Startpagina > Wandelen > GR16 Sentier de la Semois
Sorendal en Les Hautes-Rivières
> 'Sorendal' klinkt on-frans, etymologisch duidt de naam van dit Semoydorp dan ook op een Keltische of Merovingische oorsprong. Ook in dit deel van de Semoyvallei zijn de meeste dorpen oeroud. De naam Les Hautes-Rivières dan weer is opvallend jong en dateert uit het begin van de 20ste eeuw, het is eigenlijk een samenvoeging van drie oude gehuchten: Mellier, Ohan en Trignes.
> Opvallend contrast met de Belgische Semoisvallei: haast geen toerisme hier, in plaats van plastieken caravans heb je hier industriële gebouwen in de vallei. Metaalverwerkende nijverheid heeft zich hier sterk ontwikkeld te Sorendal, Les Hautes-Rivières en dorpen in de niet veraf gelegen Maasvallei. Terwijl de oude ijzernijverheid langs de Belgische Semois helemaal tot het industriële verleden behoort, is er in de Franse Semoyvallei verder gebouwd op die eeuwenoude traditie.
> Een succesvolle industrieel uit Charleville kocht hier rond 1822 een aantal oude smederijen op om een hele produktielijn voor het fabriceren van nagels op te starten. In de 19de eeuw waren praktisch alle inwoners van Les Hautes Rivières betrokken bij die nijverheid. Ook vanuit het Belgische Bohan kwamen de werkmannen afgezakt om hun brood te verdienen in de Franse fabrieken. Leven als boer bracht er immers niet genoeg op en werd vooral in bijberoep gedaan. Het zijn die Belgische gastarbeiders in Sorendal en Les Haut-Rivières die het ambacht van kleine metalen voorwerpen smeden (vooral nagels), meebrachten naar Bohan om daar familiale smederijen uit de grond te stampen.
> In de Franse Semoyvallei zijn het vandaag vooral bedrijven met afgeleide metalen produkten die hier nu aktief zijn, zoals een grote fabriek die bouten, moeren etc. produceert. In de tweede helft van de 20ste eeuw zorgde economische crisis echter voor een sterke terugloop in de tewerkstelling, wat vele jongeren deed uitwijken naar grotere agglomeraties. Er is hier dan ook al decennia lang een terugloop in het bevolkingsaantal. Met ongeveer 1700 inwoners telt de gemeente Les Hautes Rivières nu minder inwoners dan pakweg 50 jaar geleden.
> Om de economische aktiviteiten meer te diversifiëren werd eind 20ste eeuw ook toerisme wat ontwikkeld maar zeker niet in die mate waarin dat veel vroeger reeds gebeurde in de Belgische Semoisvallei. De Franse Semoyvallei biedt nog heel wat potentieel om zachte recreanten aan te trekken, niet in het minst om er urenlang genietend door de stille loofbossen te dwalen.
> De strijd tussen smokkelaars en douaniers was een constant kat-en-muisspel. Douaniers schoten meestal in de lucht, zelden gericht als ze een smokkelaar betrapten. Het gevolg was een boete, in het slechtste geval een gevangenisstraf van enkele weken maar geweld was eerder zeldzaam bij een confrontatie. Douaniers lieten zich ook wel eens omkopen. Ook vrouwen en kinderen werden soms ingeschakeld voor het smokkelwerk.
> Om tabak te smokkelen werden ook volop honden ingezet. Ze legden afstanden af door de bossen tot 10 km. Om ze vertrouwd te maken met de te volgen route werden ze eerst een paar weken opgeleid, waarbij de eigenaar kaas aan zijn schoenen deed. Dezelfde geursporen werden aangebracht langs het door de hond te volgen traject. De honden werden vanuit de Baraques 'gezadeld' met ongeveer 3 kilo tabak. Douaniers die een tabakshond konden vangen sneden hem wel eens gruwelijk een poot af, met dat bewijs konden ze dan een premie innen.
> Straffe verhalen genoeg over de smokkel hier, wellicht vaak ook wat opgeblazen over de jaren. Zo is er het verhaal van de hond die op slechts 3 poten toch nog zijn smokkelcarrière doorzette. Of de wilde verhalen over 'de koning onder de smokkelaars', Victor Droguest.
> De wilde smokkelverhalen intrigeerden blijkbaar ook toeristen. In de jaren '30 van vorige eeuw was er al een gemarkeerd wandelpad dat langs de baraques liep. Je passeerde langs Baraque Léger, langs de eind jaren '20 afgebrande Baraque Cagnaux en in de Baraque Gérard kon je een glas drinken vooraleer de terugtocht aan te vangen naar Bohan. Ook vandaag kan je de 'barakkenwandeling' nog maken. Veel barakken zijn er dus niet meer, maar in Les Dolimarts kom je vast aan je trekken wat ruïnes betreft...
'Le petit tramway'
> Langs de rechtse Semoy-oever werd in 1898 een secundaire spoorlijn van bijna 20 km aangelegd tussen Monthermé en Les Hautes-Rivières. De breedte van de sporen (100 cm) was bijna een halve meter minder dan gebruikelijk. Een stoomlocomotief trok de wagons, gewoonlijk twee passagierswagons en een of twee goederenwagons. In 1914 werd de lijn nog doorgetrokken naar Sorendal maar de Duitsers zouden tijdens de oorlog de sporen opbreken.
