Startpagina > Wandelen > Via Arduinna
> Hoofdroute (Suxy - Moyen - Orval) neemt een leuke start door de stille, uitdijende vallei van het riviertje Vierre te volgen. Als je van de Ardennen in de Gaume komt loop je echter een tiental km over asfalt in de buurt van Moyen, Izel en Pin, zij het meestal over rustige wegen en paden. Voorbij Pin kronkel je een tijd door bos om de laatste 4 km over asfalt af te leggen tot de abdij van Orval.
> Het variante traject (Suxy - Martué - Orval) neemt aanvankelijk een even rustige start door bos, maar zonder zicht op de mooie vallei van de Vierre. Aan de historische brug van Chiny volg je enkele kilometers de draaiende loop van de Semois. Daarna passeer je kort bij een uitzichtpunt (Hat) om door bos de Gaume te bereiken in Lacuisine. Hier loop je even 2 km op asfalt om via onverharde paden dan het mooie dorpje van Santiago Matamoros (Martué) binnen te lopen. 2 km asfalt hier waarna de rest van de rit volledig over onverharde bodem loopt. De tocht van Beauban (Franse grens) naar Chameleux loopt door wilde natuur, ook de 5 km langs de Williers-beek naar Orval toe zijn prachtig.
> Moeilijke keuze? Geen probleem, wandel ze gewoon alle twee. Eerst het hoofdtraject, op de volgende pagina het alternatieve traject.
> Start van Via Arduinna in het mooie dorpje Suxy. Suxy is tegenwoordig wel goed ontsloten door toegangswegen en -paden, maar uit welke richting je ook komt, altijd gaat er een lange passage door woud mee gepaard om Suxy te bereiken. Het dorp heeft dan ook zijn ontstaan te danken aan een middeleeuwse setting van kolenbranders, die hier toen, diep in de donkere bossen bomen kwamen loggen om ze tot houtskool te reduceren. Het uitzicht van Suxy is 'very Ardennen': Huizen opgetrokken in grijze Ardense steen. Het kille, stoere karakter van de leisteen wordt verzacht door overkalking van de muren. Vanop afstand gezien ligt het 'witte' Suxy er schitterend bij, harmonieus gekadreerd in een uitgestrekt groen palet van weiden en beboste heuvelkammen. Suxy staat dan wel niet op het lijstje van 'mooiste dorpen van Wallonië', het heeft wel volop charme en karakter.
> Nanananaaa, hoog tijd om uit de sloffen te schieten en te gaan daydreamen langs de Via Arduinna, gewapend met bronwater - made in Suxy - en... een brok 'Santiagozeep'. Het pad loopt Suxy uit over de asfaltweg richting Chiny, om kort na de oversteek van de rivier Vierre links af te slaan en te vervolgen over een kleinere asfaltweg. Even opletten nu, want na een bocht kom je bij een wegsplitsing waar hoofdtraject en variant traject van Via Arduinna ieder een eigen richting volgen. LINKS voor het hoofdtraject en meteen krijgen we ook een minder harde weg van steenslagbedekking onder de voeten. Helemaal tot de stuwdam op de Vierre ligt het traject voor de hand.
> Je volgt steeds maar de licht slingerende weg door de stille vallei van de Vierre. Aanvankelijk heb je prachtige uitzichten over de tot meer uitgedijde Vierre, verderop is het zicht over de Vierre 's zomers wat belemmerd door hoge en dichte bomengroei. In oktober als de goudgele kleuren van de loofbomen weerspiegelen in het roerloze water is het hier werkelijk schitterend wandelen. Onderweg kan je op een van de visserplatforms uitblazen, de verhitte voeten even in de Vierre afkoelen of gewoon genieten van de stilte en het gevarieerde vogelleven hier.
> De Vierre wordt na 5 kilometer wel erg breed. De reden wordt verderop duidelijk: afdamming.
Kwestie van in de juiste stemming te komen bij de start, gaf de cafébaas van 'Le Stop' mij een brok zeep in de vorm van een 'Coquille St-Jacques'.
> De stuwinstallaties op de Vierre dateren uit 1965. De dam is 134 meter lang en 12 meter hoog.
> De Vierre is tesamen met de Rulles de belangrijkste zijrivier van de Semois. Hoewel de Vierre in vogelvlucht hier op minder dan 1 km van de Semois stroomt, vloeit de Vierre pas vele kilometers verder in de Semois, in de buurt van Jamoigne. De Vierre ontspringt uit een samenvloeiing van beken op de hoogtes boven Neufchâteau en wordt snel een brede rivier.
