Startpagina > Wandelen > GRP 575
> Deze etappe loopt voor de helft door de provincie Luxemburg. Eigenlijk maakt dat geen verschil want na de klim uit de Ourthevallei zetten we in westelijke richting koers door een meer typisch Condroz-landschap dan de voorbije etappen. Ongewoon veel verharding onder de wandelschoenen, zowat 80 % is geasfalteerd, maar het zijn wel rustige wegen, die vaak weidse uitzichten bieden over een overwegend agrarisch landschap. We lopen langere tijd hoog tussen de valleien van Ourthe en Néblon. Het dorp Ocquier met zijn mooie huizen vormt een aangenaam tussenpunt, evenals eindpunt Les Avins met zijn stoere versterkte kasteelboerderijen. Dit etappetraject behoort haast volledig tot het alleroudste deel van de Condroz-wandelroute, gecreëerd al in 1943.
> Les Avins ligt op een kruispunt tussen de hoofdroute van GRP 575 en een 14 km lange en gemarkeerde doorsteekroute van GRP 575 tussen Les Avins en Marchin. Hamoir dan weer ligt op de kruising van GRP 575 met GR 57 (Ourthevallei). Hamoir is zowel per trein (lijn Luik - Rivage - Marloie) als met TEC-bussen bereikbaar. Eindpunt Les Avins is maar een klein dorp, er passeert enkel bus 126a (Huy treinstation - Havelange). Deze bus 126a bedient behalve Hoei ook een aantal plaatsen die langs de hoger genoemde GR-verbinding naar Marchin liggen. Je kan bus 126a ook combineren met bus 126b, die een aantal plaatsen langs GRP 575 bedient die meer westelijk liggen, zoals Porcheresse, Hamois, Emptinne en Ciney. Je wisselt dan in Havelange maar het is soms gewoon dezelfde bus die van nummer verandert. Reizen tussen Les Avins en Hamoir is een ingewikkelde zaak. De routeplanner van TEC zal je waarschijnlijk een voorstel doen via Huy en Luik, wat een lange omweg is. Soms rijdt bus 97 (Hoei - Ouffet) door tot Hamoir, dat is misschien een ietsje sneller maar toch ook geen ideale optie.
> Horeca en winkels te Hamoir, onderweg enkel te Ocquier (horeca en buurtwinkel). In Les Avins is niks, de volgende winkel ligt 7 km na Les Avins (Verlée) of op de verbindingsroute eveneens 7 km na Les Avins (Pont de Bonne). Campings enkel in Hamoir.
Hamoir
Hamoir, kadewoningen
Hamoir
> Waar de Néblon in de Ourthe vloeit ligt Hamoir. Hoewel de eerste geschreven bronnen over Hamoir uit de 9de eeuw dateren en de nederzetting wellicht nog veel ouder is, was Hamoir nooit een belangrijke woonkern. Dat ondanks het feit dat er van oudsher een brug lag over de Ourthe die het oude hertogdom Limburg verbond met de Condroz. Het zwaartepunt van de kerkelijke en juridische macht lag eeuwenlang in het dorpje Xhignesse (op 2,5 km). Pas eind 18de eeuw begon Hamoir echt te groeien. De aanleg van de spoorlijn en verbetering van de toegangswegen in de Ourthevallei in de 19de eeuw lokte handel, nijverheid en fabrieken naar Hamoir en deed het belang van het mooie Xhignesse helemaal wegdeemsteren. Xhignesse ligt niet langs GRP 575, wel op het traject van GR 57 en het Sentier pédestre de l'Ourthe et de Néblon. Dat laatste pad passeert ook over de oude merovingische necropool van Xhignesse.
> Op enkele omgevormde oude boerderijen en woningen aan de Ourthekade na zie je dus eigenlijk niet veel oude gebouwen in Hamoir. Het leukste in Hamoir-centrum als bezoeker, is eigenlijk gewoon wat flaneren over de mooie paden langs de Ourthe-oever... of GRP 575 volgen over het smalle wegje langs de Néblon.
> Hamoir was in 1943 het eerste startpunt van het Sentier du Condroz (wandelpad van de Condroz). Midden in oorlogstijd tekende de dynamische plaatselijke voorzitter van Touring Club, Arthur Petit, het eerste langeafstandspad voor de Condroz uit, nadat Maurice Cosyn een ruwe schets had gemaakt van de langeafstandsroutes door Wallonië. Het was 44 km lang en dient tot vandaag als blueprint voor de huidige GRP 575, tot voorbij Ocquier.