Roc de la Tour
> De slotetappe van GR 16 Semois / Semoy loopt grotendeels door de Franse Ardennen. Semois wordt hier Semoy. Eindigen doen we na 209 km aan de Maas te Monthermé, niet ver van waar het Semoywater zich vermengt met de Maas. Amper 5 % asfalt onder de voeten, liefst 95 % onverharde paden. Hoogtepunt is de mysterieuze en fotogenieke rotsformatie Roc la Tour, hoog boven de beboste hellingen van de Semoy gelegen. Onderweg over het Sentier des Crêtes volgen de uitzichtpunten over het prachtig gelegen stadje Monthermé elkaar op. Deze etappe is een orgelpunt op onze tocht naar de Semoymonding, genietend van pure Ardense natuur!
> !!! Het traject van de huidige GR 16 Semoy stemt, wat deze etappe betreft, niet geheel overeen met de hieronder beschreven (oudere) versie van GR 16, met name tussen Sorendal en Naux. In afwachting van een aanpassing in dit verslag geef je voorkeur aan de info van de laatste topogids over GR 16.
Roc de la Tour
Sorendal
Sentier des crêtes
Les Dolimarts in de gloriejaren
Baraque Laurent begin 20ste eeuw (postkaart)
Baraque Laurent
Smokkelbarakken
> De geïsoleerd gelegen huizen die met opzet kort bij de grens werden opgetrokken, stonden bekend als 'Baraques'. Ze draaiden op de omzet van smokkelaars die er kwamen kopen en verkopen. Het waren vooral Fransen die de Belgische grens overtrokken in de late namiddag of bij valavond om dan 's nachts dwars door de bossen terug te keren naar hun Ardense dorpen in de Maasvallei, beladen met smokkelwaar.
> De grenssmokkel was van ongeveer 1850 tot 1950 bijzonder in trek. Tijdens WO II evolueerde de smokkel naar ruilhandel en na de oorlog verdween de illegale handel grotendeels.
> Vooral tabak werd gesmokkeld. De Semoistabak was bekend voor zijn hoge kwaliteit en bovendien was de Franse prijs van tabak, waarvan de verkoop in Frankrijk door de staat was gemonopoliseerd, een veelvoud van die in België, waar de markt veel vrijer was. Ook koffie was een stuk duurder in Frankrijk. Vreemd was ook de smokkel van lucifers, een produkt dat in Frankrijk tussen 1870 en 1992 (!) ook was gemonopoliseerd door de Franse staat. Vanuit Frankrijk kwam dan prijsvoordelige alcohol of bloem de Belgische grenszone binnen.
> In 2005 wordt het spookdorp verkocht aan de bouwgroep Thomas & Piron voor 220.000 €, nog geen twintigste van de kosten die de federale regering aan Les Dolimarts spendeerde. Ze willen er 100 nieuwe vakantiehuizen bouwen. Volgende drama in 2007, vandalen stichtten brand in het voormalig restaurant, de gebouwen branden volledig uit.
> Intussen is Les Dolimarts al 10 jaar eigendom van Thomas & Piron. Zij die hier ooit vakantie doorbrachten waren wellicht geshockeerd door wat ze zoveel jaren later aantroffen. Behalve verval heeft de firma er jaren niks gerealiseerd tot er een joint venture werd gesloten met de holding Berghan van Olivier Berghmans (van de industriële groep Lhoist) om er 50 boomhutten te bouwen. Je kunt sinds 2022 in 'Les Cabanes des Dolimarts' verblijven voor een prijs vanaf 200 € / nacht.
Château Linchamps
Ruisseau Bois Jean
Baraque Gérard
Les Dolimarts
Auberge Roche à 7 Heures
dennenvlamhoed
Roche à 7 Heures
> Start 's morgens tijdig. Het gecumuleerde positieve hoogteverschil op deze etappe is aanzienlijk. Er zijn bevoorradingsmogelijkheden en horeca bij de start in het centrum van Bohan met ondermeer een Proxy Delhaize. Te Sorendal heb je een Spar supermarkt (steek er de Semoy-brug over en naar rechts), te Hautes-Rivières horeca, superette Coccinelle en kleinhanderlaars. Halfweg de etappe had je tot eind 2022 Restaurant Rosa op een verkeerswegenkruispunt waar je even op de D31 komt. Vraag is of er iets anders komt bij het wegenkruispunt kort bij La Roche à Sept Heures. Te Monthermé ben je voor shopping aangewezen op de Carrefour Contact die langs de D1 ligt richting treinstation (op 1,2 km van de Maasbrug van Monthermé) en een bakker en slager in de hoofdstraat. In Monthermé is een regionale toeristische dienst.
> Bij de start te Bohan liggen enkele campings, die eerder de Semoisoever ontsieren. Ga misschien voor degene die het kortst bij het centrum ligt. De campings in de Franse Ardennen hebben nogal korte openingsperiodes met uitzondering van de Camping d'Haulmé. Er liggen er drie in de wijde omgeving van Tournavaux, je moet telkens 1 à 2,5 km afwijken van GR 16. Te Monthermé heb je de kleine gemeentecamping Port-Diseur, gelegen langs de D1 op de plek waar een van de 2 Semoy-armen in de Maas monden, op 1,4 km van de Maasbrug te Monthermé.