> De bedoeling van deze stuwdam is - zoals dat met de meeste stuwdammen het geval is - om electriciteit op te wekken. Vreemd genoeg zie je rond de stuwdam echter helemaal geen turbine-installaties. Dat komt omdat het water van het stuwmeer via een ondergrondse galerij naar de vallei van de Semois wordt geleid, die een goeie 20 meter lager stroomt dan de bedding van de Vierre. De stuwdam en het stuwmeer dat zo'n 1,5 miljoen kubieke meter water bevat is dus verbonden met een elektriciteitcentrale, gelegen aan de oever van de Semois, op 1,5 km van Pont St-Nicolas. Om de onderaardse tunnel door de waterscheidingslijn van beide valleien te blazen werd in de leisteen een galerij gedynamiteerd aan een snelheid van ongeveer 100 meter per maand. Hiervoor werden 9000 kilo explosieven gebruikt. De uitgegraven schiefersteen werd herbruikt om bospaden in de streek te verharden. De waterpijp is 827 meter lang en loopt in hoefijzervorm naar de elektriciteitsturbine in de vallei van de Semois. Het verval onderweg is slechts 0,9 %, de laatste 42 meter is dat echter 33 %. In de electriciteitscentrale bevindt zich een turbine waarvan de werking wat te vergelijken is met die van een watermolen, met dat verschil dat het 'rad' horizontaal draait ipv verticaal. Output van de centrale is zowat 2000 Kilowatt per uur. Het uitzicht van de Vierrevallei veranderde dus in de tweede helft van de 20ste eeuw drastisch met de aanleg van de stuwdam.
> Platenuitgever EMI zag in 1969 wat in de groep die was samengesteld uit een bont allegaartje van zowel pop- als klassiek geschoolde muzikanten. Wallace Collection kreeg de kans om in de Londense Abbey Road Studio's een langspeler op te nemen, daaruit koos EMI 'Daydream' als single track. De lange 'nanananaaaa....' fade-out is eigenlijk wat geïnspireerd op de gelijkaardige songopbouw van 'Hey Jude', waarmee de Beatles een jaar eerder een hit hadden. 'Daydream' werd een gigantisch succes en topte de hitlijst van meer dan een dozijn Europese landen in 1969. Lange concerttournees en ontelbare televisieoptredens gingen ten koste van het schrijven van nieuwe hitsongs en na een tanend succes splitte de groep in 1975.
> Pas in 2005 vond een reünie plaats, ter gelegenheid van de 'Golden Years' in het Antwerpse sportpaleis. Een laatste groot optreden, waarbij de groep nog eens een lang uitgerekte versie van 'Daydream' zong, gebeurde ter gelegenheid van het 0110-concert te Brussel in oktober 2006. We waren bij de gelukkigen die de song voor de allerlaatste maal live hoorden. Zanger-drummer Freddy Nieuland, die ook Wallace Collection oprichtte, overleed namelijk in 2008.
Een Sint-Jacobsschelp wijst je meteen de goede richting aan.
> De lokale geschiedschrijver van Suxy is bijzonder trots op het feit dat de Belgische popgroep Wallace Collection ooit nog een tijd in Suxy repeteerde. Hier in godvergeten Suxy werd volgens hem de aanzet gegeven voor één van de classics uit de Belgische popgeschiedenis: 'Daydream'. Zegt het nummer je niks? Misschien wel als je het refrein hoort (zet het clipje aan en geniet van Flower Power made in Belgium...).
Via Arduinna langs de Vierre
> Via Arduinna loopt over een prettig pad langs de Vierre-oever. De rivier wordt door afdamming gereduceerd tot een brede beek met een laag debiet. De rotsblokken in het water vertellen ons dat we nog steeds in de Ardennen wandelen, maar niet voor lang meer.
> 1 km na de stuwdam draait het pad scherp rechts omhoog om even later nog scherper links te draaien. Via Arduinna loopt hier hogerop om de rotsige rechteroever van de Vierre te overwinnen.
Het dal van de Vierre tijdens de zomer
> Officieel loopt het traject voor ruiters en paardenkarren hier ook over maar in de praktijk leek me dat door het kapot gemaakte pad zo goed als onmogelijk. Wat verder verandert Via Arduinna snel na mekaar van pad. De bewegwijzering was hier goed, maar aangezien de tocht hier door produktiebos loopt kan verdere boskap hier in de toekomst voor moeilijkheden zorgen bij het vinden van het pad.