Croix Mouchette
> Het huidige kruis werd hier geplaatst op 10 november 2005 en vervangt een ouder, identiek maar verweerd kruis. Sponsor van dat vernieuwde kruis was een zekere mevrouw Mouchette maar eigenlijk heeft ze voor zover bekend niet rechtstreeks te maken met de naamsoorsprong. Wellicht was de overeenkomst enkel een motivatiebron om de plek in ere te herstellen.
> Komende vanuit Lassus lopen zowel GR 57 als GRP 575 bij aankomst in Hamoir over de Ourthebrug maar aan de overzijde splitsen beide GR's dadelijk. De Condroz-route gaat dadelijk links tussen mooi gerestaureerde kadewoningen en de parkachtige Ourthe-oever.
> Na 200 meter kom je op de plek waar de Néblon in de Ourthe mondt. Daar rechts, om de gekanaliseerde Néblon stroomopwaarts te volgen. Het smalle wegje loopt verderop tesamen met de Néblon onder een lage spoorwegbrug. We komen uiteindelijk op de Rue Gilles del Court. Even goed de bewegwijzering volgen nu.
> Op de Rue Gilles Delcourt links en meedraaien met deze straat naar rechts tot je na 120 meter op de verkeersweg N831 komt, dat is de weg Hamoir - Tohogne - Durbuy/Barvaux. Links die weg 100 meter volgen en dan rechts het gemeenteparkje in lopen waar het vredegerecht en de brandweer zijn gevestigd. Hou in dat park nog voor de rustieke gebouwen links aan, voorbij een paar indrukwekkende bomen, steek een beek over en volg een pad naast en parallel met de beek.
> Zowat 150 meter na de kasteelgebouwen neem je op een vorksplitsing het linkse pad en dat gaat nu een tijd hard stijgen uit de vallei van de Néblon. Als we op het crêtepad komen tussen de valleien van Ourthe en Néblon hebben we al 50 hoogtemeters overwonnen.
> De omgeving hier baadt eind mei in een zee van neusprikkelende daslook. We stijgen nu verder over de graat tussen Ourthe en Néblon.
De linde van Croix des combes
Grand Houmart
> De linde is een oude spijkerboom, waar passanten nagels inklopten om zo symbolisch hun kwalen achter te laten. Dat in onbruik geraakt ritueel was eeuwenlang in zwang om bvb tandpijn of andere acute pijnen te verdrijven. Je moet goed zoeken om nog nagels te vinden. Door verdikking 'slokte' de linde de nagels op. Met een metaaldetector wordt het wellicht wat duidelijker. Al zeker midden 18de eeuw is hier een kruis, waarschijnlijk nog veel langer.
> De echte oorsprong van dit eikenhouten kruis is ook weer verweven met een legende waarvan de echtheid moeilijk hard is te maken. Een man met de naam Mouchette was enkele eeuwen geleden op weg naar huis met een kar hooi. Onderweg brak een hevig onweer los. De boer ging onder de kar schuilen maar dat kon niet voorkomen dat hij door de bliksem werd getroffen. In zo'n geval werd dan vaak een 'Croix d'occis' geplaatst, dat zijn kruisen voor personen die op onnatuurlijke wijze om het leven kwamen. Lokale historici wijzen er echter op dat zo'n croix d'occis bijna zonder uitzondering in steen werden gemaakt.
Croix des Combes
> Het kruis vond ik niet maar misschien keek ik niet goed tussen het dichte gebladerte van de linde. Het moet tegen of aan de boom staan of hangen. 'Combes' betekent zoiets als holte of inzinking. Dat zou dus op de gedeeltelijk holle stam van de linde kunnen slaan maar meer waarschijnlijk heeft het eerder betrekking op de hoge ligging tussen de ingesneden dalen van de Néblon en Ourthe.