> Bohan heeft geen spoorlijn. TEC-bus 43 verbindt een aantal dorpen in de Naamse Semoisvallei die ook langs het GR-traject liggen. Westelijk is er vanuit Bohan echter geen busverbinding naar dorpen in de Franse Semoyvallei. Aan de Franse kant van de grens heb je vanuit Sorendal een schaarse RDTA-bus 13 richting Monthermé. Deze komt ook langs Naux, stopt op de D31 bij de afslag naar de camping van Haulmé en rijdt in Monthermé door langs het treinstation en verder naar Charleville. Vanuit Monthermé (treinstation op 2 km van centrum) kun je in theorie naar België reizen maar het vraagt zorgvuldige planning. Neem de trein naar Givet en daar een TEC-bus naar de treinstations van Dinant of Beauraing van waaruit je verder kan sporen.
Les Dolimarts in de jaren '50 (postkaart)
Gesloten restaurant Chez Rosa
De oude treinbedding, nu deel van de geasfalteerde Trans-Semoysienne voor wandelaars en fietsers, die vandaag geen onderdeel meer is van GR 16.
Pad onderweg naar Naux
Roc de la Tour
Zwavelzwammen
De Ruisseau de Lyre over
Oude eik bij de Auberge Roche à 7 Heures.
La Roche à 7 heures
Sentier des crêtes
Monthermé gezien van nabij La Longue Roche
Toerismekantoor Monthermé
Monthermé en zijn verdwenen hangbrug rond 1900 (postkaartfoto).
Afdalen naar Monthermé
Spoorlijn en passerelle te Naux begin 20ste eeuw (postkaart)
Roche aux Corpias
Zicht over de magische Ardennenbossen waarin de mysterieuze ruïnes van Château Linchamps verscholen liggen
Vanop een lanceringsplek voor parapente heb je een zicht over de Semoyvallei waarin Nohan-sur-Semoy ligt
Smokkelaars (postkaart)
Baraque Gérard begin 20ste eeuw (postkaart)
Croix du Garde
Baraque Laurent gîte
Baraque Laurent
Ruisseau de Lyre
Roc la Tour
Roche aux Corpias
Roche aux Corpias
Monthermé
Monthermé office de tourisme
Passerelle Naux
Taverne Ch'ti
Nohan-sur-Semoy
Bohan
Naux
Naux
Bohan
Rue de la Semoy
Typische 19de eeuwse huizenbouw in de Semoydorpen. Gebruik van ruwe leisteen en tweelingdeuren ingebouwd. Een ingang voor het woonhuis en een ingang voor de smidse of stal. Vaak zie je ook ovale zandstenen muuropeningen in de gevel. Dit zijn 'beuqeuttes' of 'ossen-ogen'. Functie: de afloop en verlichting van de gootsteen maar ook 'gluren bij de buren' en het straatleven volgen.
GR 16 over de Ruisseau Bois Jean
Croix de Garde
Bohan
Sorendal, industrieel Semoydorp
Zicht over Bohan vanop het uitzichtpunt Croix de Garde
> In 1938 verving de autorail de stoomloc en werd de spoorlijn naar de Belgische grens te Sorendal doorgetrokken om daar verbinding te maken met de tramlijn uit Bohan. Die link werd na amper één jaar alweer definitief gesloten! Oorzaak: spanningen in aanloop naar WO II. Later zou de lijn nog een paar jaren worden gebruikt maar in 1950 werd ze definitief gesloten. De spoorbedding is sinds 2016 onderdeel van een herwerkte Trans-Semoysienne voor fietsers en werd geasfalteerd.
> In de vallei van de Ruisseau Bois Jean waren 4 à 6 'baraques' aktief als café-commerce langs de grens met Frankrijk. Je kan de namen nog terugvinden op een topografische kaart maar enkel het gebouw van Baraque Laurent heeft de tijd overleefd. Ze droegen de naam van de eigenaar, die uit Frankrijk afkomstig was. Van zuid naar noord: Baraque Léger, Baraque Cagnaux, Baraque Gérard en Baraque Laurent.
> Mooi uitzichtpunt vanop de platte rots. Even gepicknickt hier en genoten van de gouden herfstkleuren. Nog slechts 10 km tot het eindpunt van GR 16 bij de Maasbrug van Monthermé. GR 16 volgt nog even de rand het steile rotsmassief en gaat dan continu stijgen door het uitgestrekte woud van Château-Regnault. Er zijn nogal wat padsplitsingen, we volgen het Sentier du Roche aux Corpias en dat gaat nijdig verder stijgen.
> We kruisen enkele paden tijdens die stevige stijging en gaan aanvankelijk rechtdoor. Het derde pad nemen we links. Dit stenige oude pad brengt ons weer een stuk hoger en op een volgende padensplitsing verlaten we het Sentier du Roche aux Corpias om linksvoor verder te wandelen. Het pad vlakt even uit en voor ons doemt het massief van de Roc la Tour op. Met een bocht naar rechts klimmen we tot boven op de spectaculaire rotsformatie. We zijn 200 meter gestegen sinds de Roche aux Corpias.