> Je komt wat later het bos uit bij een lager gelegen, onderhouden piste die je rechts oploopt om kort daarna te arriveren bij het gedenkteken voor gevallen strijders van de oorlog '40 -'45 gewijd aan Notre Dame du Maquis.
> Verlies je de Via Arduinna-tekens toch in het bos voor je ND du Maquis bereikt, volg dan eventueel de witrode tekens van de TransSemoisienne - Sentier de la Semois (GR 16). Dit GR-pad splitst hier midden in het bos wel af van Via Arduinna, maar als je na een tijd bij een brug over de Vierre arriveert (Pont des Croisettes) kom je - door bij de brug de Vierre NIET over te steken maar 100 meter rechts te wandelen - weer bij Via Arduinna ter hoogte van ND du Maquis.
> Bij de stuwdam op de Vierre is een kruispunt van langeafstandspaden. Komende uit Suxy splitst de 205 km lange Gaume Buissonnière (blauwe G.B.-tekens) hier af naar rechts richting Chiny. Een ander pad waarmee we al een tijd samen liepen is GR 151, het vroegere het Ardennen-Eifelpad (GR AE). Richting Chiny loopt GR 16 - Sentier de la Semois, tesamen met de TransSemoisienne. Via Arduinna volgt deze paden niet langer maar gaat LINKS verder langs de Vierre in het gezelschap van de witrode tekens van de TransSemoisienne - Sentier de la Semois (GR16).
> We zijn hier aangekomen op de eerste cuesta van de Gaume, een cuesta is een heuvelrug van harder gesteente dan het omliggende en gecreëerd door ongelijke erosie van het landschap. In de Gaume zijn er zo drie lange cuesta's. We staan hier op de eerste, de cuesta waarop ook Florenville is gelegen. Tijdens de variante etappe merk je in de buurt van Martué en Florenville mooi de geologische ongelijkheid. Typisch voor de Gaume is dat dit harder gesteente bestaat uit kalkhoudend zand. Linksvoor is een groeve waar deze steen wordt geëxploiteerd.
> Op dit kruispunt komt een grotere weg van rechts, de N840, die Pin met Orval verbindt. We zullen deze weg over een uur opwandelen richting Orval.
> Bij Notre Dame du Maquis verlaat Via Arduinna de Ardennen voorgoed. Op de tocht naar het zuiden zijn we aangekomen in Belgisch Lotharingen, meer bepaald de Gaume.
> Na 100 meer kom je bij het grote picknickterrein van Moyen-Izel, 'La Rochette'. De site is zowat volledig opgetrokken in hout, inclusief een aantal speeltuigen. Passeer je hier in slechte weersomstandigheden dan vind je in de overdekte constructies een prima schuilplaats. Je zou hier ook je tent kunnen recht zetten voor de nacht, hoewel dat eigenlijk niet officieel toegelaten is. Meestal is de plaats rustig, behalve op een zonnige weekenddag wanneer het hier zelfs vrij druk kan zijn met bbq'ende families, 'Les Rochettes' is immers bereikbaar met de auto.
Oude lavoir: Nu dorpsmuseum. Behalve oude foto's zie je er ook oa de eerste dorpsfiets, de oude wijzerplaat van de kerk en nog veel meer waarrond de voormalige café-uitbater Henri allerlei merkwaardige verhalen weet te vertellen.
> Al tijdens het bestuur van de graven van Chiny was Suxy een nederzetting voor de houtskoolbranders die hier in het woud werkten. Rond het jaar 1050 was Sint-Thibault in Suxy om met de kolenbranders te werken. De bron, naar hem genoemd, wordt miraculeuze gaven toegedicht. St-Thibaut: Zie ook in het wandelverslag over GR 57.
Mr Henri van Café 'Au Stop'
(overleden op 7/3/2010)
Bron Saint-Thibaut, achter de kerk van Suxy
> Suxy wordt niet uitgesproken als 'Suksi' maar als 'Susi'. Het oude Suxy is één van de meest geïsoleerd gelegen dorpen van de Ardennen. Suxy lag ook op een Romeins diverticulum, een heerbaan die de grote banen Reims – Trier en Reims – Keulen verbond. Bij het café staat een oude wasplaats, nu klein dorpsmuseum.
