van 1945, toen de oorlog voorbij was, gingen de Amerikanen op zoek naar hun gesneuvelde soldaten. De graven van Read, Kokotovich en Beckwith werden echter niet gevonden, in de jaren '50 werd hun dossier geklasseerd.
> OK, verder over de Weg des Gedenkens. We steken de Olefbrug niet over maar vervolgen rechtdoor langs de Olef, licht dalend. Zo bereiken we weer het punt waar we tijdens de eerste etappe de klim naar Wahlerscheid inzetten. Dit keer steken we ook hier de brug niet over maar gaan we links 700 meter de witrode streepjes (GR 56) volgen over een asfaltweg. Dit is dus geen onderdeel van de Weg van Herdenking. We komen langs een bunker en verderop kunnen we naar links opnieuw de Weg des Gedenkens oppikken. Het laatste ontbrekende deel van de route waarover we nog niet wandelden.
> Helaas zullen we vanaf nu lange tijd over asfalt wandelen. We gaan ook een lang stijgen maar aan een regelmatig en redelijk stijgingspercentage. We volgen de ingesneden vallei van de Merlebach en kruisen verderop in een haarspeldbocht van de asfaltweg de jonge beek. Nog steeds wandelen we over asfalt, we draaien weg van de beekvallei.
> Onderweg aan de rechterzijde (gemarkeerd met een infobord van de Weg des Gedenkens) een onopvallend kruis. Er hangt een merkwaardig verhaal aan vast.
> We stijgen nog licht verder en dan vlakt de route eindelijk uit. We komen bij de Daubenscheidhütte, een schuilhut en rustpunt, gebouwd in 2013 door de Hellenthalse afdeling van het Eifelverein. Mooi gedaan. De hut ligt op een kruispunt van boswegen.
> We gaan daar links, aanvankelijk vrij vlak. Verderop gaan we zeer gespreid licht dalen. Steeds maar rechtdoor, helaas ook nu weer over een verharde weg. Gelukkig is er zelden verkeer over deze bosweg. Wordt het wat eentonig, wijk dan onderweg even uit naar de Waldkapelle, ze licht op zowat 800 meter van de Weg des Gedenkens midden in bos, er is bewegwijzering.
Waldkapelle
> De Waldkapelle (Woudkapel) werd gebouwd ter herinnering aan een jachtongeval op 7 mei 1897. De Belgische graaf Edouard de Briey ging er op 25-jarige leeftijd jagen in de uitgestrekte bossen van zijn vriend en grootgrondbezitter de hertog van Arenberg. De boswachter waarmee hij op jacht was, struikelde onderweg en daarbij ging zijn wapen af per ongeluk. Zo knalde hij de Briey lompweg omver met verschillende kogels. De Briey werd nog naar Hellenthal gevoerd voor verzorging maar overleed er die nacht.
De Warche
> De Warche ontspringt te Losheimergraben bij Büllingen, op de grens met Duitsland. Venige beekjes vormen er de Warche en de Holzwarche op een hoogte rond 650 meter. Haar loop volgt een sterk kronkelende westelijke koers, waarbij ze sinds de jaren '20 van vorige eeuw afgedamd wordt voor electriciteitopwekking te Bütgenbach en Robertville. Daarna vloeit ze door Malmédy en neemt ze een zuidelijke koers aan. Ten oosten van Stavelot versterkt de Warche na zowat 35 km aanzienlijk de Amblève ter hoogte van het gelijknamige gehucht Warche. Inmiddels is de rivier al zowat 300 hoogtemeters gedaald. De belangrijkste zijrivieren (eerder beken) zijn de Holzwarche, Bayehon en Warchenne.
> Terug op de Weg des Gedenkens vervolgen we alsmaar rechtdoor, uiteindelijk gaan we wat scherper dalen als Hellenthal in zicht komt. In Hellenthal blijven we de hoofdweg volgen, de Ringstrasse. Bij een bakkerij-café zijn we weer op het vertrekpunt in Hellenthal. Het centrum ligt vlakbij. Voilà, daarmee zit de hele Weg des Gedenkens er op!
> Door de late aankomst gisteravond was er niemand meer bereikbaar op de receptie van camping Belle-Vue aan het meer van Robertville. Dat werd dus een nachtje gratis kamperen, met telefonische toestemming van de eigenaar. Volgende morgen tent inpakken en gewoon weer verder over de Weg des Gedenkens, onze route loopt immers dwars door de camping.