> Op de Roc la Tour, stond een harde wind die dreigende donkere wolken over de Ardense hoogten joeg. Drama genoeg hier dus op deze duivelse plek. Boven vervolgen we over een vrij vlak en breed bospad tot bij de picknickzone met parkeerplaats. We steken de geasfalteerde bosweg over (Chemin Forestier de la Lyre) en vervolgen schuin rechtdoor over een pad door beukenbos.
> We zijn nu 200 km ver over GR 16 Semoy sinds de start in Aarlen. 400 meter na de picknickzone gaan we op de Chemin Lagarde links (richtingwijzer Monthermé). Het pad gaat verderop wat dalen en vervoegt een oud hol pad. We zetten de daling verder in zuidwestelijke richting. Nog 700 meter verder gaan we rechts (richtingwijzer Monthermé). Oversteek van het beekje Lyre bij nog een picknickzone die bij een geasfalteerd wegje ligt. We bevinden ons op dat punt al bijna 100 hoogtemeters lager dan Roc la Tour.
> Nog voor de asfaltweg rechts een paadje op dat zowat parallel loopt op 100 meter van de Chemin Forestier de la Lyre en de beek zelf. Het is een nogal ruw pad met veel kort stijgen en dalen. We vervoegen dan verder een pad naar rechts dat gaat stijgen en voor een rotswand gaan we links. Langere tijd lopen we nu langs de onderkant van de oude open leisteengroeven van Cerceaux.
> Delen van het pad kunnen nogal venig en nat zijn door de slechte afwatering als gevolg van de steenontginning. Heel wat pionierbegroeiing hier: Vliegden, struikheide, moerasspirea, berken of begroeiing die typisch is voor moerassig gebied zoals veenmos of moerasviooltje. Interessant biotoop. Het vrij vlakke pad loopt verderop het Bois de Cerceaux uit, langs het boswachtershuis.
> Een asfaltweggetje brengt ons al snel bij de D989 en een col, gelegen bij de Roche à 7 heures. Er is hier een 'auberge' waar je 's middags iets kan eten en er is een picknickzone aan de voet van de Roche à 7 heures. Kijk ook even naar de dikke eik die hier al eeuwenlang de col domineert, een prachtexemplaar. Dit moet een heel oud padenkruispunt zijn, ook te merken aan de grote houtstoven van haagbeuk.
> Hier, op zowat 5 km van het einde van GR 16 Semoy, beginnen we aan het Sentier des Crêtes. We nemen het goed gemarkeerde paadje naar omhoog en langs de verschillende uitzichtpunten en rustbanken op de 'Roche à 7 heures'. In de korte afdaling op het einde van de Roche à 7 heures even opletten om het paadje naar rechts niet te missen.
> We zigzaggen wat tussen de rotsen en wandelen tot bij het asfaltwegje maar verlaten het dadelijk weer naar links voor het vervolg van het 'Crêtepad' richting Longue Roche. Onderweg voor we de Longue Roche bereiken, komen we langs meer mooie uitzichtpunten over de Maasmeander.
> Les Dolimarts werd in de Ardense bossen tussen Sugny en Bohan ontwikkeld als vakantiecentrum voor sociaal toerisme. Het 200 hectaren grote domein was eigendom van de vzw 'Vacances et Tourisme', onderdeel van de socialistische ziekenfondszuil. In 1953 werden er vier grote verblijfsblokken toegevoegd. Hoogtepunt in de jaren '60: tienduizenden vakantiegangers brengen jaarlijks vakantie door op het domein. Restaurants, minigolf, bowling, lunapark, discotheek, dierenpark, enz. Later worden er ook nog een vijftigtal vakantiechalets bij gebouwd.
> Begin jaren '80 krijgt Les Dolimarts het financieel moeilijk. De chaletverhuur is wel succesvol maar de gebouwen met een wat kazerne-achtig uitzicht beantwoorden niet meer aan de normen voor modern vakantieverblijf en de bezettingsgraad is in vrije val. Dit soort sociaal massatoerisme heeft zijn tijd gehad. De socialist Philippe Moureaux, minister-president van de Franse Gemeenschap, helpt 'zijn vrienden' van 'Vacances et Tourisme' uit de nood door de verouderde gebouwen op te kopen met overheidsgeld om ze te herbestemmen. Bonus voor 'Vacances et Tourisme': 37,5 miljoen frank en de organisatie kan de succesvolle bungalows verder uitbaten.
> Er gebeurt echter niks met de oude verblijfsblokken. Ze vervallen en rond 1980 worden ze afgebroken. Enkel een onthaal- en recreatieruimte en de bungalows blijven over. Weggegooid overheidsgeld, waar het socialistische vakantiefonds van profiteerde. Dit is nog maar het begin van het schandaal.