Suxy: Café 'Au Stop' voor 2009. Het café was gesloten van 2009 tot 2016 om daarna te openen als brasserie-hotel. Links de oude dorpswasplaats.
> Wil je hier afsnijden en via Chiny Pont St Nicolas terug naar Suxy wandelen over de variante tak van Via Arduinna, dan kan dat. Volg dan rechts de TransSemoisienne (witrode tekens). Je komt zo ondermeer langs de elektriciteitscentrale van de Vierre in de vallei van de Semois, een camping, een 'strand' aan de Semois, een café en de mooie Pont St-Nicolas. Pik in de buurt van de Pont St-Nicolas het variante traject van Via Arduinna op in noordoostelijke richting. Op deze wijze heb je een circuit van ongeveer 15 km. Met de topofiche over Via Arduinna in de hand wordt het allemaal wat duidelijker.
> In dit wandelverslag lopen we van aan de stuwdam nu echter verder zuidelijk richting Orval.
Stuwdam op de Vierre
Half april kleuren verspreide bosjes wilde narcissen de oevers van de Vierre geel.
2 maal dezelfde vlinder: Het landkaartje. De eerste generatie, die in de de lente uitvliegt, is overheersend oranje gekleurd.
De tweede generatie, die je 's zomers op een zonnige dag zeker langs Via Arduinna kan zien rond witte schermbloemen,
is overheersend zwart gekleurd.
Het landkaartje komt vrij talrijk voor in het land van Arduinna.
De Vierre kort na de stuwdam, meer een brede beek zonder diepgang.
Notre Dame du Maquis
> Ergens in de omgeving van deze plaats die 'Les Croisettes' heet moet een rotsblok liggen dat 'La Pierre du diable' (de duivelssteen) heet en waaraan een legende is verbonden. Zelf had ik op dat moment geen tijd om de steen te zoeken, maar hier is de story met plaatsbeschrijving, vertaald uit het boek 'Nos pierres et leurs legendes' van Willy en Marcel Brou.
> "Op een plaats die 'Les Croisettes' heet en op 150 meter stroomafwaarts van de samenvloeiing van de Vierre met de beek Ruisseau des Arrignans steekt een duivelssteen uit de grond. Zijn bovengronds volume is ongeveer 1 kubieke meter en het oppervlak is gemarkeerd met een rond gat, veroorzaakt door de hoefafdruk van het legendarische Ros Beiaard. 12 heksen vierden sabbat rond deze vervloekte rots waarop de duivel in hoogst eigen persoon rustte. Sint-Thibald, beschermer van de kolenbranders, besprenkelde de megaliet met wijwater, waardoor de duivel voorgoed verdreven werd. Desondanks werd de steen later nog steeds gewantrouwd en vermeden. Een andere legende heeft het over een schat die onder de steen verborgen ligt en over stoutmoedigen die probeerden de schat te bemachtigen op een maanloze middernacht en bij stormweer, daarbij op blote voeten bezwerende verzen prevelend. "
> Nounou, wandelend onder de beschermende zegen van woudgodin Arduinna zou je geen problemen mogen krijgen om bij de duivelssteen te komen. In de beschrijving van de broers Brou is het wel niet duidelijk langs welke oever van de Vierre je moet zoeken, ik vermoed langs de rechteroever. Je hebt zeker een gedetailleerde topokaart nodig. Veel zoekplezier!
> De site van Orval vindt zijn oorsprong in de 11de eeuw, toen Benedictijnen er een nederzetting oprichtten en de omgeving ontgonnen. In 1131 werd er een Cisterciënzerabdij opgericht. Een brand verwoestte de gebouwen grondig in 1252. In 1637 zijn het de Franse troepen die de gebouwen in de as leggen. Pas vanaf 1759 wordt nogmaals aan de heropbouw van de abdij begonnen; naast de oude ruïnes.
> Helaas hebben de Cisterciënzers de tijdsgeest tegen als enkele jaren later de Franse Revolutie uitbreekt en hun eigendommen verbeurd worden verklaard en geplunderd. Opnieuw wordt Orval verlaten. Pas na de Eerste Wereldoorlog wordt er weer aan heropbouw gedacht. De nieuwe abdij wordt in de jaren '30 en '40 gebouwd, in een stijl die voor die tijd redelijk revolutionair is. Aan de ingang bevindt zich een 17 meter hoog Mariabeeld.