> De linde van het Croix des Combes staat op een hoogte van 310 meter, het hoogste punt van onze tocht tussen Hamoir en Ocquier. We gaan links bij die linde en een bosje om zo in rechte lijn een lange, geleidelijke daling in te zetten. Asfalt maakt eindelijk plaats voor minder harde ondergrond in de vorm van een kiezelweg. De weg gaat een eind lager wat bochten en bereikt zo de N814. Die kruisen we en 50 meter verder rechts een ongebruikte, brede stenige weg volgen die de daling verder zet. De oude steenweg loopt het dorpje Oneux binnen, behorende tot de gemeente Durbuy.
Kasteel Hamoir, nu vredegerecht
> De graat waaiert wat hoger open in een landbouwplateau waar we langs de bosrand verder lopen tot in de bocht van een verharde veldweg die we rechtdoor volgen. Inmiddels zijn we nogmaals 60 meters gestegen, zowat 110 meter hoogteverschil dus sinds de start van de stijging!
> Toen we het bos uitkwamen zijn we ook ongemerkt van provincie gewisseld, we zijn nu Luxemburg binnen gewandeld en zullen er blijven tot kort voor Ocquier. Na een daling in een bosje waar we op het laagste punt de meest rechtse weg nemen, komen we even later in een eerste Luxemburgse gehuchtje, het straatdorpje Hermanne, waar het niet de kerk is maar een watertoren die domineert.
>De plaatselijke schilder van SGR heeft de volgende kilometers extra zijn best gedaan om de eentonigheid van het rechte traject wat te breken met zijn witrode schilderwerk van bordjes en afstanden. We volgen de hoofdweg door Hermanne verder rechtdoor. De uitzichten worden weidser en de weg loopt op de waterscheidingslijn tussen Ourthe en Néblon onveranderd rechtdoor. Wat lager links zien we het mooi gelegen boerendorp Grand Houmart liggen, we nemen onderweg niet de wegen die er links naar toe lopen. Bij het Croix de Mouchette is een rustbank.
> Onder een warme herfstzon zonder wind was het hier - ondanks de lange asfaltstreep - zalig wandelen zo hoog boven de valleien van Ourthe en Néblon maar in slechte weersomstandigheden ben je de hele tijd blootgesteld aan de weerselementen. Ik zou hier zo relatief hoog ook niet willen lopen bij bliksem, er is al een croix d'occis! We lopen nog altijd op de scheidingslijn van de stroomgebieden en valleien van Néblon (rechts) en Ourthe (links). Padmarkering is soms niet evident door te weinig steunpunten maar de schilder van SGR heeft werkelijk zijn best gedaan. We krijgen allerlei tussenafstanden te lezen en er zijn zelfs aanmoedigingsleuzen geschilderd.
> Het panoramisch pad maakt verderop een links-rechts-rechts beweging in wijzerzin. Daarbij dalen en stijgen we even. Ik vraag me af of de oorspronkelijke weg hier niet gewoon rechtdoor liep naar een kruispunt van oude paden waar we via dat omwegje dadelijk langs komen, het kruispunt bij het Croix des Combes, gemarkeerd met een oude linde.
Icarusblauwtje
Croix Mouchette, ideale rustplek (als het niet bliksemt...)
Vuurvlindertje
11de eeuwse kerk van Ocquier met 17de eeuwse toren
> Bij het kruispunt aan de voormalige dorpspomp van Oneux links even de verkeersweg op en 70 meter verder nemen we de eerste rechts (bij een rustbank en kapel). Dat is een steenslagweg die wat verder langs een grote boomgaard van vooral kriekenbomen loopt en onderweg overgaat in een grasweg. Nog een eind verder gaat die grasweg over in een bospad. We dalen nu licht, eerst door gemengd bos, dan door donker dennenbos en verderop weer gemengd bos. Zo komen we na een uitwijking naar links beneden in de vallei van een beekje met de naam Sevrin, waaruit de Néblon wordt gevormd.
> We steken die bronbeek van de Néblon over via een brugje en gaan dan rechts een valleiwegje op. Deze blijven we wat verder nog even volgen als hij een bocht van 90° naar links maakt. Op dat punt splitst het Sentier pédestre de l'Ourthe et de Néblon af (gemarkeerd met een konijnsymbool), waarmee we vele kilometers samen liepen.
> De GR gaat even later rechts nog zo'n bronbeek (en de provinciegrens Luxemburg - Luik) van de Néblon over, de Ruisseau de l'Ombre. Enkele tientallen meters na dat brugje nemen we rechts een kronkelend en kort stijgend bospaadje dat al snel een veldweg wordt en over loopt in een asfaltweg. Verderop door een woonwijk, afsplitsingen negeren, we lopen nu recht op de stoere kerk van Ocquier af.