> Ter hoogte van de officiële ingang van de camping loopt de Weg des Gedenkens links verder. Even opletten, want wat later nemen we nogmaals links een nogal onopvallend paadje. Dat leidt een eind verderop naar een plek waar we het sterk versmalde meer van Robertville oversteken. Aan de overkant stijgen we wat weg uit de Warchevallei. Via enkele single tracks komen we in het dorpje Outrewarche terecht. We wandelen er kort langs de hoofdweg om daarna weer de vallei in te dalen. Over knuppelpaden lopen we even later langs de Warche. We passeren er een oude steengroeve. Best prettig wandelen hier in alle rust en natuur.
Vennbahn
> De beslissing om een spoorlijn aan te leggen door de noordwestelijke Eifel werd genomen in 1882. De Duitse keizer Wilhelm I gaf zijn fiat voor een duur spoortraject waardoor Prüm met Aken werd verbonden via Sankt Vith en Monschau. Via zijtakken werden ook Eupen en Malmédy verbonden en de lijn werd ook naar Lotharingen doorgetrokken. Het spoorplan paste in de economische ontsluiting van de streek en ook om ertsen te vervoeren uit het door Duitsland geannexeerde deel van Lotharingen.
> De Vennbahn was dus niet één spoortraject maar vormt eigenlijk een spoornetwerk van meer dan 100 km. De bouw van de spoorlijn zorgde voor veel tewerkstelling in deze geïsoleerd gelegen streek, temeer daar ook nogal wat bijzondere infrastructuur diende te worden gebouwd, zoals viaducten, tunnels en stations. Tussen 1885 en 1889 werden grote delen van de Vennbahn opengesteld. Al snel ontwikkelden zich rond de stations nieuwe woonkernen en economische aktiviteit, zoals hotels, cafés en handelszaken. In die zin was de komst van de trein echt een economische zegen voor de regio. Een stadje als Sankt-Vith zag zijn inwonersaantal op enkele tientallen jaren tijd meer dan verdubbelen, hoofdzakelijk dankzij de ontsluiting per spoor.
> Toeristisch was de Vennbahn in die tijd nog van weinig waarde, de grote voordelen lagen in goederenvervoer en woon-werkverkeer voor pendelaars. Wel werd met de komst van de trein ook de kiem gelegd voor toeristische ontdekking van een bijzonder natuurgebied.
> In de aanloop naar WO I kreeg de Vennbahn er nog verscheidene aftakkingen bij, die in de eerste plaats ook voor militair gebruik waren bedoeld. Tijdens WO I werd de lijn via Sankt-Vith trouwens ook druk gebruikt voor militair transporten van oorlogstuig en soldaten naar de frontlinies in Frankrijk.
> Het strategische belang van de Vennbahn kwam ook tot uiting bij de hertekening van de Duitse kaart na de oorlogsnederlaag van Duitsland. België kreeg er toen de Oostkantons bij als schadevergoeding en ook om strategisch het hinterland van Luik te vergroten. Ook het tracé en de uitbating van de Vennbahn kwam in Belgisch handen, inclusief het spoordeel van 28 km dat over nog behouden Duits grondgebied liep. De volledige toewijzing van de spoorlijn aan België had ook te maken met het vermijden van ingewikkelde grenscontroles door de anders talrijke grensoverschrijdingen. Dat had tot gevolg dat er tussen de spoorlijn en de grens met België kleine Duitse exclaves ontstonden, zoals we tijdens de vorige etappe al zagen met oa het gehucht Ruitzhof. Als Duitse reiziger kon je trouwens ook nog gewoon met marken betalen en de beambten op de trein spraken Duits, terwijl de uitbating en eigendom van de lijn dus Belgisch was. De overdracht van de spoorlijn naar België gebeurde in 1921.
> Tijdens het interbellum neemt het economisch belang van de Vennbahn echter geleidelijk af. Vanaf de jaren '30 wordt op enkelspoor gereden.
> Bij het begin van WO II wilden de invallende nazi's opnieuw de Vennbahn gebruiken voor massaal transport van troepen en militair materieel. Bij Weywertz was de Belgische genie zeer op haar hoede. De brug met drie bogen over de Warchevallei hier werd in de aanloop naar WO II dag en nacht bewaakt en er waren springstofladingen aangebracht. De Warchebrug werd ook effectief tot springen gebracht rond 10 mei 1940, waardoor de Duitse treinen geblokkeerd werden in het rangeerstation van Sourbrodt.