Cisterciënzerabdij van Orval
> Het is de ligging van de site, de mooie combinatie an de romantische ruïnes en de ‘nieuwe’ abdijgebouwen in gele steen die het geheel zo prachtig maken. Voeg daarbij nog de vervaardiging van ambachtelijke producten (kaas en bier) en meteen ook is de populariteit voor een bezoek aan de site verklaard. De abdijruïnes met museum, kruidentuin en oude apotheek zijn dagelijks te bezoeken voor enkele euro's.
> Aan de bron van Mathilde kan je je watervoorraad bijvullen. Aan deze bron, die al van in de Merovingische periode het middelpunt van de site vormt, is een legende verbonden. Toen Mathilde van Toscane in het dal haar trouwring verloor riep zij door gebed de hulp van God in. Spontaan sprong er aan de bron een forel uit het water met de bewuste gouden ring in zijn bek. Mathilde riep verrukt uit dat deze plaats voorwaar een gouden dal is (Val d’Or), vanwaar de naam Orval ontsproot. De forel is het logo van het abdijbier.
> Het is in mogelijk om in het abdijcomplex te overnachten, in het kader van bezinning- of 'herbronningweekends'. Voor wandelende families en groepjes is er echter ook accommodatie beschikbaar aan gunstige voorwaarden! Contacteer de pater-concierge van dienst. Aan het abdijcomplex is ook een winkel waar je artisanale producten of literatuur kan vinden. Het eten van kaas of bier moet wel buiten de abdij plaats vinden. De brouwerij zelf wordt slechts uitzonderlijk voor het publiek opengesteld.
> Er zijn een paar restaurants/tavernes langs de toegangsweg naar de abdij. In taverne l'Ange Gardien, die het kortst bij de abdij ligt, kan je gerechten eten die op basis van Orvalkaas of -bier zijn bereid. Je kan er ook een soort ‘Orval-light’ drinken, een tussenoplossing als je denkt dat het alcoholgehalte je met je zatte wandelbotten in de Williersbeek kan doen belanden! Meer info www.orval.be.
> Onmiddellijk rechts dus na de watertoren (slechte padmarkering). Je loopt hier op een hoogte van ongeveer 350 meter op de cuesta. Probeer de Romeinse weg Trier - Reims te herkennen in het landschap. Hij steekt op ongeveer 100 meter links onder de grond. Je komt bij een T-kruispunt (verwarrende padmarkering) waar je links moet om kort daarna onopvallend de Romeinse heirbaan te kruisen.
> Je wandelt nu zuidwestelijk tussen bos en weide om na 600 meter het Bois de Watinsart in te duiken. Blijf het hoofdpad volgen tot je na een goeie kilometer door het bos bij een 5-sprong van paden komt. Er was hier geen Via Arduinna-markering. De juiste bosweg is de meest linkse, een vrij goede en duidelijke piste die na een lichte bocht naar rechts en een scherpere bocht naar links nog scherper weer naar rechts draait.
> Bij de picknicksite draait Via Arduinna naar links, een licht golvende asfaltweg op die een hele tijd vrij recht door open weidelandschap loopt. Na 1,5 km steek je bij een opvallend kruisbeeld een grotere asfaltweg over die op de waterscheidingslijn (350 meter) tussen de rivieren Vierre en Semois loopt.
> Rechtdoor, bij een paar mooie eiken bereik je Moyen waarvan je eerst door de wijk 'La Neuville' loopt om dan rechtdoor te vervolgen naar het centrum van dit Semoisdorp. Daarmee zijn we dus in de Semoisvallei aangekomen.
> In Moyen de rugzak even afgelegd voor een biertje 'Chez Ginette', een café gelegen bij de brug over de Semois. We zijn net over halfweg tussen Suxy en Orval. Na de Semois-oversteek loop je gewoon rechtdoor over de hoofdstraat tot een T-kruispunt, hier even links en bij een bron rechts een geasfalteerde kerkwegel op die je, langs een boomgaard en een korte bocht, tot bij de kerk van Izel brengt.
> In Izel is nog een bakker. Hier ook zie je witgele padmarkering van de Gaumeroute, die we maar heel kort volgen. Na een paar snelle wegwissels kom je op een pad van betontegels, middenin een watergleuf. Dit leidt naar een derde dorp op korte tijd: Pin.
> Hier, in de Gaume, stroomt de Semois rustiger en in minder wilde meanders dan verder stroomafwaarts in de Ardennen. Wandelend door Moyen zie je rechts trouwens een overstromingzone van de Semois, waar ondermeer een voetgangerspasserelle ligt. Inwoners van Moyen vertelden me dat het water van de Semois zelden zo hoog komt. We checkten het even na en blijkbaar dateren de laatste overstromingen van 2003 en 2007, waarbij ook enkele straten blank kwamen te staan.