> In Ocquier zijn een paar cafés en een buurtwinkel 'Chez Marie-Jeanne', naast de kerk. Vooraleer verder over GRP 575 te wandelen, kan je eventueel de straatjes achter de kerk exploreren (La Cour des Moines).
> Over GRP 575 gaan we voor de kerk links over de hoofdweg en langs de dorpswinkel en een paar rustbanken. We slaan dan dadelijk rechts de Rue Thier de l'Eau in. Na 50 meter rechtdoor over een paadje dat ons wat lager op de Rue du Vieux Moulin brengt. Langs de mooi gerestaureerde watermolen waarvan het rad nog in werking kan worden gezet (levert electriciteit aan de woning).
> Scherp links aan de watermolen om langs de voormalige maalderij te lopen en over een pad tussen hagen te stijgen tot bij een houtzagerij op een verharde weg. Links daar en wandelen tot op de N641. Links op die verkeersweg en tot op het kruispunt wandelen waar een richtingaanwijzer naar Vervoz staat. Links zien we de grote Lijsterhoeve maar we gaan rechts de weg naar Vervoz op en volgen die steeds maar rechtdoor om na bijna 2 km in dit merkwaardige dorp te arriveren.
Detail van de 16de eeuwse doopvont
> De oudste gebouwen van Ocquier dateren vooral uit eind 17de eeuw, waaronder enkele hoeven. De meest opvallende is de zogenaamde Lijstershoeve die vroeger blijkbaar als reizigershospitaal dienst deed en ondermeer pelgrims voor Santiago de Compostela ontving. Dat gebouw wordt ook wel eens 'de hoeve van de 100 vensters' genoemd. De Castel du Val d'Or was ook een hoeve, werd later een postrelais en is nu een restaurant. Van de Sint-Remacluskerk, gebouwd in opdracht van de monniken van Stavelot, zijn nog oudere delen over uit de 11de eeuw. In de gevel kan je nog grote blokken steen merken, mogelijk afkomstig van een Romeinse villa uit Vervoz. De grootte van het oorspronkelijke romaanse basilica-plan duidt er op dat Ocquier een nederzetting van belang was. Binnenin staat ook hier een mooie doopvont.
Lijstershoeve (Ferme aux Grives), gebouwd in natuursteen
Grand Houmart
Vervoz, kapel de Tornaco, gebouwd met afgemeten kalksteenblokken zonder cement tussen.
Ocquier
> Opnieuw een mooi Condroz-dorp met best wat karakter. De bewoners van de kleine huizen achter de kerk fleuren bovendien hun gevels op met geraniums en andere bloemen waardoor de grijze kaksteengevels eerder een zachte zuiderse sfeer uitstralen. De Cour des Moines heeft nog middeleeuwse sfeer.
> De ligging van Ocquier, aan één kant tegen een steile helling aan (waarlangs we Ocquier verlaten), duidt ook hier op de verdedigende en controlerende functie die de vroegste nederzetting moet hebben gehad. In de periode dat de abdij van Stavelot over grote delen van de Condroz en de Ardennen de plak zwaaide, ontwikkelde ook Ocquier zich al, in de 9de of 10de eeuw. Hoewel er sporen zijn dat er hier al een versterking moet zijn geweest in de tijd dat de Romeinse weg werd gebouwd waarlangs de vicus Vervoz ontwikkelde. Uit de periode van de eeuwenlange macht van de abdij van Stavelot is nog een grenspaal over. Hij staat 2 km ten N van Ocquier, langs de N641.
Watermolen van Ocquier
> Niks doet vermoeden dat Vervoz zo'n rijke geschiedenis achter de rug heeft. Dat had alles te maken met de ligging van Vervoz op een kruising van twee vrij belangrijke Romeinse heerwegen. Enerzijds kwam uit het westen de weg Bavay - Dinant - Keulen en anderzijds uit het zuiden de weg Aarlen - Hoei - Tongeren. Een echte Romeinse stad zoals bvb Tongeren, Bavay of Keulen ontwikkelde zich hier niet maar wel een vicus, Vervigum. In België zijn ongeveer een veertigtal zulke vici gelokaliseerd, ze vormden een belangrijke woonkern, geen stad maar ook veel meer dan één villa.