> In 2000 stapelen de schulden zich op bij 'Vacances et Tourisme'. Ze willen van Les Dolimarts helemal af. Een andere socialist in de bres: Johan Vande Lanotte koopt het domein voor de federale overheid voor 3,1 miljoen € om er asielzoekers tijdelijk te huisvesten. Nochtans had de regio al een asielcentrum met genoeg opvangcapaciteit. De handelaars van Bohan, die hun inkomsten bedreigd zagen, probeerden de omvorming tot asielcentrum nog te voorkomen. Zonder resultaat.
> Rond Pasen 2001 gaat Les Dolimarts definitief dicht als vakantiedorp maar asielzoekers kwamen er niet. Het asielcentrum werd nooit in gebruik genomen 'uit gebrek aan vluchtelingen' verklaarde de directeur van Fedasil! De regering deed ook geen moeite om de infrastructuur te beschermen, laat staan te renoveren. In 2003 komen er alarmerende berichten van verkrotting en plundering. De waarde van het vernielde domein daalt razendsnel. Inwoners uit de streek komen met volle karren alles wat los en bruikbaar is afbreken en stelen.
> Op 20 februari 2004 volgt een absoluut dieptepunt: Vandalen laten 800 liter zeer toxisch askarel (koelstof) uit de hoogspanningstransformatoren lopen! Voor de federale regering het sein om Les Dolimarts van de hand te doen. Eerst moet echter de met askarel bezoedelde grond dringend worden gesaneerd. Kostenplaatje: 2,6 miljoen € of bijna evenveel dan de aankoopprijs van het domein drie jaar eerder!
> Een legendarische benaming voor deze rotsen is ook 'Roche au Tombeau' (Rots van het Graf). De mooie dochter van de heer van Thilay (dorpje vlakbij) werd ooit van een gewisse dood gered door een jonge lijfeigene van de kasteelheer. Die toevallige ontmoeting leidde tot een hartstochtelijke maar onmogelijke liefde tussen de twee jongelingen. Ze ontmoetten elkaar in het geheim aan de voet van de Rots van de Raven. Tot er op een keer een geweldig onweer losbarstte op hun geheime plekje... In een bliksemschicht werd plots een rode duivel zichtbaar die een enorm rotsblok losmaakte bovenaan het massief. De rotsmassa donderde naar beneden en de verliefden verdwenen eronder voor altijd. Dat (gescheiden) rotsblok kan je nu nog zien langs de D31.
Roche aux Corpias
> La Roche aux Corpias is een haast verticaal rotsmassief. Onderaan passeert de valleiweg van de Semoy, de D31. het rotsmassief van puddingsteen en kwartsiet vormt een uitdaging voor sportklimmers. Er loopt ook een avontuurlijk pad met ladder en kettingen steil de rotsen op. 'Corpias' is een lokaal dialectwoord voor 'corbeaux'. De 'Rots van de Raven' dus.
> Vanop de haast vlakke bovenkant van de rotsen is het genieten van de uitzichten over de omliggende bossen. Toch bevinden we ons hier eigenlijk niet zo hoog, we zijn hier op ongeveer 215 meter en zowat 60 meter boven de Semoy. En schijn bedriegt nog meer. Het geeft wat de indruk dat we hier op een top zijn maar er wacht van ons dadelijk een klim van maar liefst 200 meter hoogteverschil tot op de Roc la Tour.
Roc la Tour / Château du Diable
> De grillige, woeste rotsen van Roc la Tour hebben altijd een sterke aantrekkingskracht uitgeoefend op de mens, van voorhistorische zwervers tot de hedendaagse wandelaar in flashy outdooruitrusting. Zeg nu zelf, de plek heeft toch iets magistraals? Opgravingen leverden het bewijs dat hier al 12000 à 15000 jaar geleden groepen zwervende mensen tijdelijk hebben gewoond.
> Toeristisch werd Roc de la Tour vrij laat ontdekt, na een revue-artikel in 1893. Jean d'Ardenne had het enkele jaren later in zijn toeristische Ardennengids over 'een van de meest indrukwekkende en karakteristieke fenomenen op Ardense bodem'. Vanaf ongeveer 1900 stond Roc de la Tour dus op het programma van reizigers die door de streek trokken, wellicht sprak de legende van het Duivelskasteel toen erg tot de verbeelding. Het eerste langeafstandspad van de Semoy liep hier in de jaren '30 van de 20ste eeuw al langs. Misschien wat verwonderlijk dat vroege toerisme, als je ziet hoe afgelegen de rotsen liggen, komende van GR 16. De berijdbare toegangsweg aan de andere zijde verklaart allicht veel.
> Grandioos is het wilde vergezicht over de Franse Ardennen. De harde, haast verticale rotsen zijn uit donker kwartsiet. Door erosie van omliggend zachter gesteente steken ze geïsoleerd uit boven de valleihelling. Vanop Roc la Tour kijk je in westelijke richting uit over de bovenste valleiwanden van de Maas met heel in de verte de plateaulijn van Rocroi, geologisch een grens van de Ardennen. De golf van beboste heuvels in zuidelijke richting is geboetseerd door de insnijdingen van Semoy en Maas.
> Met 408 meter hoogte vormt Roc la Tour een dominerend punt in de Franse Ardennen, zoals je kan zien aan de IGN-paaltjes is het ook een geodetisch referentiepunt. Toch is het niet het culminerend punt van de Franse Ardennen, dat ligt aan de zuidzijde van Croix Scaille (505 meter) aan de Belgische grens.