> In augustus 1940 al lieten de bezettende nazi's te Weywertz een voorlopige overbrugging met houten pijlers bouwen, zodat het treinverkeer opnieuw doorgang kreeg. In 1941 werd aangevat met de aanleg van een hoog talud in plaats van een viaduct. De Warche kreeg doorgang via een tunnel. Steen voor die hoge talud kwam uit een nabijgelegen groeve. Dit is hoe je als wandelaar de overbrugging van de Warche vandaag nog ziet.
> Na WO II werd de Vennbahn uiteraard weer Belgisch. Bij de terugtrekking van de Duitsers en de bevrijding door de geallieerde legers had de Vennbahn echter grote vernielingen opgelopen. Sommige delen werden nooit meer hersteld en ook het economisch belang liep verder terug. Passagiersvervoer doofde uit in de jaren '50. Goederenverkeer viel helemaal stil begin jaren '80, de lijn deed in de na-oorlogse periode ook nog gedeeltelijk dienst voor Kamp Elsenborn.
> De Duitstalige Gemeenschap van België kocht de spoorbedding tussen Raeren en Sourbrodt op in de jaren '80 met als doel ze weer open te stellen voor een toeristische treinverbinding. Een aantal spoorfanaten wilden dit uniek stuk spoorpatrimonium ook niet laten verloren gaan en konden een deel van de spoorlijn in 1990 weer openstellen dankzij massaal veel vrijwilligerswerk. Zowat 16.000 spoorbils werden hersteld en de vereniging 'Vennbahn' kocht oude treinstellen om ze op te knappen en weer 'op de sporen te zetten'. Dat kon allemaal door sterke financiële steun van de Duitstalige Gemeenschap en met Europees geld.
> Een toeristisch ritje kon in de jaren '90 op veel belangstelling rekenen, de Vennbahn werd met 15.000 à 20.000 reizigers (vooral Duitsers) een van de belangrijkste toeristische attrakties in Oost-België. Na 10 jaren begint het toeristisch project Vennbahn echter te sputteren. Het aantal reizigers loopt terug en bovendien staat de Duitse Gemeentschap voor zeer hoge onderhoudskosten om de Vennbahn in stand te houden. Begin van een doodstrijd. Omwille van niet langer gegarandeerde veiligheid moeten de treinstellen in de stations blijven vanaf 2002. De vereniging van de Vennbahn gaat in liquidatie en de treinstellen verhuizen naar andere Europese spoorverenigingen.
> Vanaf 2004 loopt nog een paar jaren een toeristisch project rond railbiken op 7 kilometer Vennbahn. Inmiddels worden door de Duitstalige Gemeenschap echter voorbereidingen getroffen voor een andere toekomst: De Vennbahn zal een prestigieuze fietsroute worden door de Euregio tussen Aken en Luxemburg.
> Vanaf 2007 worden de sporen opgebroken. Dankzij samenwerking met Duitsland en Luxemburg kon uit de Europese geldpot worden gegrabbeld. De totale investering voor de fietsroute zou uiteindelijk zowat 15 miljoen € bedragen. Je kan nu van Aken (D) tot Troisvierges (L) fietsen, grotendeels over de oude spoortrajecten.
> De Vennbahn vormt de laatste jaren het toeristisch speerpunt voor Toerisme Oostkantons, er wordt sterk geïnvesteerd in de promotie en met succes. Heel wat fietsers komen er op af.
> Een merkwaardige discussie is ontstaan sinds de sporen van de Vennbahn zijn opgebroken. In 1915 werd met het Verdrag van Versailles bepaald dat de spoorlijn in de grensregio met Duitsland volledig Belgisch werd, waardoor Duitse exclaves ontstonden. Nu de sporen zijn opgebroken is er geen sprake meer van een treinverbinding en is de vraag gerezen of België nog langer kan aanspraak maken op de Vennbahn. De kantonnale overheid van Aken maakt er momenteel alvast geen aanspraak op, het economisch belang van grenstoerisme op de Vennbahn lijkt belangrijker te zijn momenteel dan een discussie over staatsgrenzen. Ongetwijfeld zal de discussie rond het eigendomsrecht over de Vennbahn-bedding de volgende decennia af en toe nog opflakkeren.