> Hier in Vervoz waren in de 1ste eeuw oa een Romeinse tempel, thermen en langwerpige woonhuizen. Ontgraven sporen van pottenbakkersovens wijzen er op dat er een zekere nijverheid was ontwikkeld. Er was bijna zeker ook een mansio, een soort hotel voor de reizigers en soldaten, gebouwd in vierkantvorm rond een koer. De meeste andere huizen lagen direkt langs de weg, Vervoz moet dus wat het uitzicht hebben gehad van een straatdorp. Foto's opgravingen. Niks dat daar nog aan herinnert dus. Over de eeuwen heen werd de steen van de oude nederzetting gerecupereerd voor nieuwe huizen. Zo ging dat eeuwen lang. Hier in Vervoz heeft de plaatselijke baron eind 19de eeuw zo nog een pak bouwsteen laten uitgraven om die te gebruiken voor huizen te Ocquier. Verdere opgravingen in de 20ste eeuw brachten ondermeer een begraafplaats, keramiek en een geldschat aan het daglicht.
> In de middeleeuwen was Vervoz eigenlijk in privé-bezit van achtereenvolgens de adellijke geslachten de Merode en de Tornaco. Behalve een kasteel maakten twee afhankelijke boerderijen en een smidse deel uit van de heerlijkheid, zowat alle gebouwen zijn 18de en 19de eeuws. De neogotische Sint-Hubertuskapel bij de grote vijver is gebouwd in 1867 en herbergt eigenlijk de familiekelder van de de Tornaco's. Je kan in de exclusieve omgeving van Vervoz wel overnachten in een mooie gîte maar voor één nachtje ben je hier helaas niet welkom. Uit de door bronnen gevoede vijvers ontspringt de Ruisseau d'Ocquier, een zijbeek van de Néblon.
Vervoz, 18de eeuws château
> Op de vijfsprong van wegen voorbij de vijvers van Vervoz vervolg je in dezelfde richting, over een landbouwweg van betonnen platen die afgezoomd is met beken en populieren aan beide zijden. 600 meter verder neem je op de V-splitsing de rechtertak en nog 750 meter verder door open akkerlandschap gaan we op een T-kruising rechts over en gelijkaardige verharde veldweg.
> Voor ons doemt aan de horizon het op een kam gelegen tweelingdorp Bois-et-Borsu op. Een eind verder gaat de veldweg wat meer bochten en botst kort bij de verkeersweg Route du Condroz op een T-kruising. Hier gaan we nogmaals rechts om even later onder de expresweg door te lopen. Opgelet aan de andere zijde van de tunnel, we gaan daar niet rechts maar links. Op deze geasfalteerde veldweg houden we nu verderop 2 x rechts aan om zo langs een boerderij naar Bois-et-Borsu te stijgen.
> De Rue de l'Abattoir arriveert op de hoogte waar het lang geleden met Borsu gefuseerde Bois ligt. Op het eerste kruispunt en voor een grotere route rechts gaan met de RAVeL-bordjes richting Durbuy-Vervoz. Bij de V-splitsing kort daarna rechts nemen en langs een grote hoeve loopt het wegje tot bij de Romaanse Sint-Lambertuskerk van Bois.
> We lopen in tegenwijzerzin rond de kerk van Bois en komen zo op de hooggelegen hoofdverkeersweg door Bois. Daar rechts over 100 meter. Tegenover de vervallen kasteelboerderij Legros (renovatie wordt nog steeds gepland) en bij een halfdode linde links het dalende asfaltweggetje in.
> GR575/576 volgt met dit weggetje sinds 2013 een andere route dan tussen 1943 en 2012, toen een parallel en 1 km meer westelijk asfaltwegje werd gevolgd.
> Een eind lager het verhard veldweggetje naar een hoeve rechts laten liggen maar wel de volgende rechts nemen. De asfaltweg is inmiddels bijna uitgevlakt. We lopen op een bosje af en draaien weer in noordwestelijke richting door een open akkerlandschap waar je aan de weerselementen bent bloot gesteld. Zo lopen we nog een hele tijd verder, steeds rechtdoor.