> De vrij drukke N83 (Florenville - Aarlen) snijdt Pin in twee. Op het kruispunt bij de kerk neem je de brede asfaltweg zuidelijk. Deze weg verlaat je alweer na ongeveer 200 meter in een bocht bij een zitbank. Rechts over een asfaltweg die naar een tunneltje onder de spoorlijn Florenville - Virton loopt. Onder de spoorweg door. Volgende richtpunt is een watertoren. Onmiddellijk na de watertoren rechts maar wacht even voor je van richting verandert, lees eerst even volgende uitleg:
> We passeerden net langs onze linkerkant een versleten straatbord met de vermelding 'Brunehaut'. Met 'Brunehaut' worden vaak plaatsen of straten aangeduid die voormiddeleeuws zijn: Frankisch, Romeins of Keltisch. De naam is afkomstig van 'Brunehilde', koningin van het Frankische Rijk. Ze zou in het Frankische tijdvak deze wegen weer 'upgraded' hebben en naar haar laten noemen. De Chaussée Brunehaut die hier passeert is niet zomaar een zoveelste Romeinse weg, maar de belangrijkste Romeinse heerbaan die door huidig Zuid-België loopt. Hij verbindt Trier met Reims en loopt over lange kaarsrechte stukken, meestal op heuvelruggen en zelden in dalen.
> Sla je op het kruispunt het weggetje links in (zie kaartje) dan passeer je na ongeveer 300 meter op je rechterzijde een bosje struiken. Hier stond eeuwenlang de Tour Brunehaut, een soort versterkte uitzichttoren, wellicht om de doortocht over de weg te controleren. Hij stond er blijkbaar nog in de 17de eeuw, maar is nu geheel verdwenen.
> Het onverharde wegje dat Via Arduinna nu zal volgen (na de watertoren onmiddellijk rechts) is niet de oude Romeinse heerbaan. Deze loopt parallel op ongeveer 50 à 150 meter meer zuidelijk (zie kaart).
> Deze plek heet 'La Manse Brunehaut' en hier werd een klein gebouw bloot gelegd, bestaande uit 2 kamers en een kelder. 50 meter oostelijk werden de resten van een Galloromeinse tempel ontdekt. Volgens Patrick Menon in 'Chaussée romaine de Reims à Trèves' zijn er sporen gevonden dat deze deze Galloromeinse tempel van oudere, Keltische, origine is. Deze vaststelling past perfect in de theorieën van Henri Gratia die we hier eerder bespraken en wijzen op een preromeinse weg.... richting Arduinna's heiligdom. We zitten dus op het juiste spoor...
> Zo bereik je de N840 in de vallei van de Mouline. Rechts de N840 op, eigenlijk een rustig asfaltwegje dat Pin met Orval verbindt over 7 km. De boerderij en molen iets verder zijn nu een luxe buitenverblijf. Was je van plan om het woud dwars door te steken naar Chameleux, vergeet dat best, want zowat alle paden en bos de volgende kms zijn hier privé-bezit. De rest van Via Arduinna is duidelijk: Volg gewoon de N840. Voorbij een aantal vijvers en een pompstation om tot slot zacht te dalen langs de domeinmuren van de beroemde abdij van Orval.
De Semois te Moyen, met rechts het overstromingsterrein.
Zwartwit Kaart uit 'Le Pays Gaumais' (1956). De dikke zwarte lijn is het traject van de heirweg Reims - Trier
ten zuiden van Pin. De inkleuring hebben we zelf gedaan: In oranje het trajectverloop van de nieuwe Via Arduinna.
In het bos van Watinsart volg je oa een oude steenweg.
In het landschap herken je na 2 millenia nog de Romeinse heerbaan. Bij het bosje links stond de Tour Brunehaut. (Foto 'Le Pays Gaumais' 1956)
Nabij de watertoren van Pin
Bron onderweg van Moyen naar Izel
Nationale weg 840 is een rustig asfaltbaantje.
Rechte asfaltweg richting Moyen
Dit is niet de officiële site van Via Arduinna.
> Voilà, een spetterend einde van deze etappe. Tijd voor Orvalbier. Zin om ook het iets langere variante traject eens te proberen? Lees dan de volgende pagina als appetizer.