> Aan een plek als de Roc la Tour is onvermijdelijk ook een Ardense legende verbonden, meer dan één zelfs. De best bekende vertelling gaat ongeveer als volgt: Een verpauperde edelman uit de streek belooft zijn geliefde om een kasteel te bouwen, haar status waardig. Om die droom te realiseren verkoopt hij zijn ziel aan de duivel met de belofte dat Satan op één nacht zijn kasteel zal bouwen, nog voor de ochtend aanbreekt en het eerste hanengekraai weerklinkt. Satan zet zijn hele leger van duivelse onderdanen aan de gang om dat gigantisch werk nog voor de ochtend af te werken. Gewekt door al het lawaai 's nachts begint een haan in de buurt echter veel te vroeg te kraaien, daarmee de ochtend aankondigend. Te laat voor de duivel om nog de laatste bouwsteen te plaatsen. Woedend om zijn mislukking stampt de duivel met één krachtige bokkenpoot het hele kasteel aan stukken. Het resultaat van die brokkenchaos zie je nu nog onderaan het massief en in de Semoy... Vandaar ook de legendarische bijnaam voor Roc la Tour, Château du Diable.
La Roche à 7 heures
> De vreemde naam voor deze rotsformatie, 'de rots van 7 uur', houdt verband met het vroege uur van de zonnestand waarop de rotsen in volle gloed worden gezet. De vormvan deze rotsen en andere verderop is niet 100 % natuurlijk te verklaren. De exploitatie van leisteen in het verleden had ook gevolgen. Het massief bestaat uit lagen schist en kwartsiet.
> Het zicht naar de Maasmeander waar binnen Monthermé ligt, is enig. Franse toeristische gidsen beschrijven het als de mooiste riviermeander van Frankrijk. Wellicht is het ook het meest gefotografeerde beeld van de Franse Ardennen. Van hieruit kan je ondermeer ook van op hoogte bekijken waar de Semoy na 270 km in de Maas mondt achter grote fabrieksgebouwen.
La Longue Roche
> Kijk even over de balustrade bij het uitzichtpunt dat ongeveer 240 hoogtemeters boven de Maas ligt en meteen weet je waarom de naam van deze rotsformatie 'Lange Rots' is. Straks komt dat vanuit Monthermé bekeken nog duidelijker tot uiting. De langgerekte verticale rotswand reikt een heel eind naar beneden.
Monthermé
> Het mooi gelegen Monthermé heeft kent zoals de andere dorpen in de Franse Semoyvallei een gestage afname van het bevolkingsaantal. In het begin van de 20ste eeuw waren er nog ongeveer 4500 inwoners, 100 jaar later is dat aantal terug gelopen tot minder dan 2500. Het migratiesaldo is al decennia lang negatief in de Ardennen, vooral jonge volwassenen vertrekken. De afname kan zeker ook in verband worden gebracht met de verminderde industriële en ambachtelijke aktiviteiten vandaag. Mothermé is de hoofdplaats van het kanton dat wordt gevormd door alle gemeenten waar we over deze laatste etappe door liepen + Bogny-sur-Meuse. Hier ook is het toeristische infokantoor voor heel de regio gevestigd. Je vindt het als je niet de Maasbrug oversteekt maar je weg vervolgt over de hoofdstraat of over GR 12 C' langs de oever.
> Hoe oud Monthermé is valt moeilijk te achterhalen, zeer oud wellicht want de monding van de Semoy in de Maas moet de plaats enige strategische betekenis hebben gegeven. Waarschijnlijk was er zeker al een vorm van bewoning in de Keltische tijd. De samenstelling van de naam Montermé wijst er immers op dat er Keltische roots zijn. Mont-'Hermes' zou betekenen een beboste heuvel zonder eigenaar. Zeker is dat de abdij van Laval-Dieu, gesticht in 1128, een belangrijke rol moet hebben gespeeld in de ontwikkeling van het dorp (zie ook volgende pagina).
De Maasoevers waren tussen ongeveer 1838 en 1930 verbonden door een voor die tijd spectaculaire en mooie hangbrug, kompleet met triomfbogen als toegang. Eind jaren '30 werd deze vervangen door een ijzeren brug die enkele jaren later alweer werd vernield bij oorlogsgeweld.
Opkomst en ondergang van Les Dolimarts
> Dit voormalige vakantiepark stond al in 1990 opgelijst in gids over 'Le Grands Travaux Inutils' (De Grote Nutteloze Werken) van de Waalse RTBF-journalist Jean-Claude Defossé. Het schandaal dat zich hier heeft afgespeeld is de verantwoordelijkheid van ex-politici Philippe Moureaux (PS) en Johan Vandelanotte (Vooruit). Bohan ligt ver van van Brussel en nog veel verder van Oostende....
> Langs de achterkant van een fabriek klimmen we verder en bij een relaisstation van gas lopen we rechtuit over een breder pad tot bij de verkeersweg D13. Schuin oversteken en de stijgende bospiste volgen tot bij een col. De herfstige Ardense bosmassieven met een streepje zon er op toveren een wonderbaarlijk kleurenpalet te voorschijn.