> GRP 575 loopt dan door een paar strookjes bos. In één daarvan vind je een rustzone met dikke rotsblokken onder esdoorns als zitplaats. Ze is ingericht ter herdenking van boswachter Gabriël Lambotte. We stijgen lichtjes naar een huizenrij waar we een weg oversteken om onmiddellijk links te gaan en over de geasfalteerde RAVeL 126 te wandelen voor een tijd. Onderweg een paar rustbanken.
> We kruisen verderop de rijweg, lopen door een zone met wat bomen en voorbij oude betonnen signalisatie van de voormalige spoorweg gaan we rechts op het centrum van Les Avins af.
Halverwege tussen Bois-et-Borsu en Les Avins
> Bij de hoofdstraat van het dorp even opletten. Hier bevindt zich de GR-aftakking van 13,5 km voor de kortsluitroute naar Marchin via Modave. Eigenlijk is dat het historische traject van de Condroz-wandelroute die later GR zou worden, dat deel werd in 2013 afgekoppeld na 70 jaar. We gaan over de huidige hoofdroute links verder om door het typische Condrozdorp Les Avins te lopen. Links en rechts indrukwekkende oude versterkte kasteelboerderijen in typische Condrozsteen.
> Hier eindigen we deze etappe met wat zere voeten door het vele asfalt maar de sfeer van de echte Condroz is weer helemaal terug. Alles over Les Avins en veel verder op de volgende pagina.
Kerk Bois
RAVeL te Les Avins
Bois-et-Borsu
> Bewoning van de omgeving gaat terug tot minstens de Romeinse periode. Met een vicus als Vervoz in de buurt en de passage van Romeinse heirbanen moet de hooggelegen, langgerekte en vrij rechte crête die de waterscheidingslijn vormt tussen het bekken van de Maas en dat van de Ourthe een uitgelezen plek zijn geweest om strategisch uit te bouwen. Er zijn in de omgeving graven en restanten van Galloromeinse villa's ontdekt.
> In de middeleeuwen werd de plaats al vermeld in een document van 911. Eigenlijk hebben er zich in de volgende eeuwen 2 aparte dorpen ontwikkeld op de crête, waarvan de kernen op slechts 1 km van elkaar lagen, Bois en Borsu dus. De Sint-Lambertuskerk van Bois vormt een mooi bewaard architecturaal geheel waarin ondanks restauraties in de 18de en 20ste eeuw nog mooi de romaanse stijl uit de 12de eeuw is te herkennen. Ze kreeg al in 1933 een beschermd statuut. Er zijn oa oude muurschilderingen te zien maar meer dan waarschijnlijk zal je het kerkgebouw gesloten vinden. Tijdens de Franse periode, in 1808, werden de twee dorpen verenigd in één gemeente Bois-et-Borsu, die in 1977 bij de Luikse gemeente Clavier werd geschoven.
> De opvallende en in slechte toestand verkerende kasteelboerderij van Bois, ook bekend als de Ferme Legros, is gebouwd, verbouwd en vergroot tussen de 13de en 20ste eeuw. Het is waarschijnlijk dat de kasteelboerderij zich ontwikkelde rond een donjon die een uitkijk- en verdedigende functie had, gezien de strategische ligging. Dat ze vandaag is zulke slechte toestand verkeerd is het gevolg van restauratie- en verkavelingproblemen die al decennia aanslepen. Begin jaren '90, tijdens de Joegoslavische oorlogen werden er nog Bosnische vluchtelingen gehuisvest, die in ruil voor onderdak aan de restauratie zouden meehelpen. In de jaren '00 gaat het echter verder bergaf. Rond 2005 zijn er plannen om de kasteelboerderij om te vormen tot 23 woonheden met nog eens 15 verkavelingen op de gronden rondom. Aanslepende administratie en financiële problemen van de projectontwikkelaar hebben er tot vandaag toe geleid dat in 2013 er van de trotse boerderij vandaag vooral een ruïne overblijft.
Vanuit Bois overkijk je een flink deel van het GRP 575 richting Les Avins
Vervoz
> Een merkwaardig dorp of gehucht, Vervoz. Eigenlijk staan hier maar een stuk of 4 grote gebouwencomplexen + een neogotische kapel + een mooie vijver.

 

 

 

 

 

 

GRP 575 Condroz (293 km)