> Links op de Vennbahn, we gaan de geasfalteerde fietsbedding nu over zowat anderhalve kilometer volgen. Eigenlijk maakt dit fietspad geen deel uit van de hoofdroute van de Vennbahn. Spoorlijn 45a werd ook pas aangelegd in 1912 door de Duitsers, in de eerste plaats voor militaire ontsluiting. De aftakking van de hoofdlijn is ten zuiden van Weywertz. Via Bütgenbach loopt lijn 45a dan naar de huidige grens te Losheimergraben en verder de Eifel in. Dit zijdeel van de Vennbahn-fietsroute werd in augustus 2014 opengesteld na nog enkele noodzakelijke aanpassingen, zoals de beveiliging van de viaductreling hier.
> In vogelvlucht ligt Kamp Elsenborn op slechts 2 km (zie ook voor uitleg eerste etappe). Het infobordnummer staat niet helemaal correct op de kaart aangeduid. Het dorpje Nidrum zullen we niet passeren. Op het dorpskerkhof daar liggen 30 Russen begraven die omkwamen tijdens hun gevangenschap te Elsenborn en Sourbrodt in 1943 -1944. Ze werden oorspronkelijk in een steengroeve begraven maar kregen in 1947 een graf op het dorpskerkhof van Nidrum. In 1996 werden hun graven nogmaals verplaatst op het kerkhof en kregen ze een monument.
Hellenthal
> Hellenthal is bekend in de regio omwille van de ligging bij het stuwmeer op de Olefbach. In april is Hellenthal ook een populaire startbasis vanuit Duitsland om in de streek de massale wilde narcissenbloei in de beekvalleien op de Belgisch-Duitse grens te gaan ontdekken.
> Tijdens WO II kreeg Hellenthal het hard te verduren onder de geallieerde bombardementen. Indien het Ardennenoffensief van Hitler enkele dagen later zou zijn gestart, zou Hellenthal wellicht al in de decemberdagen van 1944 zijn veroverd door de geallieerden.
> Het oprukkende Amerikaanse leger moest zich toen echter tijdelijk terugtrekken van de frontlijn (ongeveer ter hoogte van de Eifelverein-schuilhut die we straks passeren) door de massale tegenaanval van Hitler die het prille Ardennenoffensief inluidde. De bevolking van Hellenthal moest vanaf september 1944 de vlucht nemen, dieper Duitsland in.
> Vandaag is Hellenthal een vredig en levendig dorpje in de Eifel met volop wandelmogelijkheden, getuige de vele gemarkeerde wandelpaden die hier lopen.
De Oleftalsperre
> De stuwdam op de Olef werd gebouwd van 1954 tot 1959. Nadien werden nog extra versterkingen aangebracht, zodat het meer pas kon worden gevuld in 1965. Jonger dus dan de stuwmeren van Robertville en Bütgenbach, waarlangs we eerder wandelden. Het doel van deze stuw is echter gelijkaardig: Opwekking van electriciteit, drinkwatervoorziening en controle van het waterdebiet. De constructie van een stuw met betonnen pijlers is vrij uniek voor Duitsland maar is in België enigzins vergelijkbaar met die van Bütgenbach. Het stuwmeer bevat ongeveer 20 miljoen kubieke meter water. De wandel- en fietsroute rond het meer is ongeveer 13 km lang.
> Eerst steken we naar rechts nogmaals de Warche over. Een infobord van de Weg des Gedenkens vertelt ons dat er jaren na de oorlogsgruwel van WO II ook nog slachtoffers vielen onder de burgerbevolking. In 1972 raapten enkele kinderen achteloos een verloren granaat op hier aan de oevers van de Warche. Ze ontplofte en kostte het leven aan een van hen, twee anderen werden gewond.
> We wandelen verder over het asfaltwegje, dat de vallei uitloopt en stijgen naar een doorgang onder de Vennbahn. Daar gaan we even rechts om het spoortalud op te klimmen.
> We gaan rechts op de Vennbahn en bij een eerste kruispunt verlaten we de Vennbahn-fietsroute alweer tijdelijk. Links de verkeersweg op door het gehucht Brückberg. Onderweg komen we langs een café en steken nogmaals de Warche over. Zo'n 300 meter voorbij de kruising met de Warche rechtsvoor een rustiger wegje op dat naar een 'Fischweier' loopt, een visvijver dus. Op de T-kruising naar rechts en langs een chalet met café bij die visvijver. We blijven het asfaltweggetje nu even stijgend volgen tot bij een klein kruispunt met rustbank en infobord over Kamp Elsenborn.