> Witrood zijn ook hier de te volgen kleuren. De gele streepjes zijn nog aangebracht in het kader van het grensoverschrijdend project TransSemoisienne. Met het Europees geld daarvoor werd hier in de Franse Semoy een netwerk van trage wegen of lokale wandelingen gemarkeerd. We volgen op de col dus niet de gele aanduidingen maar gaan links om nog wat verder te stijgen. De weg gaat verrassend genoeg midden in bos over op asfaltbedekking en gaat meteen ook nijdiger stijgen. Er loopt wel een mooie singletrack op enkele meters links van die brede weg. Op de top komen we langs een GSM-antenne.
> In Bohan steken we de Semoisbrug niet over maar gaan we ter hoogte van de Proxy Delhaize links de Rue du Herdier in. Bij nr 144 het stevig stijgend pad nemen. Wat opletten op de bewegwijzering hier, want er zijn een paar snelle en bochtige padwissels. Het gaat ruw omhoog, helemaal tot bij het uitzichtpunt Croix du Garde.
> Op de top bij het houten kruis is een fantastisch uitzicht over Bohan en verre omgeving, alleen zat alles nogal dicht door mist toen ik er was. Ik heb er een gesprek met een Fransman die me vertelt ook over het ongelooflijk schandaal rond het domein van Les Dolimarts, gelegen hier diep in de bossen boven Bohan. We zullen er straks kortbij passeren.
> Na het Croix du Garde volgt een verrassend vlotte, haast vlakke en lange boswandeling door het Bois Jean. We kruisen een eind verder een jong beekje en gaan zowaar nog even terug stijgen. Opletten dadelijk. Een verhard wegje dat scherp naar links draait, verlaten we meteen om rechts de afdaling aan te vangen. Vlakbij maar uit ons zicht ligt het voormalige vakantiedorp Les Dolimarts.
> We dalen nu in zigzags door het bos weer de Semoisvallei in, richting Frankrijk. Het traject van GR 16 draait en keert over de kronkelende paden van het Bois Jean en komt tenslotte in de beekvallei van de Ruisseau Bois Jean, waar we gebruik maken van een bruggetje over de beek. Op deze plek stond de Baraque Gérard, een grenshuis dat vooral draaide op de lucratieve grenssmokkel van tabak en alcohol naar Frankrijk.
> Het kleine beekje met oude wasplaats bij Baraque Laurent vormt hier de grens en nu trekken we definitief Frankrijk in. Rechtdoor over het steenslagwegje dat verderop geasfalteerd wordt. Bij de eerste huizen van Failloué (gehucht van Sorendal), is een GR-splitsing. Mogelijk zie je hier bij de GR-tekens nog 'GR AE' (Ardennen-Eifel) of 'GR 12C' geschilderd. Het betreft vervallen info (zie pagina 'geschiedenis'). Vandaag loopt het traject van het Semoispad ook in Frankrijk onder het nummer 'GR 16' verder.
> Niet de brug over naar Sorendal dus tenzij je in de Spar moet zijn voor shopping. Rechtdoor de Rue de la Semoy in en na minder dan 100 meter links een onopvallend wegje niet missen tussen de huizen 53 en 45. Dat gaat na 20 meter over in een stijgend paadje. Rechts uit de Semoyvallei klinkt door het bos het gehamer van mannen en machines in fabrieken.
> GR 16 loopt niet meer over de meer dan 100 jaar oude passerelle. Ter hoogte van die passerelle en van enkele picknickbanken verlaten we bij enkele linden wel definitief de Semoy-oever. We draaien omhoog langs een oud 'croix d'occis' uit 1736. De Semoy, zullen we pas terug zien bij haar monding in de Maas!
> Niet veel later kiezen we voor een naar rechts stijgend pad. Onderweg allerlei zijpaden negeren. Het oude voetwegje tussen Naux en Tournavaux gaat een eind hogerop over in een groter bospad. Nog steeds rechtdoor ondanks de verschillende aftakkingen. Voorbij een slagboom bereiken we een asfaltweg, de 'Route Forestière des Eteignères' en nemen die ongeveer rechtdoor, nog steeds tesamen met het met gele streepjes gemarkeerde PR-pad naar Tournavaux. Slechts een 100 meter over asfalt, daarna rechts bij een oude eik op een padenkruispunt. GR 16 is hier enkele jaren geleden wat herlegd. In deze omgeving ontspringen nogal wat bronnen. Volgende kruising: het oude GR-traject volgde hier blijkbaar het meest linkse pad maar nu nemen we het andere linkse pad. Steeds rechtdoor.
> Verderop vervoegt het pad weer de hoogspanningslijn. We volgen onderweg de loop van die electriciteitslijn maar wijken tweemaal van het pad af, om ongeveer parallel een oud en haast ongebruikt pad te nemen. De aftakkingen naar rechts zijn nogal onverwacht. Op den duur laten we - inmiddels een heel stuk lager - de hoogspanningslijn naar links weglopen om zelf rechtdoor te dalen in de Semoyvallei naar Naux. We wandelen vlot lager door bos tot bij een slagboom. Op het padenkruispunt rechtdoor tot de verkeersweg door de Semoyvallei, te Naux.
> Op de D 31 even rechts langs een paar typische huizen (met dubbele deuren) van de Franse Semoyvallei om na minder dan 50 meter links te gaan naar de Semoy.
Bij de Semoy naar links tot bij de meer dan 100 jaar oude voetgangerspasserelle van Naux.
Passerelle van Naux
> Deze passerelle werd gebouwd in 1900, gelijktijdig met de aanleg van de spoorlijn die Monthermé met Hautes Rivières verbond. Naux ligt immers aan de overzijde van de Semoy.
> Dit is de enige brug in de Franse Semoyvallei die het WO II-geweld overleefde. Net zoals in de Belgische Semoisvallei werden de bruggen immers in 1940 uit voorzorg opgeblazen door de eigen genie om de Duitse opmars te saboteren, waarna ze in 1944, bij het eindoffensief, nog eens werden vernield.
> Bij de Longue Roche keren we de rug naar de Maasmeander om een breed toegangspad te nemen. Na zowat 150 meter links de brede Chemin Saint-Louis op. Door dennenwoud zetten we de afdaling in naar de Maasvallei. Een kleine kilometer verder nemen we op een splitsing links de dalende weg.
>Op het padenkruispunt 'Dépôt de la Croisée' (280 meter hoogte), scherp naar links om de daling naar Monthermé te vervolgen. Een extra GR-teken op dat punt was handig geweest ter verduidelijking. Langs nog een paar rustbanken, tot we helemaal beneden bij de Maas komen te Monthermé. Naar de Maasbrug. Nog zit onze route er niet op. Verder over de hoofdweg tot we de samenvloeiing van Semoy en Maas bereiken. Hier eindigt na 213 km onze tocht over GR 16 Semois / Semoy.
> Einde, GR 16 Semois / Semoy zit er op hier. De Semoy krijgen we niet meer te zien, tenzij je nog even richting de Carrefour-supermarkt wandelt. Die is gelegen bij de twee bruggen over de Semoy. Jawel, net voor het einde splitst de Semoy immers nog in twee. De plek van de monding zelf is te zien vanaf de gemeentelijke camping.
> Terwijl je toch zo ver bent geraakt zou het zonde zijn om de kers op de taart over te slaan: vanuit Monthermé kan je nog een schitterende rondwandeling van 10 km ondernemen die je over de toppen brengt van de rotsen van de Vierheemskinderen + nog wat spectaculaire vieuwpoints over de Maasvallei. Dat volgende traject is zo leuk dat het sinds de jaren 2020 als verlenging is toegevoegd aan GR 16. Eigenlijk zijn we dus nog niet op het einde. Lees voort...
> Langs een watercaptatieplaats en kort daarna de D31 bij Chez Rosa, vroeger ook bekend als Café Blossette en daarna als La Taverne des Ch'tis. Patronne Rose-Maria Dewoitine en haar zoon serveerden in het café-restaurant budgetvriendelijke maaltijden maar inmiddels is Restaurant Rosa ook alweer definitief gesloten. Benieuwd wat de volgende episode wordt. Op dit punt met de naam 'Pâquis de Blossette' kun je naar de camping van Base de Loisirs te Haulmé en niet zo ver zijn nog campings.
> We steken de D31 NIET over maar gaan een 30 meter naar rechts om zo weer naar naar rechts het bos in te trekken (bordje 'Chemin de Lagard 2,5 km par Le Roc de la Tour'). Bij de V-splitsing die dadelijk volgt, houden we de linkertak aan en dan weer even opletten. Een eindje hoger verlaten we immers het ruiterpad (oud GR-traject) om links wat tussen de dennen te zigzaggen over een niet zo duidelijk maar wel intensief gemarkeerd pad. Er zijn hier bovendien ook nog verwarrende witrode jachttekens aangebracht op de bomen. We bereiken kort daarna de Roche aux Corpias.
> Bij de antenne komen we op een open plek (geschikt voor wildkamperen) met veel adelaarsvaren. We draaien en gaan er rechtsvoor verder, met de hoogspanningslijn mee, licht dalend. Voorbij een eerste pyloon draaien we zacht naar rechts weg van de hoogspanningslijn, we volgen nu een gaslijn, langs een eerste baken (87). Onderweg krijgen we ter hoogte van een lanceringsplaats voor parapente een prachtig doorkijkje op de Semoyvallei, het dorp Nohan-sur-Semoy en een stukje van Les Hautes-Rivières.
> Over de beek via een paar boomstammen (goeie vrijkampeerplek, zelfs nog beter 100 meter verder aan de Semois zelf) en meedraaien naar rechts. We zijn nu krak op de grens met Frankrijk, lopen even op Franse bodem om dan dadelijk langs de Baraque Laurent te passeren. Het oude smokkelhuis is vandaag omgebouwd tot een CBTJ-gîte voor groepen. Boven de deurlijst hangt nog een driekleurig bord 'Belgique'. Zet je een stap buiten het huis dan ben je meteen in Frankrijk!
> We zijn nu 190 km ver over GR 16 Semoy sinds de start te Aarlen. Nog slechts 19 km scheiden ons van het eindpunt te Monthermé.
GR 16
Semois van bron tot monding (213 km)