Deel 1: Meer van Robertville - Meer van Bütgenbach
Deel 2: Hellenthal: Rondje Oleftalsperre
> Weer de Weg des Gedenkens opgepikt in het Eifeldorpje Hellenthal.
> Bij de rustbank gaan we rechts en stijgen nog een ietsje hoger, tot 550 meter. We nemen de tweede steenslagweg naar rechts en dalen voor een zoveelste keer de Warchevallei in. Onderweg eerste links en op de verkeersweg even rechts om aan onze linkerzijde een mooi pad te vinden dat ons verderop tussen het groen prachtige zichten over de hier lieflijke vallei van de Warche biedt. Rechts in de verte zien we even later hoe de Weg des Gedenkens verder zal lopen: al licht slingerend omhoog naar de Vennbahn.
> Enkele padenwissels leiden ons nog een keertje de Warchevallei uit. Langs een weide bereiken we een bredere steenslagweg, die alweer langzaam gaat dalen en ons nogmaals in de Warchevallei brengt. We lopen even parallel met de Vennbahn-fietstroute. Bij de brug over de Warche ligt een picknickzone.
> Er staat ook een bord van de Weg des Gedenkens waarop je kunt lezen hoe het panikerende Amerikaanse leger bij het begin van Hitlers Ardennenoffensief op ongeveer 2 km ten zuiden van deze plek hun eigen munitiedepot lieten springen. De ontploffing moet geweldig zijn geweest, met veel materiële schade aan burgerhuizen in een grote perimeter maar zonder slachtoffers.
> We steken de brug niet over maar blijven de Warche nu een tijdje volgen, als ze door weiden en bos slingert. De Weg van Herdenking volgt de vallei een tijdje door een langgerekte strook dennenbos over een wat geïmproviseerd wandelpad. Verderop kruisen we de rivier en 150 meter daarna lopen de Warche en de weg via een tunnel onder de Vennbahn door.
> Zelf gaan we niet de tunnel in maar klimmen vlak daarvoor bij een picknickbank rechts het spoortalud op om op de bedding van de voormalige Vennbahn te gaan wandelen. Er is trouwens een interessant WO II-verhaal verbonden aan deze spooroverbrugging van de Warche.
Onderweg langs de Warche nabij Outrewarche
Typisch voor de regio rond Bütgenbach en Sankt Vith is de massale bloei in weiden van paardenbloemen tijdens de maand mei
Vennbahn bij Sourbrodt (oude postkaart)
Spoorviaduct van Bütgenbach op lijn 45a (postkaart)
Spoorviaduct over de Warche bij Weywertz voor WO II (postkaart)
De Weg des Gedenkens klimmend naar de Vennbahn
Uitzicht over de Warchevallei vanop de Vennbahn
Meer van de Oleftalsperre
Bunker op het verbindingsstukje van de rondwandeling
De piste voor fietsers en wandelaars langs het meer van Hellenthal, gevolgd door de Weg des Gedenkens
Huidige doorgang van de Warche bij Weywertz
De Warchevallei tussen Nidrum en Bütgenbach
Voormalig treinstation van Sourbrodt (ingekleurde postkaart)
> We wandelen over het 105 meter lange spoorviaduct van Bütgenbach, dat de relatief brede Warchevallei overspant. Na nog een trage bocht van de spoorlijn arriveren we weer op de voormalige stationssite van Bütgenbach en bij Worriken, waar we twee dagen eerder vertrokken.
> In Hellenthal steken we de Olef over en volgen gewoon de verkeersweg richting Oleftalsperre. Aan de parking bij de stuwdam gaan we links om in een paar zigzags tot boven de stuwdam te stijgen en bij het meer te komen. Vanaf nu is het gewoon de steenslagpiste volgen de hele tijd langs het meer van Oleftalsperre.
> Na zowat 6 km doorwandelen op automatische piloot komen we bij een schuilhut. Op dit punt is de Olef alweer een gewone beek geworden. Fietsers en wandelaars kunnen langs de andere oever terug keren naar Hellenthal. De Weg des Gedenkens heeft voor ons echter nog een ander traject in petto. Bij de hut mag je blijkbaar ook vuur maken, het lijkt me geen slechte wildkampeerplek, hoewel dat eigenlijk verboden is.